Wat is energie?

Play

ElectricityAls je naar de woordenschat van veel pseudowetenschappers luistert, dan stel je vast dat ze heel graag het woord energie gebruiken en op die manier hun beweringen willen kracht bijzetten. Homeopaten beweren dat ze door potentiëring energie overbrengen. Acupuncturisten spreken van energiebanen in het lichaam, Feng shui en wichelroedelopers spreken van energiebanen in de grond. Sportdrankjes en voedingssupplementen beweren dat ze je energie geven en waarzeggers voelen altijd energie als ze een seance doen. Maar wat is het?

Nochtans is energie een wetenschappelijk begrip dat goed gedefinieerd en meetbaar is en alhoewel we er dagelijks mee geconfronteerd worden en we niet zonder kunnen, zijn er weinig mensen die goed weten wat het is. Vandaag doen we een poging om het op een begrijpelijke manier uit te leggen.

Transcript
Goeiedag, het is vandaag zondag 5 december 2010, ik ben Jozef Van Giel en dit is de 72ste aflevering van deze podcast. Deze aflevering kwam tot stand mede dankzij Rik Delaet. De muziek is van Niek Lucassen. Vandaag onderzoeken we wat energie is en wat het niet is.
Deze aflevering was oorspronkelijk bedoeld om uitgezonden te worden op 12 juli 2009 als de 21ste aflevering, maar toen ik de tekst naar Rik stuurde ter controle en verbetering, maakte hij de opmerking dat het misschien iets te moeilijk is. En Rik kan het weten want hij heeft lang in het onderwijs gestaan. Ik geloof hem hier dus op zijn autoriteit. Ik heb er lang mee gezeten om uit te zoeken hoe ik de tekst eenvoudiger kan maken. Uiteindelijk heb ik het wat laten rusten. Enkele weken geleden heb ik het terug opgerakeld in een poging om het toch nog wat te vereenvoudigen. Ik vind dit onderwerp veel te belangrijk om niet te behandelen. Ik raad je aan om gewoon door de podcast heen te luisteren. Hier of daar ga je voorbeelden horen die je niet direct begrijpt. Geen nood, ik heb er meerdere verschillende voorbeelden in gestoken. Uiteindelijk moet je je aan het einde afvragen of je de essentie van mijn uitleg begrepen hebt, niet of elk afzonderlijk voorbeeld duidelijk is. Tenslotte zou ik toch nog graag van jullie horen of alles duidelijk was. Dus, stuur me een mailtje, of post op de blog of het goed was en wat er kan verbeterd worden. Vertel me alsjeblieft ook als je voortijdig afhaakte. Als zo enkele mails krijg, dan zal ik nog een nieuwe aflevering maken over dit onderwerp.

VEEL MISBRUIKT
Als je naar de woordenschat van veel pseudowetenschappers luistert, dan stel je vast dat ze heel graag het woord energie gebruiken en op die manier hun beweringen willen kracht bijzetten. Homeopaten beweren dat ze door potentiëring energie overbrengen. Acupuncturisten spreken van energiebanen in het lichaam, Feng shui en wichelroedelopers spreken van energiebanen in de grond. Sportdrankjes en voedingssupplementen beweren dat ze je energie geven en waarzeggers voelen altijd energie als ze een seance doen. Maar wat is het?

In de echte wetenschap echter, moet elke term die gebruikt wordt duidelijk gedefinieerd zijn. Als je iemand een wetenschappelijk klinkende term hoort gebruiken, dan is het altijd goed om eens te vragen wat die term betekent. Als men dan niet in staat is een duidelijke definitie te geven, dan is dat een goed moment om je sceptische antenne te activeren. Het zou wel eens kunnen dat je met pseudowetenschap te maken hebt.

