Ik was helemaal fout om tegen GGO’s te zijn

Play

157 Genetische-modificatieMark Lynas is een milieuactivist. In deze tekst pleit hij ervoor genetisch gemodificeerde gewassen te promoten in de strijd tegen de milieuproblemen. Dat is hoogst opmerkelijk aangezien hij vroeger de belangrijkste pleitbezorger was van de strijd tegen GGO’s.

Inleiding

Goeiedag, het is vandaag zondag 10 maart 2013 ik ben Jozef Van Giel en dit is de 157ste aflevering van deze podcast. Deze aflevering kwam tot stand mede dankzij Rik Delaet, de muziek is van Niek Lucassen en de website is ontworpen door Emile Dingemans. Vandaag bespreken we

Ik was helemaal fout om tegen GGO’s te zijn

157 Mark-Lynas_1753419cIn deze aflevering horen jullie een voordracht van Mark Lynas aan het begin van de Oxford Farming Conference op 3 januari 2013. Mark Lynas is een milieuactivist die onlangs een aantal, voor de groenen, zeer controversiële standpunten innam. Hij pleitte vorig jaar voor meer nucleaire installaties in de strijd tegen de CO2. Op de conferentie waaruit dit stuk komt, legt hij zijn gewijzigde standpunt voor in verband met genetisch gewijzigde organismen. Dat laatste is op zich al opmerkelijk omdat, als je op dit moment tegen genetisch gewijzigde organismen bent, de kans groot is dat je die mening toegedaan bent door het activisme van Mark Lynas. Hij was één van de belangrijkste anti-GGO activisten in de jaren ’90.

Rik vertaalde de tekst.

Ik wil beginnen met wat excuses: ik excuseer me voor het jarenlang vernielen van genetisch gemodificeerde gewassen. Het spijt mij ook dat ik de anti-GM beweging in het midden van de jaren 90 hielp opstarten, en dat ik daarmee bijdroeg aan het demoniseren van een belangrijke technologie die goed is voor het milieu. Als milieuactivist en iemand die gelooft dat iedereen in deze wereld recht heeft op een gezond en voedzaam dieet van zijn keuze, was er geen contraproductiever pad dan dat ik koos. Ik betreur dat nu. Je zal je vast afvragen wat er gebeurde tussen 1995 en nu waardoor ik niet alleen van gedachte ben veranderd, maar dat ik dat hier ook kom toegeven? Het antwoord is vrij eenvoudig: ik ontdekte de wetenschap en daardoor hoop ik een betere milieuactivist te worden.
157 Min810 demonstratieToen ik voor het eerst over Monsanto’s genetisch gemodificeerde soja hoorde, hoefde ik niet verder te denken. Hier had je een grote Amerikaanse onderneming met een slechte reputatie. Ze staken iets nieuws en experimenteels in ons voedsel zonder het ons te vertellen. Genen tussen soorten overbrengen, leek zowat het onnatuurlijkste te zijn wat je kon doen. De mensheid had hier teveel technologische macht verworven, dat moest uiteindelijk vreselijk mis gaan. Deze genen zouden zich als een soort levende vervuiling gaan verspreiden. Een nachtmerrie.

Deze angsten verspreidden zich als wildvuur en binnen een paar jaar was GM verboden in Europa. Onze zorgen werden door ngo’s als Greenpeace en Vrienden van de Aarde naar Afrika, India en de rest van Azië geëxporteerd, waar GM vandaag de dag nog steeds verboden zijn. Dit was de meest succesvolle campagne waar ik ooit bij betrokken was. Dit was ook nadrukkelijk een antiwetenschapbeweging. We hanteerden zeer veel beeldspraak over wetenschappers die in hun laboratoria demonisch zaten te kakelen terwijl ze sleutelden aan de bouwstenen van het leven zelf. Vandaar dat Frankensteinvoedseletiket. Het ging over diepgewortelde angsten van wetenschappelijk kunnen dat in het geheim gebruikt werd voor onnatuurlijke doeleinden. Wat we op dat moment niet beseften, was dat het echte monster van Frankenstein niet de GM-technologie was, maar wel onze reactie ertegen. Voor mij botste deze antiwetenschappelijke milieubezorgdheid steeds meer met mijn prowetenschappelijke milieubezorgdheid over de klimaatverandering. In 2004 publiceerde ik mijn eerste boek over de opwarming van de Aarde. Ik was vastbesloten om het wetenschappelijk geloofwaardig te maken in plaats van een verzameling losse anekdotes. Daarvoor moest ik het verhaal van mijn reis naar Alaska staven met satellietgegevens over zee-ijs en moest ik mijn foto’s van verdwijnende gletsjers in de Andes rechtvaardigen met langetermijngegevens van de massabalans van de gletsjers. Dat betekende dat ik moest leren hoe je wetenschappelijke artikelen moet lezen, elementaire statistiek begrijpen en onderlegd worden op allerlei gebieden van oceanografie tot paleoklimaat. Mijn diploma in de politiek en de moderne geschiedenis was daarbij geen grote hulp.

