Drogredenen

Het beargumenteren van je conclusies is een deugd. Vaak zit in een goed klinkend voorstel een fout in de argumentatie. Hieronder lees je wat argumenteren is, en welke fouten vaak voorkomen.

1. Hoe te argumenteren?

Uit: Logische misvattingen deel 1

Een gids voor de studie van de veronderstellingen en logica van
argumenten – met inbegrip van een lijst van logische misvattingen. Vrij vertaald van Steven Novella, met enige uitbreidingen.

Argumenteren is één van die activiteiten die de meeste mensen doen, maar er zijn er weinig die het goed doen. Velen begrijpen zelfs niet wat een logisch betoog is en hoe je het correct moet toepassen. Nochtans is argumenteren een essentiële vaardigheid van kritisch denken. De manier waarop we betogen, weerspiegelt de manier waarop we denken, hoe we onze besluiten afwegen en hoe we de overtuigingen van een ander benaderen.

Zelfs het eigenlijke doel van argumenteren wordt soms misverstaan. Ik heb bijna elke dag discussies. Dat betekent nog niet dat ik dagelijks met anderen vecht. Ik heb eerder discussies die te maken hebben met het proberen om een ander te overtuigen van een bepaald besluit of het oplossen van tegenstrijdige conclusies over een feitelijke materie. In de meeste discussies word ik geconfronteerd met de andere persoon, die een positie heeft ingenomen die hij afgunstig verdedigt, alsof hij een duurbetaalde advocaat is die zijn cliënt verdedigt. Deze vijandige benadering is echter niet constructief. In feite zouden de partijen moeten proberen om een gemeenschappelijke basis te vinden en dan voorzichtig vooruit gaan vanuit die gemeenschappelijke basis om elk verschil op te lossen.

Het mooie van een logische argumentatie is dat ze, wel… logisch is. Het is in zekere zin zoals wiskunde. In wiskunde moet 1+1=2 zijn. Als hier een onenigheid over bestaat, dan kan ze definitief opgelost worden op een objectieve wijze. Stel dat twee personen hetzelfde wiskundige probleem aanpakken en tot verschillende antwoorden komen, hoe zouden ze dan moeten reageren? Zouden ze dan elk tegen gelijk welke kost hun resultaat moeten verdedigen? Of zouden ze elkaars oplossing moeten onderzoeken en uitvissen of de ene dan wel de andere, misschien zelfs beide, fouten bevatten en dan de fouten oplossen om het juiste resultaat te vinden.

Zo ook, als twee mensen tot een verschillend besluit kwamen voor een feitelijke bewering, moet één van beiden verkeerd zijn. Beiden kunnen onmogelijk samen juist zijn. Dat betekent dat één van hen, of beiden een fout moeten gemaakt hebben in de argumentatie die ze gebruiken om tot hun besluit te komen. Beide partijen zouden dan moet samenwerken om elkaars argumenten te bestuderen teneinde de fouten te vinden en op te lossen.

Hou er echter rekening mee dat dit alleen werkt als de discussie gaat over
feitelijke beweringen, niet over subjectieve gevoelens of waardeoordelen. Er bestaat geen enkele manier om een verschil in standpunt op te lossen in verband met bijvoorbeeld esthetiek. Misschien hou je meer van Mozart dan van Beethoven, maar er bestaat geen manier om zijn esthetische superioriteit aan te tonen met feiten of logica. Het helpt echter, om te bepalen wanneer een besluit een esthetisch standpunt of een morele keuze bevat. Het vermijdt om eindeloos te discuteren over een probleem dat inherent onoplosbaar is. (Nvdv: Vertrekkende van bepaalde esthetische of morele standpunten kan je natuurlijk wel de logische gevolgen die daaruit voortvloeien bediscuteren.)

Het abortusdebat is hier een goed voorbeeld van. Uiteindelijk komen alle argumenten rond abortus neer op een persoonlijke morele keuze: wat zou een grotere waarde moeten hebben, het recht van de moeder om keuzes te maken over haar eigen lichaam, of het recht van de foetus om niet te worden gedood. Elke poging om dit objectief op te lossen heeft geleid tot nog meer argumentatie die van waardeoordelen afhangt, bijvoorbeeld: op welk moment bij of na de bevruchting wordt een embryo of foetus een persoon? En ook nog, In welke mate beïnvloedt de biologische afhankelijkheid van de foetus tegenover zijn moeder elkaars rechten? Om deze redenen is het waarschijnlijk dat abortus een controversieel probleem zal blijven zonder een definitieve oplossing.