KRACHT
Als we willen begrijpen wat wetenschappers onder energie verstaan, dan is het belangrijk dat we een aantal basiselementen, die ons tot dat begrip leiden, samenbrengen. Eigenlijk moeten we starten bij Newton. Newton heeft de basis gelegd voor de moderne mechanica, die ons in staat stelt om het gedrag van alle middelgrote voorwerpen te begrijpen. De eerste wet van Newton is onder het grote publiek ook bekend als de traagheidswet. Deze wet zegt, dat een voorwerp dat in rust is ten opzichte van een ander voorwerp, in rust zal blijven en een voorwerp dat in beweging is, in beweging zal blijven. De tweede wet van Newton zegt dat als je daar iets aan wil veranderen, je daar een kracht voor nodig hebt die evenredig is met de massa van dat lichaam en met de gewenste versnelling. Ik zou dit nog één stapje verder willen brengen door te zeggen dat een voorwerp in rust blijft als de som van alle krachten die erop inwerken, gelijk is aan nul. De verandering in beweging is evenredig met de som van alle krachten die erop inwerken. In het dagdagelijks leven komt dat erop neer dat het in de supermarkt een grotere kracht vergt om een volgeladen winkelkarretje in gang te duwen of af te stoppen dan een leeg karretje. Deze wetten van Newton zijn zo belangrijk voor de krachtenleer dat men de eenheid van kracht de newton (N) heeft genoemd. Eén newton wordt bijgevolg gedefinieerd als het product van de eenheid van massa en de eenheid van versnelling, of een kilogrammeter per seconde kwadraat (kg.m/s2). Iedereen begrijpt intuïtief wel wat een kracht is. Al van kleins af weten we wat men bedoelt als iemand zegt “laat je forsballen eens zien!”

ARBEID
Maar kracht zegt niet alles als je een mechanisch systeem wil onderzoeken. Neem het volgende voorbeeld: Twee bouwvakkers krijgen de opdracht om een palet bakstenen van het gelijkvloers naar het eerste verdiep van een gebouw te brengen. De ene vult een kruiwagen volledig en trekt die dan met een takel naar boven. De andere vult telkens een emmer met bakstenen en trekt die ook met de takel naar boven. Het is duidelijk dat de tweede arbeider voor zijn werk minder kracht nodig had dan de eerste. Nochtans hebben ze uiteindelijk dezelfde arbeid geleverd, want aan het einde hebben ze alle twee precies dezelfde opdracht uitgevoerd. De volledige palet stenen is van het gelijkvloers naar het eerste verdiep verhuisd. Ze hebben dezelfde arbeid geleverd. De eerste heeft heel veel kracht nodig gehad, maar moest niet zo veel kruiwagens van beneden naar boven laten gaan. De tweede had minder kracht nodig, maar moest wel meer emmers naar boven trekken. Wat bij beide bouwvakkers hetzelfde is gebleven is het product van de kracht die ze nodig hadden maal de afstand die ze moesten afleggen.

Arbeid is dus de inspanning die een kracht moet uitoefenen om een voorwerp over een bepaalde afstand te verplaatsen. Of wiskundig is arbeid gelijk aan kracht maal afstand. De eenheid van arbeid is dus newton maal meter, en is gelijk aan de joule (J). Merk op dat de eenheid van moment of koppel ook de newton.meter is, kijk maar in het boekje van je wagen. Dat is geen toeval.

ENERGIE
Als die stenen daar boven liggen en je bindt aan de andere kant van het touw beneden nog een emmer, die je met stenen vult, dan kan je die vanzelf naar boven laten komen door gebruik te maken van het gewicht van de bovenste emmer als je het touw loslaat. Met andere woorden: die eerste emmer waarop je zelf arbeid hebt uitgeoefend, is zelf in staat om arbeid te leveren. De mogelijkheid om arbeid te leveren noemt men energie. Energie en arbeid hebben dezelfde eenheid, en dat is natuurlijk niet toevallig, de joule. Energie wordt op zich opgesplitst in twee soorten, namelijk kinetische en potentiële energie. Onze emmer die op 4 meter hoogte hangt is een voorbeeld van potentiële energie, omdat hij niet beweegt.