Ik merkte dat ik voortdurend ruziede met mensen die ik als onverbeterlijk antiwetenschappelijk beschouwde, omdat ze niet luisterden naar de klimatologen en de wetenschappelijke realiteit van de klimaatverandering ontkenden. Ik onderwees hen over de waarde van collegiale toetsing, over het belang van wetenschappelijke consensus en hoe de enige feiten die telden degene waren die gepubliceerd zijn in de meest vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften. Mijn tweede klimaatboek, Six Degrees, was zelfs zo ‘wetenschappelijk’ dat het de Royal Society wetenschapsboekenprijs won. Klimaatwetenschappers waarmee ik bevriend was, grapten dat ik meer over het onderwerp afwist dan zij. En toch, geloof het of niet, pende ik in 2008 nog steeds in The Guardian aanvallen op de GM-wetenschap – ook al had ik geen wetenschappelijk onderzoek over het onderwerp gedaan en had ik er maar een vrij beperkt inzicht in. Ik denk dat ik zelfs toen nog nooit een collegiaal getoetst artikel over biotechnologie of plantenwetenschap had gelezen. Uiteraard was deze tegenstelling onhoudbaar. Wat me echt van koers deed veranderen, waren enkele commentaren onder mijn laatste anti-GM artikel in The Guardian. In het bijzonder zei een criticus tegen mij: je bent tegen GM omdat het op de markt wordt gebracht door grote bedrijven. Ben je ook tegen het wiel omdat de grote autobedrijven het verkopen? Ik begon er wat over te lezen. Ik ontdekte dat al mijn gekoesterde overtuigingen over GM weinig meer bleken dan groene broodje-aapverhalen. Ik veronderstelde dat ze het gebruik van chemicaliën zouden doen toenemen. Maar resistent katoen en maïs hadden minder insecticiden nodig. Ik ging ervan uit dat GM alleen de grote bedrijven ten goede kwam. Het bleek dat het miljarden dollars aan voordelen bood voor landbouwers die minder hoefden uit te geven. Ik had verondersteld dat die Terminator-technologie boeren zou beroven van het recht om zaad op te slaan. Het bleek dat dat met hybriden al lang zo ging, en dat Terminator nooit gebeurde.

Ik dacht dat niemand GM wilde. Wat er echt gebeurde was dat Bt-katoen illegaal in India terechtkwam evenals Roundup Ready soja in Brazilië omdat boeren het zo graag wilden. Ook dacht ik dat GM gevaarlijk was. Het bleek veiliger en preciezer dan conventionele veredeling door mutagenese. GM brengt slechts een paar genen over, terwijl conventionele veredeling het hele genoom overhoop haalt door een proces van gissen en missen. Maar hoe zit het met het mengen van genen tussen niet-verwante soorten? De vis en de tomaat? Het blijkt dat virussen dit voortdurend doen, evenals planten, insecten en zelfs wij – het heet ‘genoverdracht’. Dit was nog maar het begin.

In mijn derde boek ‘The God Species’ gooide ik bij aanvang alle milieuactivistorthodoxie overboord en probeerde ik naar het grotere plaatje op planetaire schaal te kijken. Dit is de uitdaging waarmee we vandaag worden geconfronteerd: tegen 2050 zullen we tot wel 9,5 miljard, maar hopelijk veel minder, arme mensen moeten voeden met ongeveer dezelfde landoppervlakte als vandaag de dag. En dat met een beperkte hoeveelheid meststoffen, water en pesticiden en in de context van een snel veranderend klimaat.

Laten we dat even verduidelijken. Vorig jaar ging het in deze conferentie over de bevolkingsgroei. Dit thema wordt ook geplaagd door mythen. Mensen denken dat een hoge mate van vruchtbaarheid in de ontwikkelingslanden het grote probleem is. Met andere woorden: arme mensen hebben te veel kinderen en daarom hebben we ofwel gezinsplanning of zelfs iets drastischer als massaal één-kind-beleid nodig. De realiteit is dat de wereldwijde gemiddelde vruchtbaarheid ongeveer 2,5 is. Als je bedenkt dat natuurlijke vervanging gelijk is aan 2,2 is, zit die 2,5 er niet veel boven. Waar komt dan die enorme aangroei van de bevolking vandaan? Van de dalende kindersterfte. Meer jongeren groeien vandaag op om zelf kinderen te hebben in plaats van te sterven aan voorkombare ziekten in de vroege kindertijd. De snelle daling van de kindersterfte is een van de beste nieuwsverhalen van de laatste tien jaar en dat succesverhaal situeert zich vooral in Afrika bezuiden de Sahara. Er worden daar niet meer kinderen geboren – in de woorden van Hans Rosling hebben we de ‘kinderpiek’ al bereikt. Vandaag leven er ongeveer 2 miljard kinderen en er zullen er nooit meer zijn als gevolg van de dalende vruchtbaarheid. Maar veel meer van deze 2 miljard kinderen zullen vandaag blijven leven tot volwassenheid om zelf kinderen te krijgen. Zij zijn de ouders van de jongvolwassenen van 2050. Vandaar die 9,5 miljard in 2050. Het zou maar erg zijn dat je een kind moet verliezen of zelfs ouder zijn om in te zien dat dalende kindersterfte een goede zaak is. Hoeveel voedsel gaan al deze mensen nodig hebben? Volgens de laatste prognoses, vorig jaar gepubliceerd in de Proceedings van de National Academy of Sciences, gaat de wereldwijde vraag halverwege deze eeuw toenemen met ruim 100%. Dit is bijna geheel de bbp-groei, vooral in ontwikkelingslanden.

