Zeno’s Paradox en het Probleem van de Vrije Wil (2)

Play

Het bestaan van vrije wil is een onderwerp waarover 1000den generaties filosofen zich gebogen hebben. Wat kunnen we erover zeggen?

Transcript

Goeiedag, het is vandaag zondag 7 augustus 2011, ik ben Jozef Van Giel en dit is de 94ste aflevering van deze podcast. Deze aflevering kwam tot stand mede dankzij Rik Delaet. De muziek is van Niek Lucassen.

Vandaag het vervolg op Zeno’s paradox en het probleem van de vrije wil. Het eerste deel vind je hier. Wie ook naar skeptoid luistert, zal vastgesteld hebben dat Brian Dunning het daar enkele weken geleden ook over de paradox van Zeno had. Dat is puur toeval.

1. Zeno’s Paradox en het Probleem van de Vrije Wil deel 2

De originele tekst in het Engels

1.1. Paradox Lost: Vrije Wil Argumenten Herdenken

Ik wil graag de hypothese opwerpen dat de vrije wil argumenten alledaagse misverstanden van de begrippen “oorzaak” en “wil” bevatten en deze misverstanden zijn analoog aan Zeno’s verkeerde veronderstellingen over de concepten van “oneindig” en “eindig.” Net zoals Zeno gekweld werd door een oneindig aantal kleine afstanden en zichzelf ervan overtuigde dat alle verkeer onmogelijk was, besteden de meeste deelnemers aan het vrije wil debat zo veel aandacht aan de oorzaken, die ons beïnvloeden, dat ze zich gedwongen voelen om de vrije wil te ontkennen. Inderdaad zijn veel filosofen ervan overtuigd dat de zaak tegen de vrije wil rotsvast staat. Elk effect heeft een oorzaak, en mensen kunnen niet de oorzaak zijn van hun eigen bewustzijn, zodat we net zo goed kunnen toegeven dat vrije wil een illusie is. Een paar van deze filosofen beweren zelfs zelfgenoegzaam dat iedereen de logische onmogelijkheid van de vrije wil kan zien door op de desbetreffende argumenten te reflecteren vanuit het comfort van zijn eigen luie stoel.18

Zeno dacht echter ook dat hij een vlekkeloze logica gebruikte bij zijn demonstratie van de onmogelijkheid van beweging. Net zoals moderne deterministen ons intimideren door te spreken over de oneindige keten van oorzaken die onze vrijheid uitsluiten, intimideerde Zeno zijn publiek door te laten zien hoe door een oneindig aantal kleine stappen beweging onmogelijk wordt gemaakt. Wat als, net als in Zeno’s paradox, er tenslotte niets echt paradoxaals aan de hand is in het rijk van de vrije wil? Wat als onze acties echte wilsdaden kunnen blijven en tegelijkertijd ook de resultaten van een complexe keten van oorzakelijkheid zijn, net zoals een oneindige reeks van kleine stappen samen een eindige som kunnen geven?

Deze mogelijkheden zijn in vele opzichten vergelijkbaar met andere contra-intuïtieve conclusies die begrijpelijk zijn geworden door zorgvuldige wiskundige redenering. Zo hebben we de neiging om te denken dat de begrippen “toeval” en “symmetrie”op gespannen voet met elkaar staan. Een symmetrisch patroon lijkt het tegenovergestelde van willekeur te zijn. Maar zoals fysicus Taner Edis aantoont in zijn opmerkelijke boek ‘The Ghost in the Universe’, zijn orde en toeval nauw met elkaar verbonden. Een lange reeks van eerlijke muntworpen resulteert hoogst waarschijnlijk in een willekeurige volgorde van kruis of munt, maar de resulterende willekeur vloeit rechtstreeks voort uit de symmetrie in de waarschijnlijkheid van het verkrijgen van twee mogelijke uitkomsten voor elke muntworp. Ook zien we magneten rotatiesymmetrisch worden bij hoge temperaturen, wat betekent dat hun magneculen (vert.: dat zijn elementaire magneetjes) zich in elke mogelijke richting oriënteren. De totale magnetisatie van dit systeem is nul, omdat de magneculen geen bepaalde richting kiezen en elkaars veld opheffen. Ironisch genoeg, als de vergelijkingen die magnetisme beschrijven niet symmetrisch waren, konden de richtingen van deze magneculen niet willekeurig zijn, omdat niet-symmetrische vergelijkingen zouden resulteren in een nettomagnetisatie van het systeem. De magneculen zouden zich dan in een bepaalde richting gaan oriënteren. 19 Symmetrie en willekeur zijn geen antagonisten. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden elementen van een universum waarin wiskundig elegante wetten kansen creëren voor onvoorziene toevalligheden.