Kinetische energie is de energie van voorwerpen die in beweging zijn. Bijvoorbeeld een hamer die met een zekere snelheid in de richting van een nagel vliegt, bevat kinetische energie, want op het moment dat hij de nagel bereikt, kan hij de nagel een stuk in het hout doen dringen tegen de weerstandskrachten van hout in. De hamer levert dan arbeid op de nagel. Als je een veer opspant, dan steek je daar arbeid in. Daardoor stijgt de potentiële energie van de veer zodat die, als ze weer ontspant, zelf arbeid van leveren. De hoeveelheid kinetische energie die een bewegend voorwerp bezit kan je berekenen door uit te zoeken hoeveel arbeid het kan verrichten als je het tot stilstand brengt. Dus, je probeert het voorwerp met een bepaalde kracht tegen te houden tot het stilvalt. En dan kijk je welke weg het nog afgelegd heeft tot het stil stond. Die kracht, maal die afstand is de kinetische energie die het voorwerp aanvankelijk had. Als je dat dan uitrekent kom je uit dat de kinetische energie van een bewegend voorwerp gelijk is aan de massa maal het kwadraat van zijn snelheid gedeeld door twee. Wiskundig kan je bewijzen dat dat altijd klopt, onafhankelijk van hoe de kracht en de snelheid onderweg veranderde. Met wat integraalrekening kom je dan uit dat de kinetische energie van een bewegend voorwerp gelijk is aan de massa maal zijn snelheid in het kwadraat gedeeld door twee.

HOLISTISCH
Veel mensen zullen nu zeggen dat wat ik net uitgelegd heb wel een heel beperkte definitie is van wat energie is, want je komt toch ook energie tegen in de elektriciteit, vuur, licht en de fameuze wet van Einstein E = m.c²! En wat doe je dan met de energiewaarde die opgegeven wordt in voedsel? Ik heb speciaal voor dit deel de titel “holistisch” willen gebruiken alhoewel ik een hekel heb aan die term, want het is één van die nietszeggende termen die veel door pseudowetenschappers gebruikt worden om te zeggen dat zij holistisch zijn terwijl de wetenschap reductionistisch is. Ze bedoelen daarmee dat wetenschappers alles in stukjes kappen, naar de details kijken en dan het geheel niet meer zien. Dat is dus je reinste nonsens! En gelijk welke vorm van energie die je in de wereld tegenkomt kan je terugbrengen tot bovenstaande definitie.

De energie in elektriciteit is in staat om een kracht uit te oefenen op voorwerpen. Een motor bijvoorbeeld zet elektriciteit om in een magnetisch veld dat op zijn beurt een rotor doet draaien die arbeid kan leveren. De energie van elektriciteit wordt normaal berekend in functie van de stroom en de spanning, maar uiteindelijk komt het op hetzelfde neer! Licht kan een elektron uit zijn schil duwen om zo arbeid te leveren. Materie kan je via de wet E = m.c² omzetten in energie en omgekeerd. Die energie zal zich dan in verschillende mogelijke vormen voordoen, zoals licht, warmte of een schokgolf. Einstein paste trouwens bovenstaande formule toe op zijn speciale relativiteitstheorie en na een hoop moeilijke wiskunde kwam hij tot de verrassend eenvoudige formule: E = m.c².