We moeten niet alleen meer voedsel produceren om gelijke tred te houden met de groeiende bevolking, maar ook om de armoede geleidelijk uit te roeien. Vandaag de dag gaan nog steeds bijna 800 miljoen mensen elke nacht met honger naar bed. En ik daag iedereen in een rijk land uit om te zeggen dat deze groei van het bbp in arme landen een slechte zaak is. Maar door deze groei moeten wij zeer ernstige milieu-uitdagingen aanpakken. Landconversie is een grote bron van broeikasgassen en misschien wel de grootste oorzaak van het verlies aan biodiversiteit. Daarom ook is intensivering van essentieel belang – moeten we meer voedsel gaan telen op minder grond, om zo regenwouden en de resterende natuurlijke leefomgeving te beschermen tegen de ploeg.

We hebben ook te maken met beperkte watervoorraden – niet alleen door uitputting van de wateraders, maar ook door droogtes die we met toenemende intensiteit kunnen verwachten in de agrarische centra van continenten door de klimaatverandering. Als we meer water uit de rivieren halen, versnellen we het verlies aan biodiversiteit in deze kwetsbare habitats.
We moeten ook het gebruik van stikstof beter gaan beheren: kunstmest is essentieel om de mensheid te voeden. Maar het inefficiënte gebruik zorgt voor dode zones in de Golf van Mexico en in veel kustgebieden over de hele wereld, evenals eutrofiëring in zoetwaterecosystemen. Achterover leunen in de hoop dat technologische innovatie onze problemen zal oplossen, gaat niet helpen. Meer daadkracht en strategische aanpak zal nodig zijn. We moeten ervoor zorgen dat technologische innovatie veel sneller en in de juiste richting vooruitgaat voor degenen die het het meest nodig hebben.

In zekere zin is dit allemaal déjà vu. Toen Paul Ehrlich in 1968 de Population Bomb publiceerde, schreef hij: “De strijd om de hele mensheid te voeden is mislukt. In de jaren 70 zullen honderden miljoenen mensen verhongeren, ondanks de haastprogramma’s waar we nu mee begonnen zijn.” Het advies was duidelijk – in armtierige landen als India konden mensen net zo goed vroeger sterven dan later. Je kon ze beter voedselhulp weigeren om de bevolkingsgroei in te perken. Het was niet voorbestemd dat Ehrlich ernaast zou zitten. In feite zouden, als iedereen zijn advies had opgevolgd, honderden miljoenen mensen onnodig zijn gestorven. Ondervoeding werd drastisch aangepakt en India werd zelfvoorzienend qua voedsel dankzij Norman Borlaug en zijn Groene Revolutie. Het is belangrijk eraan te herinneren dat Borlaug even bezorgd als Ehrlich was over de bevolkingsgroei. Maar hij dacht dat het het proberen waard was om er iets aan te doen. Hij was een pragmaticus omdat hij geloofde in het doen van wat mogelijk was, maar hij was ook een idealist, omdat hij geloofde dat mensen het overal verdienden om genoeg te eten hebben. Wat deed Norman Borlaug dan? Hij wendde zich tot wetenschap en technologie. Mensen zijn een werktuigmakende soort – van kleding tot ploegen is voornamelijk technologie dat wat ons onderscheidt van andere apen. En een groot deel van dit werk was gericht op het genoom van grote gedomesticeerde gewassen. Als tarwe, bijvoorbeeld, korter kon zijn en meer energie in zaadproductie zou steken in plaats van lange stengels, dan zou de oogst verbeteren en graanverlies door doorbuigen worden geminimaliseerd. Voordat Borlaug in 2009 overleed, voerde hij vele jaren campagne tegen degenen die om politieke en ideologische redenen tegen moderne innovatie in de landbouw waren. Ik citeer: “Als de nee-zeggers er in slagen om biotechnologie in de landbouw af te remmen, zullen ze eigenlijk de hongersnoden en de crisis van de mondiale biodiversiteit, die ze al bijna 40 jaar voorspellen, veroorzaken.” Dankzij de zogenaamde milieucampagnes, verspreid door welvarende landen, zitten we nu gevaarlijk dicht bij deze toestand. Biotechnologie is niet afgestopt, maar wel haast onbetaalbaar geworden voor iedereen behalve de allergrootste bedrijven. Het kost nu tientallen miljoenen om een gewas door de regulerende systemen in verschillende landen te sluizen. Volgens de meest recente cijfers van CropLife kost het nu $139 miljoen om van het ontdekken van een nieuwe gewaseigenschap tot volledige commercialisering te geraken. Open-source of publieke sector biotech hebben geen schijn van kans.