2. Hoe structureer je een logische bewering?

Uit: Logische misvattingen deel 2

Of we ons ervan bewust zijn of niet, onze beweringen volgen allemaal een bepaalde basisstructuur. Ze beginnen met één of meerdere veronderstellingen of premissen, die feiten zijn die in de bewering als waar beschouwd worden en dienen als vertrekpunt. Dan wordt er een principe van logica gebruikt om te komen tot een besluit. Deze structuur wordt dikwijls symbolisch voorgesteld met het volgende voorbeeld:

Premisse 1: A = B

Premisse 2: B = C

Logische verbinding: Dan (gebruik het principe van equivalentie)

Besluit: A = C

Opdat een besluit als geldig kan beschouwd worden, moeten alle premissen van de bewering waar zijn en de logische verbindingen moeten geldig zijn. Ik gebruik het woord “geldig” hier specifiek om te verwijzen naar dergelijke besluiten omdat het steeds mogelijk is dat een besluit juist is, zelfs als ze niet geldig is. De reden is dat het mogelijk is om verkeerde informatie of foute logica te gebruiken om tot een conclusie te komen die toch juist blijkt
te zijn. Ongeldige argumenten bewijzen niet noodzakelijk een verkeerde conclusie. Maar aantonen dat een bewering ongeldig is, ontneemt het de ondersteuning voor de waarheid van een besluit.

Een bewering uitsplitsen in zijn onderdelen is een zeer nuttige oefening, want het stelt ons in staat om zowel onze eigen beweringen als die van anderen te bestuderen en ze kritisch te analyseren op hun geldigheid. Dit is een uitstekende manier om je denkwijzen aan te scherpen en bias te vermijden, en om effectieve beweringen op te bouwen.

3. Hoe bestudeer je je premissen?

Uit: Logische misvattingen deel 2

Zoals hierboven uitgelegd, opdat een bewering zou kloppen, moeten al zijn premissen waar zijn. Dikwijls komen verschillende mensen tot verschillende besluiten omdat ze vertrekken van verschillende premissen. Dus, alle premissen van alle beweringen bestuderen is al een goed begin.

Er zijn drie soorten potentiële problemen met premissen. Het eerste, en meest voor de hand liggende is dat een premisse verkeerd kan zijn. Als iemand beweert dat, bijvoorbeeld, de evolutietheorie verkeerd is omdat er geen overgangsfossielen bestaan, dan is die bewering fout omdat de premisse – geen overgangsfossielen – simpelweg fout is. In feite zijn er massa’s overgangsfossielen.

Een ander type van premissenfout ontstaat als één of meerdere premissen niet gewaarborgde veronderstellingen zijn. De premisse kan waar of niet waar zijn, maar zijn waarschijnlijkheid is nog niet groot genoeg om te kunnen dienen als een premisse voor een bewering. Het identificeren van alle veronderstellingen waarvan een bewering afhankelijk is, is dikwijls de meest kritische stap in het analyseren van een bewering. Heel regelmatig komt men tot verschillende besluiten omdat men verschillende veronderstellingen maakte.

Heel dikwijls kiezen mensen de veronderstellingen die het beste passen bij de besluiten die ze verkiezen. Psychologische testen tonen aan dat de meeste mensen beginnen met de besluiten die ze wensen en zoeken dan naar de argumenten die deze stelling ondersteunen via reverse engineering. Dit proces wordt “rationaliseren” genoemd.
Eén manier om het probleem van het gebruik van veronderstellingen als
premisse op te lossen bestaat erin van deze veronderstellingen op voorhand te onthullen. Zulke argumenten worden dikwijls “hypothetisch” genoemd, of ingeleid met de uitspraak “Laten we ten voordele van de argumentatie veronderstellen dat…” Wanneer nu twee mensen elkaars argumentatie bestuderen en zich realiseren dat ze verschillende veronderstellingen gebruiken als premisse, dan kunnen ze tenminste “overeenkomen om niet overeen te komen”. Ze zullen er zich van bewust zijn dat hun onenigheid niet kan opgelost worden totdat er meer informatie beschikbaar is om te verhelderen welke veronderstelling de meest waarschijnlijke is.