De energie die in voedsel zit, is eigenlijk chemische energie. Door de suikers en vetten die in dat voedsel zitten te verbranden, dat betekent, met zuurstof verbinden, kan je arbeid leveren. Als je te veel eet zal je lichaam vet produceren om het teveel aan energie op te slaan tegen dat je minder te eten vindt. Het aantal joule van een bepaalde voedingsstof wordt ook gemeten door het te verbranden en te meten hoeveel warmte er vrij komt. De energie van radiogolven kan elektronen in een metaal in beweging zetten, zodat er een elektrische stroom begint te vloeien. Geluidsgolven kunnen arbeid leveren op je trommelvlies zodat dat gaat trillen. Warme gassen in een gasturbine of een verbrandingsmotor hebben eigenlijk kinetische energie. De moleculen waaruit het gas bestaat vliegen willekeurig door elkaar met een razende snelheid. Daarbij botsen ze tegen de wanden van ruimte waarin ze zich bevinden. De gemiddelde snelheid van die beweging bepaalt eigenlijk de temperatuur van dat gas. Als al die gasdeeltjes stilvallen zegt men dat het absolute nulpunt van temperatuur werd bereikt. Wat je doet als je een gas opwarmt, is de snelheid van die deeltjes verhogen. Daarom dat de druk van een gas hoger wordt naarmate die temperatuur hoger wordt. De gasdeeltje botsen namelijk met een hogere snelheid tegen de wanden. Als nu één van die wanden beweegbaar is, dan zal die wand door die druk achteruit bewegen en levert het gas dus ook energie aan die wand. Het gevolg daarvan is dat de snelheid van de deeltjes verlaagt, wat eigenlijk hetzelfde is als zeggen dat de temperatuur van het gas daalt. Zo maak je een thermische motor. Wat ik hier zo zeg is niet gewoon een model, het is de fysische werkelijkheid. De gemiddelde snelheid van de moleculen van een gas bij een bepaalde temperatuur kan je berekenen! Bij een vaste stof is zijn temperatuur het gevolg van het trillen van de atomen. Hoe warmer het wordt, hoe harder ze trillen. Bij het smeltpunt staan ze zo hard te schudden dat de verbindingen tussen de deeltjes afbreken, zodat ze door elkaar gaan vloeien. Als de temperatuur nog hoger wordt, wordt de snelheid tussen de deeltjes zelfs zo hoog dat ze niet meer bij elkaar blijven, maar vrij beginnen rond te vliegen. Dan begint het materiaal te koken.

De energie van elektriciteit komt neer op het verplaatsen van geladen deeltjes door een elektromagnetisch krachtveld. Dit is een leuke denkoefening om al deze zaken te illustreren. Neem nu een gewoon elektrisch verwarmingstoestel. In de elektriciteitscentrale draaien magneten rond een aantal elektrische spoelen en slepen op die manier de elektronen in die spoelen mee, waardoor er een elektrische stroom ontstaat. Die elektrische stroom vloeit door de verwarmingsweerstand van het toestel. Dat zijn dus eigenlijk elektronen die met een hoge snelheid door die kabel vliegen. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Die elektronen botsen zo nu en dan eens tegen een atoom van de weerstand. Dat atoom gaat daardoor harder gaan trillen. De gasmoleculen die de draad omgeven botsen regelmatig tegen die draad, maar doordat die atomen van de draad hard aan het trillen zijn, is de kans groot dat ze een hoop van die energie aan het gas geven. Met andere woorden, dat het gasatoom, na de botsing een grotere snelheid heeft dan ervoor. Maar gasatomen die snel rondvliegen, dat is warmte. Zo wordt de warmte overgedragen. Bedenk zelf nog maar zulke gevallen. Zo zie je maar dat de energie van een systeem gelijk is aan de arbeid die door dat systeem geleverd kan worden. En dat komt neer op het verplaatsen van een object over een afstand met een bepaalde kracht.

Samenvattend kunnen we zeggen dat iets energie bezit als het in staat is om arbeid te verrichten. In eenvoudige mensentaal als het iets kan aandrijven. Zo kan je zeggen dat een opgehangen massa (denk aan de gewichten van een staande klok), een zwaaiende stalen bol om muren mee om te stoten, een bak met benzine, de zon, een opgeladen batterij, een boterham… allemaal energie bezitten. Ik laat het aan jezelf over om nog andere voorbeelden te bedenken. Onze wereld is er vol van. Als iemand je nog eens over energie spreekt, en je vindt de klepel niet direct, dan moet je eens vragen, of zelf proberen om de term terug te brengen tot deze definitie. Als het niet lukt heb je mogelijkerwijs te maken met pseudowetenschap.

DE THERMODYNAMICA
Mensen denken soms dat thermodynamica de leer is van alles wat met warmte te maken heeft (bijvoorbeeld stoom- en verbrandingsmotoren, turbines) en dus beperkt is tot de ingenieurswetenschappen. Maar in werkelijkheid overspant het het veel bredere onderzoeksdomein van de energie. Vandaar dat het ook zijn nut bewijst in heel diverse takken zoals de astronomie (niet astrologie…) en zelfs de biologie. De thermodynamica baseert zich op twee wetten die door mensen die niet echt met wetenschap en mechanica vertrouwd zijn in twijfel worden getrokken.