Er zit een deprimerende ironie in het feit dat de antibiotech-activisten klagen dat genetisch gemodificeerde gewassen alleen op de markt worden gebracht door grote bedrijven, terwijl zijzelf meer dan wie ook aan deze situatie hebben bijgedragen. In de EU is het systeem tot stilstand gekomen. Veel GM-gewassen wachten al een decennium of meer op goedkeuring. Ze maken geen kans meer door de verwrongen binnenlandse politiek van antibiotech-landen als Frankrijk en Oostenrijk. Over de hele wereld heeft de regelgeving nu meer dan 5,5 jaar vertraging opgelopen, tegen 3,7 jaar in 2002. De bureaucratische last wordt steeds erger. Herinner je dat Frankrijk lang geweigerd heeft om de aardappel te accepteren, omdat het Amerikaanse import was. Zoals een commentator het onlangs stelde, staat Europa op het punt een levensmiddelenmuseum te worden. Wij, weldoorvoede consumenten zijn verblind door romantische nostalgie voor de traditionele landbouw uit het verleden. Omdat we genoeg te eten hebben, kunnen wij het ons veroorloven om ons te vermeien in onze esthetische illusies. Maar op hetzelfde moment stagneert voor veel belangrijke voedselgewassen de groei van de opbrengsten wereldwijd, zoals een pas vorige maand gepubliceerd onderzoek door Jonathan Foley en anderen in het tijdschrift Nature Communications aantoonde. Als we de opbrengstgroei niet terug op de rails krijgen, gaan we inderdaad problemen hebben om de bevolkingsaangroei en de daaruit voortvloeiende vraag bij te houden. Prijzen zullen de pan uit rijzen als meer natuurgebied naar landbouw wordt omgezet. Ik citeer weer Norman Borlaug: “Ik zeg nu dat de wereld de technologie heeft – ófwel beschikbaar óf in een vergevorderd stadium in de onderzoekspijplijn – om een bevolking van 10 miljard mensen op duurzame basis te voeden. De relevante vraag van vandaag is of het de boeren zal worden toegestaan om deze nieuwe technologie te gebruiken? Terwijl de rijke landen het zich zeker kunnen veroorloven om een standpunt met ultralaag risico in te nemen, en meer te betalen voor voedsel dat door de zogenaamde ‘biologische’ methoden is geproduceerd, is dat niet weggelegd voor de miljard chronisch ondervoede mensen van landen met lage inkomens en voedselschaarste.” Zoals Borlaug zei, is misschien wel de meest verderfelijke mythe dat de biologische productie zowel voor de mens als voor het milieu beter is. Het idee dat het gezonder is, is herhaaldelijk weerlegd in de wetenschappelijke literatuur. We weten ook uit vele studies dat biologisch geteeld voedsel veel minder productief is, met 40-50% lagere opbrengsten in termen van landoppervlakte. De Soil Association deed in een recent rapport over het biologisch voeden van de wereld alsof haar neus bloedde zodra het ging over deze productiviteitskloof. Ook vergaten ze te vermelden dat als je rekening houdt met de gevolgen van ontginning, ‘biologisch’ waarschijnlijk ook nog eens slechter is voor de biodiversiteit. In plaats daarvan praten ze over een ideale wereld waar mensen in het westen minder vlees eten en minder calorieën verbruiken, zodat mensen in de ontwikkelingslanden meer hebben. Dit is simplistische onzin.

Als je erover nadenkt, is de biologische beweging in wezen blind voor de feiten. Ze staat uit principe weigerachtig tegenover veel moderne technologieën. Net als de Amish in Pennsylvania die in 1850 niet verder gingen dan paard en kar, stopt de biologische beweging in wezen met technologie ergens rond 1950, en om geen betere reden. Ze passen dit idee niet eens consequent toe. Zo las ik onlangs in een Soil Association tijdschrift dat het oké is om onkruiden met vlammenwerpers te verbranden of ze met elektrische stroom te bakken, maar goedaardige herbiciden zoals glyfosaat mogen nog steeds niet omdat het ‘kunstmatige chemische stoffen’ zijn. In werkelijkheid is er geen enkele reden waarom het vermijden van chemicaliën beter zou zijn voor het milieu – integendeel zelfs. Recent onderzoek door Jesse Ausubel en collega’s aan de Rockefeller University wees uit hoeveel extra landbouwgrond Indiase boeren vandaag zouden moeten cultiveren met de technologie van 1961 om de huidige totale opbrengst te krijgen. Het antwoord is 65 miljoen hectare, een gebied ter grootte van Frankrijk. In China spaarden maïsboeren 120 miljoen hectare uit, een gebied twee keer zo groot als Frankrijk, dankzij de moderne technologie met steeds hogere opbrengsten. Op een wereldwijde schaal groeide tussen 1961 en 2010 het areaal met slechts 12%, terwijl het aantal kilocalorieën per persoon steeg van 2200 naar 2800. Dus zelfs met drie miljard mensen meer, heeft iedereen meer te eten dankzij een productiestijging van 300% in dezelfde periode. Hoeveel land werd over de hele wereld uitgespaard dankzij deze dramatische opbrengstverbeteringen, waarbij chemische inbreng een cruciale rol heeft gespeeld? Het antwoord is 3 miljard hectare of het equivalent van twee Zuid-Amerika’s. Er zou vandaag geen Amazone regenwoud meer over zijn zonder deze verbetering van de rendementen. Ook zou er geen sprake meer zijn van tijgers in India of orang-oetans in Indonesië. Dat is de reden waarom ik niet begrijp waarom zovelen zich milieuactivisten noemen als ze tegen het gebruik van technologie in de landbouw zijn. Waar komt dit verzet vandaan? Er lijkt een wijdverspreide veronderstelling dat moderne technologie gelijkstaat aan meer risico. Eigenlijk veroorzaken vele zeer natuurlijke en biologische dingen ziekte en voortijdige dood. Denk maar aan het debacle met biologische taugé in Duitsland in 2011. Dit was een catastrofe voor de volksgezondheid met ongeveer hetzelfde aantal doden en gewonden als Tsjernobyl, omdat E. coli, waarschijnlijk uit dierlijke mest, biologische taugézaden uit Egypte had besmet. In totaal kwamen 53 mensen om en leden 3.500 leden aan ernstig nierfalen. Waarom kozen deze consumenten voor biologisch voedsel? Omdat ze dachten dat het veiliger en gezonder was, en ze banger waren van de zeer triviale risico’s van zeer gereguleerde chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest.