Vrije wil brengt zeker vervelende filosofische problemen met zich mee, maar veel van deze problemen lijken voort te vloeien uit conceptuele misverstanden. Als we over vrije wil en determinisme praten, worden we onmiddellijk geconfronteerd met een reeks van conflicten tussen schijnbaar tegenstrijdige termen. Als we vragen of een deterministisch universum de afwezigheid van vrijheid inhoudt, lijken we te stuiten op een conflict tussen de begrippen van oorzaak en keuze. Een ander struikelblok is de vraag of kwantumonbepaaldheid het ons op een of andere manier mogelijk maakt een vrije wil te hebben, want we zien willekeur en rationele keuze als complete antagonisten. Maar we hebben ons bij de uitwerking van deze vragen evenzeer voor de gek gehouden als Zeno zichzelf en vele anderen voor de gek heeft gehouden bij het opstellen van zijn paradoxen. We hoeven niet te kiezen tussen volledige bepaaldheid en volledig toeval, of te geloven dat vrije keuze volledige afzondering van de wereld van de oorzaak en gevolg vereist.20 In plaats daarvan kunnen we onderzoeken hoe we toeval en orde in fysische wetten kunnen combineren om vrije wil toe te laten te bestaan.

Het eerste wat we moeten doen is te verduidelijken wat “vrije wil” werkelijk betekent. Het kan duidelijk niet totale vrijheid om te doen wat we willen betekenen. Weinig mensen maken zich zorgen over hun onvermogen om ineens lichter dan lucht te worden. De meeste mensen aanvaarden gewillig dat de aard van onze menselijke lichamen beperkingen aan ons handelen oplegt. Aanspraak maken op een vrije wil is slechts vereisen dat we een bepaalde waaier van mogelijke keuzes hebben. De loutere aanwezigheid van beperkingen op onze keuze ontkent onze vrijheid niet zolang echte keuzes nog steeds bestaan.

Om te zien waarom kan je best eens over een voorbeeld, dat van de filosoof Daniel Dennett in zijn interessante boek Elbow Room komt, nadenken. Als we in de dierentuin een dier zien in een te kleine kooi die zelfs de kleinste beweging inperkt, betreuren wij de toestand van het arme beest, omdat het de vrijheid om ook maar iets te doen mist. Maar stel je nu eens voor dat je hetzelfde dier in een ruime dierentuinomgeving ziet. Het dier wordt nog steeds in zijn vrijheid beperkt, maar het kan rondlopen in zijn verblijf en kan de ene plek boven een andere “verkiezen”.21 Dit is het soort vrijheid die we waarschijnlijk als voldoende zouden beschouwen. Wij voelen ons comfortabel met het idee van beperking van onze keuzes, zolang we maar een gamma aan opties hebben.

Als de afweging tussen vrijheid en beperkingen niet over alles of niets gaat, dan is dat ook het geval voor de afweging tussen vrijheid en deterministische voorspelbaarheid. Herinner je dat de traditionele deterministen beweren dat een alwetend wezen, dat op de hoogte zou zijn van alle oorzaken, in staat zou zijn om ons doen en laten perfect te voorspellen. Dit hypothetische wezen zou kunnen zien dat we niet echt vrij handelen, maar handelen onder de dwang van talloze oorzaken, onopgemerkt door onze beperkte sterfelijke zintuigen. Dit is een mooi argument, maar het lijdt onder de ernstige tekortkomingen dat niemand weet of een dergelijk wezen bestaat, en niemand zeker weet hoe zo’n wezen de werkelijkheid zou waarnemen. Het kan heel goed het geval zijn dat een wezen, dat in staat is om alle oorzaken die op ons inwerken te zien, juist meer moeite zou hebben om ons gedrag te voorspellen. Immers, het eenvoudigste van twee concurrerende wetenschappelijke modellen geeft ons vaak de meest accurate voorspellingen. Voorspellende waarde vermindert vaak, in plaats van toe te nemen, met het aantal parameters, die we in ons model steken! 22 Een alwetend wezen zou heel goed het wezen met de machtigste hoofdpijn kunnen zijn.