De eerste wet
De eerste wet van de thermodynamica is bij het brede publiek bekend als de wet van behoud van energie. Het zegt dat de totale hoeveelheid energie van een afgesloten systeem niet verandert. De hoeveelheid energie van zo’n systeem kan dus onmogelijk stijgen of dalen zonder een externe invloed. Dit wordt ook de wet van behoud van energie genoemd. Deze wet zegt dus dat het onmogelijk is om een perpetuum mobile van de eerste soort te maken. Perpetuum mobile is Latijn voor “voortdurende beweging”. Een perpetuum mobile van de eerste soort is een systeem dat energie produceert zonder dat er van buitenaf energie aan wordt toegevoegd. Door de eeuwen heen hebben heel veel zelfverklaarde uitvinders geprobeerd om zo’n machine te bouwen. Dat lijkt inderdaad wel een zeer aantrekkelijke uitdaging want wie erin slaagt om zoiets te maken is onmiddellijk steenrijk en dan zijn alle energieproblemen van de wereld opgelost.

Twee jaar geleden is zelfs Wessel Di Wesseli door de preselecties van het TV-programma “de bedenkers” geraakt, met een toestel dat ik hem 20 jaar geleden al heb zien uitleggen in een aula in Leuven. Tijdens de aflevering over wetenschappen heb ik gemeld dat een eis voor wetenschap consistentie is. Dus, dat verschillende regels uit de wetenschap niet tegenstrijdig mogen zijn. Toen ik daarstraks sprak over de wetten van Newton heb ik even aangehaald dat het geen toeval is dat de eenheid van arbeid en de eenheid van moment hetzelfde zijn, namelijk newton.meter (N.m). Dat komt ook omdat een hefboom eigenlijk een overbrenger is van arbeid. Je gaat op een takel beweging omzetten in kracht door de arbeid gelijk te houden en je zal op je fiets in een hoge versnelling kracht omzetten in snelheid door de arbeid constant te houden. Als je zo verder rekent, dan kom je automatisch tot de vaststelling dat elk systeem dat gebouwd is als een constructie van hefbomen, onmogelijk een perpetuum mobile van de eerste soort kan zijn.

Als je niet vertrouwd bent met mechanica vind je het een zeer controversiële stelling om op voorhand elke claim van een perpetuum mobile af te wijzen, maar als je er dieper op in gaat stel je vast dat het heel logisch is. Veel mensen zullen vinden dat op voorhand een perpetuum mobile afwijzen, een bewijs van kortzichtigheid is. Maar als je er dieper over nadenkt dat stel je vast dat het juist kortzichtig is om dat niet te doen. Ik zeg hierbij niet dat we 100% zeker zijn dat het niet kan. De afleveringen 20, 22, 23 en 24 over de twijfelbenadering zouden dit moeten duidelijk maken. Maar het is onredelijk om elke bewering over een perpetuum mobile serieus te nemen. Carl Sagan zei dat uitzonderlijke beweringen uitzonderlijk bewijs moeten aanleveren. Een perpetuum mobile is duidelijk zo’n uitzonderlijke bewering, want het bestaan ervan zou een falsifiëring betekenen van de thermodynamica en aangezien deze theorieën aan de basis liggen van bijna alle wetenschappelijke disciplines, zorgt zo’n falsifiëring voor het in elkaar vallen van bijna alles was we weten over de natuur. Het systeem dat Di Wesseli gebouwd had was gebaseerd op een scharensysteem dat onder water gedompeld werd. De druk van het water zou het systeem zo manipuleren dat het samengeperst wordt tot een groter volume. Als dat waar zou zijn dan zou dat inderdaad een weerlegging van de eerste wet van de thermodynamica betekenen en zou je deze constructie kunnen gebruiken om energie uit het niets te produceren. Toen ik Di Wesseli hoorde spreken in Leuven, wou ik toch eens uitzoeken waar zijn redeneerfout zat. De consistentie waar we daarstraks over spraken moet er toch voor zorgen dat een systeem dat je kan uitrekenen, steeds de eerste wet bevestigt. Ik heb toen dus eens alle krachten die op het systeem werken doorgerekend en het resultaat was dat het volume niet groter wordt door de druk van het water. Het punt waarop het volume maximaal is komt precies overeen met het punt waar de krachten van het systeem kantelen en het geheel in de andere richting samenpersen. Die berekening ben ik kwijt, maar als ik tijd heb zal ik ze eens opnieuw doen. Of, als één van de luisteraars het wil doen dan zal ik die met plezier op mijn website publiceren. In ieder geval, ik heb het, een paar jaar geleden opnieuw proberen te berekenen, maar na 20 jaar lukte het me niet meer. Als je verder denkt, dan stel je vast dat deze redenering ook opgaat voor niet mechanische systemen, zoals, vloeistoffen, gassen en zo verder. Je moet tijdens die redenering rekening houden met de derde wet van Newton, die zegt dat actie gelijk is aan reactie.