Als je zonder vooroordelen naar de situatie kijkt, dan is een groot deel van het debat, in termen van anti-biotech en biologisch, gewoon op de ‘naturalistische drogreden’ gebaseerd – het geloof dat het natuurlijke goed is en het kunstmatige slecht. Dit is een misvatting, want er zijn tal van volledig natuurlijke vergiften en manieren om dood te gaan. De nabestaanden van de slachtoffers van de vergiftiging door E. coli kunnen het je vertellen. Voor ‘biologisch’ wordt de naturalistische drogreden verheven tot de centrale leidraad voor een hele beweging. Dat is irrationeel en we zijn het aan de Aarde en aan onze kinderen verplicht om beter te doen. Dit wil niet zeggen dat de biologische landbouw niets heeft te bieden – er zijn veel goede technieken ontwikkeld zoals tussenteelt en metgezelplanten die voor het milieu zeer effectief kunnen zijn, ondanks dat ze nogal arbeidsintensief zijn. Principes van agro-ecologie zoals hergebruik van voedingsstoffen en bevorderen van diversiteit op het landbouwbedrijf moeten overal ook serieuzer worden genomen. Maar ‘biologisch’ staat de vooruitgang in de weg als het innovatie weigert. Opnieuw gebruikmakend van GM als het meest voor de hand liggende voorbeeld, bij veel van de derde-generatie GM-gewassen hoeven we geen milieubelastende chemicaliën meer te gebruiken, omdat het genoom van het gewas in kwestie is gewijzigd zodat de plant zichzelf kan beschermen tegen ongedierte. Hoezo is dat niet ‘biologisch’? ‘Biologisch’ ontneemt anderen ook keuzemogelijkheden. Een van de meest gebruikte argumenten tegen GM is dat biologische boerderijen zullen worden ‘besmet’ met GM-pollen, dus mag niemand ze gebruiken. Zo overtroeven de rechten van een welgestelde minderheid, wat uiteindelijk neerkomt op de esthetische voorkeur van de consument, de rechten van iedereen om verbeterde gewassen te gebruiken die het milieu ten goede zouden komen. Ik ben helemaal voor een wereld van diversiteit, maar dat betekent niet dat één landbouwsysteem het monopolie van deugd kan claimen met uitsluiting van alle andere opties. Waarom kunnen we geen vreedzame co-existentie hebben? Dit is met name het geval wanneer het ons vastketent aan oude technologieën met een hoger risico dan de nieuwe. Het lijkt erop dat bijna iedereen op zijn knieën moet vallen voor het ‘biologische’. Deze orthodoxie in vraag stellen, is ondenkbaar. Ik sta hier vandaag om dat wel te doen. Het grootste risico van alles is dat we innovatiemogelijkheden links laten liggen voor wat in werkelijkheid weinig meer is dan een blind vooroordeel. Ik geef u twee voorbeelden, beide helaas van Greenpeace.