Een van de redenen dat determinisme alternatieven niet uitsluit is de rol van emergente fenomenen in complexe systemen. Een emergent fenomeen is noch een eigenschap van enige individuele component van een systeem, noch het resultaat van eenvoudigweg het optellen van de eigenschappen van alle componenten. Emergente fenomenen zijn nieuwigheden en niet af te leiden uit onze kennis van het systeem.23 Er zijn veel voorbeelden van emergente verschijnselen op alle niveaus. Zo kan je uit de atomaire eigenschappen van waterstof en zuurstof niet alle mogelijke informatie over de eigenschappen van water afleiden, dat gewoon een molecule is ontstaan uit de combinatie van de twee elementen. Water heeft allerlei eigenschappen, zoals oppervlaktespanning en warmtecapaciteit, die noch tot waterstof, noch tot zuurstof behoren en niet voortvloeien uit het eenvoudig combineren van de bekende eigenschappen van elk. Sommige evolutionaire biologen denken dat stabiele reproductieve soorten in de evolutionaire geschiedenis emergente verschijnselen zijn, die de gehele loop van de natuurlijke selectie hebben bepaald.24 Dit illustreert een ander belangrijk kenmerk van emergente verschijnselen – hun neiging om andere delen van het systeem dat hen produceerde te beïnvloeden. Genen controleren de erfelijke eigenschappen van soorten, maar de soorten heffen het evolutionaire spel naar een volledig nieuw niveau, en beïnvloeden op hun beurt de distributie van genen op complexe manieren. Dit is een kenmerk van complexe systemen dat vaak door de strikte deterministische ontkenners van de vrije wil over het hoofd wordt gezien. Emergente fenomenen zelf zijn niet alleen beïnvloed door hun omgeving, maar interageren dynamisch met andere delen van het systeem.

Volgens de definitie van bijna iedereen is de menselijke geest een complex systeem. Bewustzijn is een emergent fenomeen van de miljarden neuroneninteracties in onze hersenen en lijkt het gedrag van deze neuronen op nieuwe manieren te kunnen beïnvloeden. Een deel van deze nieuwigheid kan misschien ook worden gekoppeld aan de kwantumniveau onzekerheid in de toestand van de betrokken neuronen.25 Deterministische tegenstanders van de vrije wil kunnen hierop weer tegenwerpen dat kwantumonzekerheid geen basis kan zijn voor het soort rationeel beschouwde keuzes die wij associëren met vrije wil. Maar zoals we al hebben gezien is dit bezwaar ongegrond, want willekeur en orde zijn geen onverenigbare concepten. Zoals Taner Edis’ voorbeeld van het magnetische veld aantoonde, is willekeurigheid een inherent kenmerk van deterministische wetten. Kwantummechanica kan zorgen voor meer variatie om deze wetten op te laten inwerken en de neuronen van ons brein kunnen klein genoeg zijn om invloeden van kwantum onzekerheid te ondervinden. dicht genoeg bij het kwantum-grootteniveau zitten opdat deze variabiliteit aanzienlijk zou zijn.

Hoe werkt de vrije wil dan? We begrijpen het niet helemaal, maar we hebben aanwijzingen. En net zoals we de wiskundige ontwikkeling van differentiaalrekening nodig hadden om de paradox van Zeno duidelijk op te lossen, kan misschien de ontluikende wiskunde van de complexiteitstheorie ons uiteindelijk helpen bij het kwijtraken van onze conceptuele verwarring over de vrije wil. Op dit moment lijkt het waarschijnlijk dat de complexiteitstheorie, samen met onze groeiende kennis van de cognitieve neurowetenschap, veel licht zal werpen op het proces van het maken van gewilde beslissingen. We zullen beter begrijpen hoe de complexe structuur van de neuronen in onze hersenen leidt tot emergente staten van bewustzijn, en de bewuste geest weer terugkoppelt op de neurale netwerken om zichzelf in alternatieve cognitieve toestanden te plaatsen. Mettertijd zullen we ook beter begrijpen hoe de hersenen zintuiglijke prikkels en de kennis van onze omgeving omzetten in neurale impulsen en onderdeel worden van het ingewikkelde netwerk van oorzaken en gevolgen aan het werk in ons bewustzijn. Tenslotte zullen we een beter begrip hebben van de conceptuele verwarring, die ervoor zorgt dat wij determinisme en rationele keuze als onverenigbaar zien, en zullen wij onze fout kunnen rechtzetten. We zullen zonder angst leven in een deterministische wereld, want wij zullen determinisme niet langer zien als een bedreiging voor de vrije wil die we koesteren.

2. Het citaat

Het citaat van vandaag komt van Lenny Bruce.

Lenny Bruce was een stand-up comedian uit de eerste helft van de 20ste eeuw.
Bruce zei:

Als Jezus 20 jaar geleden gestorven was, zouden kinderen in Christelijke scholen nu rondlopen met elektrische stoelen in plaats van kruisen rond hun nek

Tot de volgende keer.

Een reactie

Laat een antwoord achter aan Zeno’s Paradox en het Probleem van de Vrije Wil deel 1 | Kritisch Denken Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.