In feite wordt er in de ingenieurswetenschappen heel veel van deze regel gebruik gemaakt omdat het de berekeningen van, soms zeer complexe, constructies veel eenvoudiger maakt en vermijdt dat je de details van elk onderdeel moet doorrekenen. De continuïteitsregel van Bernoulli is een rechtstreeks gevolg van deze wet.  Deze regel wordt onder andere gebruikt om te verklaren waarom een vliegtuigvleugel een lift heeft. Ook de Bruggeling Simon Stevin maakte in de 16de eeuw al gebruik van de wet van behoud van energie om de methode van de virtuele energie te introduceren die nog altijd door ingenieurs dankbaar gebruikt wordt.  Simon Stevin was ook één van de eersten die de onmogelijkheid van het perpetuum mobile aangaf.

De tweede wet
De tweede wet van de thermodynamica zegt dat het onmogelijk is om een perpetuum mobile van de tweede soort te maken. Volgens de eerste wet van de thermodynamica kan je wel geen energie uit het niets produceren, maar zou het in principe wel mogelijk moeten zijn om een systeem te maken dat voortdurend in beweging is zonder ooit te stoppen. Dat komt erop neer dat je een bewegend systeem kan maken dat geen energie verliest. Volgens de tweede wet van de thermodynamica is dat onmogelijk. Elk bewegend systeem verliest energie. Deze wet is intuïtief beter in te zien dan de eerste omdat iedereen zich kan inbeelden dat het onmogelijk is om een systeem te bouwen zonder wrijvingsverliezen. Iedereen zal onmiddellijk inzien dat de tweede emmer van die bouwvakkers, dat omhoog getrokken wordt door de eerste emmer weer te laten vallen, lichter moet zijn dan de eerste emmer, anders zal het systeem niet in beweging komen. De hoeveelheid arbeid dat die emmer kan leveren, is dus kleiner dan de arbeid die je er oorspronkelijk in stak. Eigenlijk zegt de tweede wet van de thermodynamica dat de entropie van een gesloten systeem altijd stijgt. Entropie is een begrip dat in de wetenschappen goed gedefinieerd is, maar ik zal me hier beperken tot een meer intuïtieve uitleg, die ik las in het boek “het heelal” van Stephen Hawking. Entropie wordt soms uitgelegd als de mate van wanorde. En als je niets doet stijgt de wanorde alleen maar. Het is daarom dat je je huis voortdurend moet opruimen. Volgens Hawking is dat eigenlijk gewoon een statistisch gegeven. Het is gewoon heel veel waarschijnlijker dat als je voorwerpen willekeurig verspreidt, dat ze in wanorde terechtkomen dan dat ze in orde terechtkomen. Dat is ook de reden waarom een kopje dat op de grond valt uiteen springt in gruzelementen terwijl, als je de gruzelementen op de grond laat vallen dat nooit tot een kopje zal leiden. Het is nochtans niet onmogelijk, maar verschrikkelijk, ongelofelijk, enorm onwaarschijnlijk. Als je dus van wanorde orde wil maken, dan moet je energie in het systeem stoppen. Met andere woorden, om de entropie te laten dalen, heb je energie nodig. Bij een mechanisch systeem, zal je op de plaats van het scharnier wrijving hebben. Het scharnier zal opwarmen en die energie wordt aan de omgeving afgegeven. Warmte die uiteindelijk in de open ruimte vrijkomt kan je niet meer gebruiken.