Vorig jaar verwoestte Greenpeace een GM-tarweoogst in Australië om al de traditionele redenen, waar ik zeer vertrouwd mee ben, omdat ik het zelf heb gedaan. Het ging om door de overheid gefinancierd onderzoek, uitgevoerd door het Commonwealth Wetenschappelijk Onderzoek Instituut. Maar dat maakt niet uit. Ze waren tegen, want het was GM, en dus onnatuurlijk. Wat weinig mensen sindsdien hebben gehoord is dat één van de andere ondernomen studies, die gespaard bleven van Greenpeace-activisten met hun strimmers, een tarweopbrengstverhoging van maarliefst 30% vond. Denk daar eens over na. Deze kennis zou nooit zijn gevonden, als Greenpeace erin geslaagd was deze innovatie te vernietigen. Zoals de voorzitter van de National Farmers Union Peter Kendall onlangs suggereerde, is dit analoog met het verbranden van boeken in een bibliotheek voordat iemand ze kon lezen.
Het tweede voorbeeld komt uit China, waar Greenpeace erin slaagde om paniek in de nationale media te veroorzaken door te beweren dat een twintigtal kinderen werden gebruikt als menselijke proefkonijnen bij een test van GM gouden rijst. Ze hielden er geen rekening mee dat deze rijst gezonder was en elk jaar duizenden kinderen kon redden van aan vitamine-A-tekort gerelateerde blindheid en dood. De drie Chinese wetenschappers, genoemd in het persbericht van Greenpeace, werden openbaar aan de kaak gesteld, zijn hun baan kwijt en lopen ernstig persoonlijk risico in een autocratisch land als China. Dankzij internationale overregulering, ligt gouden rijst al meer dan een decennium op de plank te wachten en dankzij de activiteiten van groepen als Greenpeace komt het nooit beschikbaar voor arme mensen met een vitaminetekort. Dit is naar mijn mening immoreel en onmenselijk. Het is armen iets onthouden van wat hen en hun kinderen zou helpen op basis van de esthetische voorkeuren van rijke mensen ver weg die geen gevaar lopen op vitamine-A-tekort. Greenpeace is een multinational van $100-miljoen per jaar en heeft als zodanig morele verantwoordelijkheden net als elke andere grote onderneming. Het feit dat gouden rijst in de publieke sector werd ontwikkeld voor het algemeen nut, snijdt geen hout bij de anti’s. Neem Rothamsted Research. Vorig jaar begon Rothamsted onderzoek naar een bladluis-resistente GM-tarwe die geen pesticiden zou nodig hebben om deze ernstige plaag te bestrijden. Omdat het GM is, waren de anti’s vastbesloten om het te vernietigen. Zij slaagden er niet in door de moed van professor John Pickett en zijn team die op YouTube en de media uitlegden waarom hun onderzoek er toe deed en niet zou mogen vernietigd worden. Ze verzamelden met een petitie duizenden handtekeningen, terwijl de anti’s er maar een paar honderd konden bijeenbrengen. De poging tot vernietiging liep af met een sisser. Een indringer slaagde er wel in om over het hek te kruipen. Het perfecte stereotype van de anti-GM-demonstrant – een oude aristocraat van Eton wiens kleurrijke verleden onze lokale Markies van Blandford in Oxford wel een model van verantwoordelijk burgerschap laat lijken. Deze hooggeboren activist strooide biologische tarwezaden uit op de onderzoekslocatie in wat vermoedelijk een symbolische verklaring van natuurlijkheid moest zijn. Professor Pickett’s team vertelde me dat ze een zeer low-tech oplossing hadden om ze te verwijderen: een kruimeldief. Dit jaar werkt Rothamsted, naast de herhaling van het tarwe-experiment, aan omega-3-oliehoudende zaden die wilde vis in de voeding kunnen vervangen bij zalmkweek. Dit kan helpen tegen overbevissing door landgrondstoffen voor gebruik in de aquacultuur. Ja, het is GM, dus verwacht maar dat de anti’s ertegen zullen zijn, ondanks de duidelijke potentiële voordelen voor het milieu in termen van de mariene biodiversiteit.

Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik heb er genoeg van. Mijn conclusie is heel duidelijk: het GM-debat is voorbij. Het is volbracht. We hoeven er ons niet langer om te bekommeren of het veilig is – meer dan 15 jaar en drie biljoen GM-maaltijden later is er nooit een enkel onderbouwd geval van schade gevonden. Je hebt meer kans om geraakt te worden door een asteroïde dan gewond te raken door genetisch gemodificeerd voedsel. Mensen zijn overleden aan biologisch voedsel, maar niemand door het eten van GM. Net zoals ik 10 jaar geleden, beweren Greenpeace en de Soil Association dat ze zich laten leiden door de wetenschappelijke consensus, zoals bij de klimaatverandering. Maar voor GM bestaat er een rotsvaste wetenschappelijke consensus, gesteund door de Amerikaanse Vereniging ter Bevordering van de Wetenschap, de Royal Society, de gezondheidsinstituten en nationale wetenschappelijke academies over de hele wereld. Toch wordt deze ongemakkelijke waarheid genegeerd, omdat ze in strijd is met hun ideologie.