De derde soort van premissefout is de meest geniepige: de verborgen
premisse. Ik ben deze nog tegengekomen in lijsten van logische misvattingen – de onverklaarde hoofdpremisse –, maar het is nauwkeuriger om die hier te beschouwen. Het is voor de hand liggend dat, als een onenigheid gebaseerd is op een verborgen premisse, de onenigheid onoplosbaar zal zijn. Het is dus een goed idee om, wanneer je tot een impasse komt bij het oplossen van geschillen, terug te keren en te zien of er betrokken premissen zijn die niet werden aangehaald.

Laten we nog eens terugkomen op het voorbeeld van de overgangsfossielen. Waarom menen wetenschappers dat er veel overgangsfossielen zijn terwijl evolutie-ontkenners (voorstanders van creationisme of intelligent design) vinden van niet? Dit lijkt nochtans een voor de hand liggende feitelijke bewering die gemakkelijk kan opgelost worden door de bewijzen te controleren. Soms zijn evolutie-ontkenners eenvoudigweg onwetend over de bewijzen en soms zijn ze intellectueel oneerlijk. Nochtans, de meer onderlegden zijn zich volledig bewust van de fossiele bewijzen en gebruiken een verborgen premisse om het bestaan van overgangsfossielen te ontkennen.

Als een paleontoloog spreekt van overgangsfossielen, dan verwijst hij naar soorten die een morfologische ruimte innemen tussen twee bekende soorten. Dat kan zowel een gemeenschappelijke voorouder zijn, waarbij het overgangsfossiel ouder is dan beide afstammelingen; of het kan ook een tijdelijke soort zijn tussen de twee soorten, de afstammeling van de ene en de voorouder van de andere. Maar in de werkelijkheid weten we dikwijls niet of de overgangssoort een echte voorvader is, dan wel enkel een soort die een heel dichte verwant is van een echte voorvader.

Doordat evolutie geen lineair proces is, maar eerder lijkt op een dichte struik met vele vertakkingen, zullen de meeste specimens die we vinden, op een evolutionaire zijtak liggen. Maar als ze een morfologische kloof opvullen tussen bekende soorten, dan leveren ze een bewijs voor een evolutionaire verbinding en daarom worden ze als overgang gekwalificeerd. Bijvoorbeeld: de archaeopteryx ligt misschien niet in het rechte pad naar de moderne vogels, maar ze nemen duidelijk een ruimte in beslag die een overgang is tussen the therapode dinosaurussen en moderne vogels, en één van hun nabije verwanten is een rechtstreekse voorvader van de moderne vogels.

Als evolutie-ontkenners zeggen dat er geen overgangsfossielen zijn, dan is hun belangrijkste onverklaarde premisse dat ze een andere definitie van overgangsfossiel gebruiken dan wat in het algemeen aanvaard wordt in de wetenschappelijke wereld. Ze definiëren overgangsfossielen als één of ander onmogelijk monster met half gevormde en onbruikbare structuren. Of, mogelijkerwijs definiëren ze overgangsfossielen als alleen die fossielen waarvoor er een onafhankelijk bewijs is dat ze echte voorouders zijn eerder dan sterk verwant met een echte voorouder – wat een onmogelijke standaard is.

Overzicht van logische misvattingen en drogredenen

Een woord vooraf
Zelfs als alle premissen van een argumentatie betrouwbaar juist zijn, kan de argumentatie nog ongeldig zijn als de logica die gebruikt is niet legitiem is: dat noemen we een zogenoemde logische misvatting. Het menselijk brein is een magnifieke machine met mogelijkheden die, in zekere zin, nog steeds de krachtigste supercomputers overtreft. Maar onze hersenen blijken echter niet geëvolueerd te zijn voor precieze logica. Er zijn vele logische valkuilen waar onze hersenen in dreigen te vallen, tenzij we ons volledig bewust zijn van deze valkuilen en ons inspannen om ze te vermijden.