METEN IS WETEN
Het is een belangrijke wijsheid in de wetenschappen dat je alles moet kunnen meten. Van zaken die je niet kan meten kan je ook niets zeggen. Als iemand beweert dat hij kennis heeft over iets dat niet meetbaar is, dan is die uitspraak even plausibel als de uitspraak van Russell die beweert dat er een theepot rond de zon draait ergens tussen Mars en Jupiter. Je kan natuurlijk beweren dat telepathie doorgegeven wordt via signalen die we met onze huidige wetenschappelijke kennis niet kunnen meten, maar die uitspraak is minderwaardig aan de uitspraak dat telepathie gewoonweg niet bestaat. Een eerste voorwaarde is dat je eerst wetenschappelijk (dubbelblind, enz…) moet aantonen dat telepathie bestaat. In de huidige stand van de wetenschap zijn we in staat om een enorme hoeveelheid aan signalen te verwerken over een enorm bereik aan golflengtes en signaalsterktes. Een professor astronomie in Leuven liet zijn studenten bij de eerste les een blad papier een meter hoog heffen om het dan te laten vallen. Daarna becommentarieerde ze dat de totale energie van dat vallend blad groter is dan de energie van alle signalen die gedurende de geschiedenis van de radioastronomie uit de ruimte zijn opgevangen voor waarnemingen. Onze meetinstrumenten zijn tegenwoordig zo gevoelig dat het onwaarschijnlijk is dat er nog een onontdekte signaaldrager bestaat die telepathische signalen overbrengt, maar het is natuurlijk niet onmogelijk. Als we dan vaststellen dat goed gecontroleerd dubbelblind onderzoek op deze gaven ook niets oplevert, is besluiten dat telepathie waarschijnlijk niet bestaat een heel redelijk standpunt. Dat is ook wat Susan Blackmore besloot die er een doctoraat en 20 jaar onderzoek aan gewijd heeft. Nu is ze een gerenommeerde skepticus.

ENERGIE EN PSEUDOWETENSCHAPPEN
Zoals ik in mijn inleiding al zei, wordt energie dikwijls in de pseudowetenschappen gebruikt. Het geeft ze een wetenschappelijk aura. Maar aardstralen waarvan wichelroedelopers beweren ze te voelen, zijn nog nooit gemeten en dubbelblinde testen van wichelroedelopers leverden tot nu toe geen resultaten op. De energiebanen, die in de acupunctuur worden beschreven, zijn nog nooit gemeten en in tegenstelling tot wat veel mensen denken, komen ze niet overeen met de zenuwbanen. Hetzelfde geldt voor de energiestromen die door de chiropractors geclaimd worden. Nu zullen veel pseudowetenschappers mij opnieuw als een kortzichtig persoon zien omdat ik energie reductionistisch definieer. Nee, in de wetenschappen houden we van duidelijke definities. Dat geldt trouwens niet alleen in de wetenschappen. Als je met mensen wil samenleven, heb je ook liefst duidelijke afspraken. Ze staan dus voor een keuze. Ofwel spreken ze over energie en dan moeten ze ons kunnen vertellen over hoeveel joules het gaat, ofwel is het iets anders, en dan moeten ze het ook een andere naam geven. Bijvoorbeeld “blatoefen”. Maar dan moeten ze definiëren wat “blatoefen” zijn en hoe je die meet.

HET CITAAT
Deze keer zal ik eerst het citaat voorlezen en daarna pas zeggen van wie het komt. Hier is het citaat:

Geloof niet in wat dan ook, alleen maar omdat je ervan gehoord hebt. Geloof niet in iets alleen maar omdat het door velen besproken wordt en omwille van de vele geruchten. Geloof niet in iets gewoonweg omdat het geschreven staat in je religieuze boeken. Geloof niet in gelijk wat enkel omwille van de autoriteit van je leraren en ouders. Geloof niet in tradities omdat ze gedurende vele generaties overgedragen werden. Maar wel na observatie en analyse, wanneer je vaststelt dat alles overeen komt met rede en het bevorderlijk is voor het goede en het ten goede komt van elkeen, aanvaardt het dan en leef ernaar.