Een laatste voorbeeld is het trieste verhaal van de GM-plaagresistente aardappel. Deze werd ontwikkeld door zowel het Sainsbury Lab en Teagasc, een door de overheid gefinancierd instituut in Ierland – maar de Ierse Groene Partij, waarvan de leider vaak deze conferentie bezoekt, was er zo tegen dat ze er zelfs een rechtszaak tegen begonnen. Dit ondanks het feit dat de ziekteresistentie aardappel de boeren 15 fungicide besproeiingen per seizoen zou besparen, dat pollenoverdracht geen probleem was omdat aardappelen klonaal worden voortgeplant en dat het gewraakte gen van een wilde verwant van de aardappel kwam. [Hetzelfde verhaal hebben we trouwens aan de universiteit van Gent gekend.] Een plaagresistente aardappel die ontwikkeld werd in Ierland zou een leuke historische resonantie zijn geweest, gezien het miljoen of meer mensen die er ten gevolge van de aardappelhongersnood stierven in het midden van de 19e eeuw. Het zou prachtig zijn geweest als net in Ierland bacterievuur verslagen werd. Maar dankzij de Ierse Groene Partij heeft dit niet mogen zijn. En helaas hebben de anti’s nu de bureaucraten aan hun kant. Wales en Schotland zijn officieel GM-vrij omdat middeleeuws bijgeloof door de lokale overheden voor wetenschap wordt aangenomen. Helaas horen we hetzelfde in grote delen van Afrika en Azië. India verwierp de Bt-aubergine, ook al zou het het insecticidengebruik op het veld terugdringen en de residuen ervan op de vrucht verminderen. De regering in India raakt steeds meer in de ban van achteromkijkende ideologen, zoals Vandana Shiva, die de pre-industriële dorpslandbouw idealiseren, ondanks het historische feit dat het een tijd van voortdurende hongersnoden en structurele onzekerheid was. In Afrika is ‘geen GM’ nog steeds het motto voor veel regeringen. Kenia bijvoorbeeld verbood genetisch gemodificeerd voedsel als gevolg van de veronderstelde ‘gezondheidsrisico’s’, ondanks het feit dat ze de alomtegenwoordige ondervoeding kan helpen verminderen – ondervoeding is trouwens een bewezen risico voor de gezondheid, wat geen verder onderzoek behoeft. Als je in Kenia een GM-gewas ontwikkelt dat een betere voeding of een hogere opbrengst voor armere boeren verzekert, vlieg je voor 10 jaar achter de tralies. Zo wordt broodnodige agrarische innovatie gewurgd door een verstikkende lawine van voorschriften die niet zijn gebaseerd op een rationele wetenschappelijke risico-evaluatie. Het risico van vandaag is niet dat iemand zal worden geschaad door genetisch gemodificeerd voedsel, maar dat miljoenen zullen worden geschaad door een tekort aan voedsel, omdat een luidruchtige minderheid in rijke landen zogenaamd natuurlijke maaltijden wil.

Ik hoop dat het zal veranderen. De prachtige Bill en Melinda Gates Stichting schonk onlangs $10 miljoen aan het John Innes Centrum voor onderzoek naar het integreren van stikstofbindende eigenschappen in belangrijke voedselgewassen, te beginnen met maïs. Ja, Greenpeace, dit zal GM zijn. Wen er maar aan. Als we op wereldwijde schaal het probleem van stikstofvervuiling willen terugdringen dan is het hebben van belangrijke gewassen die hun eigen stikstof binden een waardige doelstelling. Ik weet dat het politiek incorrect is om het te zeggen, maar we moeten internationaal streven naar mytheontkrachting en deregulering. De plantenwetenschappers die ik ken zitten met de handen in het haar als ik hierover met hen praat, omdat overheden en zoveel mensen het zo volkomen fout hebben met hun gevoel voor risico en daardoor een vitaal belangrijke technologie de pas afsnijden. Norman Borlaug is nu dood, maar ik denk dat we zijn gedachtenis en zijn visie eer bewijzen als we weigeren toe te geven aan politiek correcte orthodoxieën waarvan we weten dat ze onjuist zijn. De inzet is hoog. Als we hiermee doorgaan, zullen de levensvooruitzichten van miljarden mensen worden geschaad.

Dus daag ik jullie allen vandaag uit om jullie overtuigingen op dit gebied in twijfel te trekken en na te gaan of ze bestand zijn tegen rationeel onderzoek. Vraag altijd naar bewijsmateriaal, zoals de campagnevoerende groep Sense About Science adviseert, en zorg ervoor dat je verder gaat dan de zelfreferentiële meldingen van campagnevoerende ngo’s. Maar het belangrijkste van alles is dat landbouwers vrij moeten zijn om te kiezen wat voor soort technologieën ze willen adopteren. Als je denkt dat de oude manieren de beste zijn, is dat prima. Je hebt dat recht. Maar je hebt niet het recht om anderen, die ernaar streven om dingen anders en hopelijk beter te doen, in de weg te lopen. Boeren die de druk van een groeiende bevolking en een opwarmende wereld begrijpen, die begrijpen dat de opbrengst per hectare de belangrijkste parameter voor het milieu is. En die begrijpen dat technologie nooit stopt. Dat zelfs de koelkast en de nederige aardappel ooit nieuw en angstaanjagend waren.

Dit is mijn boodschap aan de antiGMlobby, van de rangen van de Britse aristocraten en beroemde chef-koks tot de voedselfanaten uit de VS en de boerenverenigingen in India: jullie hebben recht op jullie mening. Maar je moet weten dat die niet wordt ondersteund door de wetenschap. We komen op een breekpunt. In het belang van zowel de mensen als de planeet, is het nu tijd voor jullie om een stap opzij te zetten. Laat de rest van ons doorgaan met het duurzaam voeden van de wereld.