Aangezien er, zoals in de eerste aflevering gemeld, een neiging is om te beginnen met de gewenste besluiten en argumenten op te bouwen om ze te ondersteunen, zullen veel mensen gretig gebruik maken van logische misvattingen om een argumentatie te kunnen opbouwen die tot dat besluit leidt. Dus, om het gebruik van logische misvattingen te vermijden om ongeldige argumentaties op te bouwen, moeten we begrijpen hoe logische misvattingen te identificeren.

Hieronder en in de volgende afleveringen van deze podcast som ik de meest voorkomende logische misvattingen op, met voorbeelden voor elk van hen. Het is heel belangrijk om te beseffen dat veel beweringen meerdere logische misvattingen tegelijk bevatten. Daarenboven kunnen sommige soorten logica in verschillende misvattingen tegelijk passen.

Nadat ik verschillende lijsten van logische misvattingen las, heb ik gemerkt dat er tussen hen een “klonteren tegenover splitsen” verschil is. Met andere woorden, sommige lijsten kunnen logische misvattingen definiëren in brede termen die veel verschillende (samenklonteren) specifieke subtypes bevatten. Andere lijsten splitsen de verschillende subtypes in hun eigen misvattingen, zelfs ondanks het feit dat de foutieve logica essentieel dezelfde is, of tenminste zeer gelijkaardig. Ik volg eerder een gecombineerde benadering. I hou vast aan hoofdtypes van logische misvattingen om dan specifieke subtypes eronder te benoemen – die je in andere lijsten als aparte soorten kan terugvinden.

 

Non-Sequitur (Volgt niet)

<em>Een verwijzing naar een argumentatie waarbij de conclusie niet noodzakelijk volgt uit de premissen. Met andere woorden, er wordt een logische connectie verondersteld terwijl er geen is.</em>

Uit Non-sequitur: Non-Sequitur is Latijn voor “volgt niet”. Dit verwijst naar een argumentatie waarbij de conclusie niet noodzakelijk volgt uit de premissen. Met andere woorden, er wordt een logische connectie verondersteld terwijl er geen is. Dit is de meest voorkomende logische misvatting, en eigenlijk veel van de hierna volgende misvattingen, zijn ook non-sequiturs, maar kunnen geïdentificeerd worden als een gangbaar type.

Een non-sequitur wordt bijvoorbeeld dikwijls gebruikt door mensen die proberen te bewijzen dat hun heilige boeken wel van God moeten komen door aan te geven dat bepaalde passages inzichten illustreren die nu door de moderne wetenschappen worden bevestigd, terwijl de mensen die toen leefden dat onmogelijk konden weten. Een voorbeeld dat ik vorige week op televisie hoorde was dat de bijbel en de koran voor jongens besnijdenis aanprijzen en dat er nu wetenschappelijk bewijs zou zijn dat dit een medisch verantwoorde ingreep is.

Dit is een Non-Sequitur omdat zo’n uitspraak in de bijbel niet noodzakelijk van een God moet komen. Het kan gewoon zijn dat er in die tijd mensen waren die dat inzicht wel degelijk hadden, of het kan zelfs gewoon toeval zijn dat er hier een medische waarheid staat terwijl men alle medische blunders in het boek even vergeet. Dus kunnen we dit eigenlijk ook als een vorm van rationaliseren voorstellen. Neem gelijk welk boek met mythologieën en je zal altijd passages vinden die je kan interpreteren als wetenschappelijke wonderen als je genoeg zoekt. Maar in feite is dit geval zelfs veel minder mooi dan wordt voorgesteld, want besnijden wordt helemaal niet aangeraden door de geneeskunde. Alleen bij bepaalde specifieke medische problemen wordt het toegepast, maar er zijn ook veel gevallen waarbij het problemen geeft. Bovendien geeft deze stelling voor de gelovige nog een ander probleem: als besnijdenis zo goed is en God heeft de mens geschapen, waarom heeft hij de man dan niet direct zonder voorhuid geschapen?

Subtype: Magisch Denken

De logische verbinding in deze foutieve argumentatie is dikwijls een vaag magisch principe dat niet steunt op logica of bewijsvoering.