Dit citaat komt van… Boeddha!

Tot de volgende keer.

Bronnen

5 Reacties

  1. Dave zei:

    Jozef,

    Uitstekende podcast over energie. Zeer duidelijk en rijk van voorbeelden voorzien. Ik zie dit zo in de lesboeken verschijnen.
    Overigens komt de boodschap overeen met een van de verhalen van Richard Feynman uit het boek met verzamelde korte verhalen “The Pleasure of Finding Things Out”, over de manier waarop het begrip energie in schoolboeken wordt behandeld.

    Met vriendelijke groet, Dave Badoux

    8 december 2010
    Antwoord
  2. Fons Tel zei:

    Een duidelijk verhaal dat aangeeft, dat we geen benul hebben wat energie is, maar slechts wat energie doet. Voor het begrip energie wordt verwezen naar arbeid of kracht, maar die verwijzing verklaart natuurlijk niets. Energie is ‘iets’ onstoffelijks wat echter de stof kan veranderen of verplaatsen. Dat ‘iets’ blijft echter onbepaald en dus onkenbaar, hoeveel woorden we er ook aan besteden. Hetzelfde geldt voor de zwaartekracht, een alledaags fenomeen waarvan we de werking kennen, maar absoluut niet weten wat het is. Wij kunnen, zoals Kant al schreef, slechts de verschijningsvormen kennen, maar wat de zaak op zichzelf is, weten wij niet. Dat maakt dat ook de zogenaamde wetenschappelijke feiten slechts verschijningsvormen zijn, maar niet de dingen op zich. Het zou de wetenschap sieren zich dit altijd te blijven realiseren, misschien dat ze dan ook wat minder hoog van de toren gaat blazen en andere kennisvormen niet meteen als pseudokennis diskwalificeert.

    23 september 2019
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Maar wetenschap is net een gebrek aan pretentie van te beweren zomaar te weten, en vanuit een gebrek aan kennis een zoektocht te doen door empirisch en inductief onderzoek. Men zal ook nooit meer veronderstellingen maken dan wat aantoonbaar is. Een veronderstelling kan in de wetenschap, maar dat noemen we dan een hypothese. Een hypothese wordt pas wetenschap als er bewijs voor gevonden is. We noemen pseudowetenschap, dat waar men hypothesen als waarheid aanziet zonder dat daar bewijsmateriaal voor bestaat.
      Welk deel daarvan is hoog van de toren geblazen?
      Een deel dat ik niet besprak is dat men in de kwantumfysica krachten steeds koppelt aan de uitwisseling van deeltjes. Is het dat wat je wil horen? Of op welke manier zou je willen dat de wetenschap zegt wat energie wel is?

      25 september 2019
      Antwoord
      • Fons Tel zei:

        Hallo Jozef,
        niemand kan zeggen wat energie is, net zoals we niet kunnen zeggen wat god of de duivel is. Het zijn allemaal intramentale begrippen of voorstellingen die wij zelf produceren en op de werkelijkheid loslaten. Alleen over de uitwerking ervan op die werkelijkheid kunnen we iets zeggen. Maar zeggen dat de uitwerking van iets dat iets is, is een hypostasering. Gelovigen doen dat met het begrip god, sciëntisten doen dat met het begrip energie of materie. Zo maak je van de wetenschap een geloofsleer die niet meer serieus genomen kan worden. Dus zeg gewoon dat we niet weten wat energie, materie of zwaartekracht is, maar dat we wel iets kunnen zeggen over de werking ervan. Dan maak je van de wetenschap geen geloofsleer die op zoek is naar ‘de’ waarheid en blijf je binnen de lijnen van wat redelijk haalbaar is.

        25 september 2019
        Antwoord

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.