Dank.

 

Is er iemand die deze tekst eens aan Bart Staes kan geven? Mark Lynas heeft, net als Bart Staes, geschiedenis gestudeerd. Mark Lynas is erin geslaagd om, gegeven zijn achtergrond, toch in de wetenschappelijke literatuur te duiken. Ik denk dat dit vooral bewijst dat de smoes van Staes dat hij dat niet doet omdat hij geen wetenschappelijke opleiding heeft, een… wel, een smoes is. Het lijkt me trouwens een lakmoestest voor hem. Ofwel is hij echt bekommerd om het milieu en verandert hij van standpunt, ofwel geeft hij onderbouwde argumenten om dit te weerleggen, ofwel is hij een arrogante ideoloog en dan kan je beter niet op groen stemmen als je echt om het milieu geeft.

Het citaat
Het citaat van vandaag komt van Albert Einstein. Einstein zei:

Een wetenschapper is een kruidje-roer-mij-niet wanneer hij zelf een fout heeft gemaakt, en een brullende leeuw wanneer hij een fout bij anderen ontdekt.

Tot de volgende keer.

Bronnen

6 Reacties

  1. Jan Storms zei:

    Ik heb sinds de negentiger jaren geadviseerd tegen genetische manipulatie. Ik ergerde mij groen en geel aan de wetenschappelijk ongefundeerde argumenten en de flagrante leugens van tegenstanders van genetische manipulatie. Dat wil echter niet zeggen dat genetische manipulatie zelf een deugdelijk fundament bezit. De mensen uit de industrie die ik ontmoette logen er op los en begrepen weinig van de fundamenten van waar ze mee bezig waren.
    Mark Lynas schrijft nog steeds als een geschiedkundige en socioloog. Helaas heeft hij zich kennelijk niet verdiept in de onderliggende aannames van genetische manipulatie, noch in de vele studies die er nu zijn die de schadelijke effecten op organismen aantonen.
    Het is nu wachten op de volgende stap in zijn denken met de titel: “Ik was helemaal op een foute manier tegen, dan was ik helemaal fout voor, maar nu denk ik weer anders…”. Schoenmaker blijf bij je leest.

    20 mei 2014
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Beste Jan,
      Bedankt voor je reactie.
      En wat zijn de bronnen waarop jij je mening dan baseert?

      3 juni 2014
      Antwoord
  2. jasper schade van westrum zei:

    Beste Josef,
    Ten eerste complimenten voor je podcast. Ik heb hem denk ik 6 weken geleden ontdekt en ben inmiddels bij deze aflevering. Ik vind het super interessant allemaal en wordt ook vaak bevestigd in mijn eigen ideeën.
    Deze aflevering was voor mij wel weer een eye opener. Ik ben nooit tegen GGO geweest, maar dat GGO misschien wel beter is dan biologisch vond ik echt heel interessant.
    Ik heb even snel gegoogled, maar alles wat je vind is tegen GGO.
    Nu ben ik overtuigd dat jullie je werk heel goed doen en het bewijs onderzoeken.
    Wat ik wilde vragen staan jullie helemaal achter dit verhaal?
    Ik hecht daar namelijk veel waarde aan en zou mijn stantpunt over GGO’s veranderen.

    Alvast bedankt,
    Groeten,
    Jasper

    3 november 2016
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Dag Jasper,
      Bedankt voor het compliment.
      Ja wij staan achter dit verhaal, maar goed dat je de vraag stelt want soms is dat niet helemaal zo, maar dan gaat het over live opnames. Maar dan zullen we het normaal proberen duidelijk te maken in ons commentaar ervoor of erachter.
      Wat betreft jouw zoektochten: ik heb een “skepticsche zoekrobot” gemaakt. Het is ook gewoon Google, maar hij zoekt enkel op specifieke skeptische en wetenschappelijke websites. Dat helpt het proces te versnellen omdat je die hits meestal op de gewone google pas op de 3de pagina of zelfs not later kan vinden.
      Die zoekrobot vind je onder de menu EXTRA’s -> SKEPTISCH ZOEKEN bovenaan onze website. (de rechtstreekse link is deze: http://www.kritischdenken.info/skeptisch-zoeken/ )
      Als je op de link “lijst van opgenomen websites” klikt, dan krijg je een lijst van websites waar de zoekrobot op zoekt.
      Het spreekt voor zich dat je ook die resultaten kritisch moet bekijken, maar je wint wel veel tijd ermee.
      Mocht je zelf nog interessante en betrouwbare websites vinden die niet in het lijstje voor komen, dan mag je die zeker doorsturen, we checken die en voegen ze er eventueel aan toe.

      4 november 2016
      Antwoord
      • jasper schade van westrum zei:

        Beste Josef,
        Hartelijk dank voor je uitgebreide antwoord!!

        groeten,
        Jasper

        9 november 2016
        Antwoord

Laat een antwoord achter aan Jan Storms Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.