Uit Non-sequitur en Magisch Denken: Magisch denken is mogelijkerwijs het meest gangbare non-sequitur type. De logische verbinding in deze foutieve argumentaties is dikwijls een vaag magisch principe dat niet steunt op logica of bewijsvoering. Bijvoorbeeld: Voorstanders van Feng Shui beweren soms dat je beter je bed in een bepaalde positie binnen de slaapkamer kan zetten zodat het geluk in je huis kan binnenstromen. Jonge-aardecreationisten beweren dat de wereld alleen zo oud lijkt. Maar in feite heeft God de wereld 6.000 jaar geleden geschapen alsof hij oud was. Bestaande bomen die als 10.000 jaar oud gedateerd kunnen worden zijn eigenlijk door God 6.000 jaar geleden geschapen met 4.000 jaarringen. Bovendien heeft hij ervoor gezorgd dat de verhouding aan koolstof-14 in die jaarringen perfect overeenkomt met wat je zou verwachten als die jaarringen écht jaar na jaar geproduceerd werden. Ook het licht dat van verre sterren komt is door God 6.000 jaar geleden geschapen alsof dat licht al miljarden jaren onderweg was, met inbegrip van de roodverschuiving. Voetreflexologen veronderstellen een magische verbinding tussen bepaalde plekken op de voet met plekken in het lichaam. Het manipuleren van die plaatsen op de voet moet op één of andere manier de ziekte in het gerelateerde lichaamsdeel te lijf kunnen gaan.

Homeopaten veronderstellen dat stoffen die in normale hoeveelheden een bepaald effect kunnen teweegbrengen (bijvoorbeeld koffie veroorzaakt slapeloosheid) in een sterk verdunde vorm problemen, die dezelfde symptomen hebben, kunnen oplossen. Dus homeopathische middelen tegen slapeloosheid kunnen gemaakt worden op basis van koffie. Homeopaten, en veel andere alternatieve geneeswijzen met hen, beweren dat het onmogelijk is om de effectiviteit of zinloosheid van hun therapie te bewijzen omdat de geneeswijze zich toespitst op het individu en dat individu is uniek. Het gevolg van zo’n bewering is dus dat het ook onmogelijk is om nieuwe kennis op te bouwen rond zo’n therapie zodat het niet anders kan of die kennis is ingegeven door een magisch mechanisme. Homeopaten stellen aan hun patiënten allerlei vragen die schijnbaar niets te maken hebben met de ziekte, zoals wat ze dromen, met welk been ze eerst uit bed stappen, welk hun lievelingskleur is… Er is echter geen enkele logische connectie te leggen tussen de ziekte (volgens hen bestaan zelfs geen ziektes), de gestelde vragen en het gekozen medicament. Heel veel producten worden aangeprezen omdat ze “natuurlijk” zijn, maar er bestaat geen enkel verband tussen “natuurlijk” en “gezond” of “goed”. In feite denken mensen dat omdat ze veronderstellen dat de natuur op één of andere manier voor de mens gemaakt is en voor de mens zorgt. Er wordt dus aan de natuur een soort magisch vermogen toegewezen om zich steeds ten dienste van de mens te stellen. Ook ‘energie‘ wordt op die manier gebruikt. Volgens wichelroedelopers zouden er in de aarde mysterieuze energiebanen zitten. Sommige proberen deze te rationalizeren door te vertellen dat het gaat over wateraders in de grond, maar deze methoden worden ook in onze polders gebruikt en daar zitten geen wateraders, het water zit overal onder de grond. Wateraders komen enkel voor in rotsachtige gebieden. Volgens de acupuncturisten zouden er in het lichaam energiebanen lopen die verstoord kunnen worden. Het is echter helemaal niet duidelijk wat die energiebanen zijn. Astrologen vinden allerlei mysterieuze verbanden tussen de leefwereld van mensen en de stand van sterren waarvan we ondertussen weten dat ze duizenden lichtjaren van ons verwijderd kunnen zijn. Bovendien was er geen enkele invloed van nog niet ontdekte planeten. Toen ze plots wel ontdekt werden, hebben de astrologen zich gehaast om ze allerlei eigenschappen toe te wijzen. Helderzienden vinden een mysterieus verband tussen de lijnen in een hand of de toevallige keuze van kaarten en de toekomst van een persoon. Er is ook magisch denken nodig om een verband te vinden tussen ongeluk en een zwarte kat, een gebroken spiegel of onder een trap lopen. En andersom het verband tussen geluk en hout vasthouden (behalve als drenkeling natuurlijk), een konijnenpootje, muntjes in een fontein gooien of zoals de joden briefjes in spleten van een oude muur steken.

 

Autoriteitsargument

<em>Voorbeeld: Professor X heeft dat gezegd en die kan het weten omdat hij die onderscheiding heeft.</em>

De basisstructuur van zulke argumenten is als volgt: Professor X gelooft A, Professor X spreekt met autoriteit, dus is A waar. Heel dikwijls wordt dit bekrachtigd door de vele jaren ervaring, of door de vele onderscheidingen van het individu dat de concrete bewering maakt. Soms wordt het argument ook omgedraaid gebruikt, namelijk dat iemand de autoriteit niet bezit en daarom zijn bewering foutief moet zijn. (Dit geval kan ook aanzien worden als een ad-hominem logische misvatting – dat we in een latere aflevering zullen bespreken). In de praktijk kan dit een logische misvatting zijn die complex is om mee om te gaan. Het is namelijk verantwoord om iemands ervaring en opleiding in rekening te brengen wanneer je zijn beweringen onderzoekt. Ook een consensus op een wetenschappelijk standpunt draagt enige verantwoorde autoriteit. Bovendien is het onmogelijk om alle onderwerpen persoonlijk te onderzoeken. Maar het is nog altijd mogelijk dat hoog opgeleide individuen fouten maken en dat een brede consensus uiteindelijk toch fout blijkt te zijn – spreken vanuit een autoriteitsstandpunt maakt een bewering nog niet waar. Deze logische misvatting doet zich ook in een meer subtiele vorm voor.

Bijvoorbeeld, ufo-voorstanders betogen dat ufowaarnemingen door luchtvaartpiloten als geldig beschouwd zouden moeten worden omdat piloten opgeleide waarnemers zijn, betrouwbare karakters zijn en getraind zijn om niet te panikeren in noodsituaties. In essentie betogen ze dat we de piloten zouden moeten vertrouwen als ooggetuige. Een historisch voorbeeld van het autoriteitsargument vinden we bij orthomoleculaire therapie. De uitvinder van deze therapie was Linus Pauling. Hij is twee keer Nobelprijswinnaar en de enige persoon die de Nobelprijs ooit won in twee totaal verschillende disciplines. Hij onderzocht de werking van vitamines en ontdekte het belang ervan in de werking van het lichaam. Van daaruit ontwikkelde hij de theorie van de orthomoleculaire therapieën die er, vereenvoudigd, op neer komen dat je grote hoeveelheden vitamines moet nemen om allerlei kwalen te genezen of te vermijden. Vooral vitamine C was zeer in trek. Latere onderzoeken hebben aangetoond dat deze therapieën helemaal niet werken en dat een teveel aan bepaalde vitamines zelfs schadelijk kan zijn. Pauling heeft zich echter nooit neergelegd bij de resultaten van deze onderzoeken. Orthomoleculaire therapie wordt nog altijd door sommige mensen als werkend aangezien en Pauling wordt natuurlijk als het autoriteitsargument voorgesteld. Een ander interessant historisch voorbeeld van het autoriteitsargument is Einstein en de kwantummechanica. Einstein is altijd een zeer groot tegenstander geweest van deze theorie die gebaseerd is op waarschijnlijkheidsverdelingen en zeer onintuïtief is. Einstein was een determinist en een beroemde uitspraak van hem op dat vlak was: “God speelt niet met dobbelstenen”. Deze uitspraak wordt dikwijls verkeerdelijk gebruikt door gelovigen om aan te tonen dat Einstein ingelovig was. Dat is op zich ook een autoriteitsargument. Het feit dat Einstein gelovig zou zijn maakt het geloof niet geldig. Anderzijds is dit

ook een verkeerd autoriteitsargument omdat de uitspraak van Einstein volledig uit zijn context getrokken is. God wordt hier enkel allegorisch gebruikt. Hij maakte deze uitspraak tijdens een discussie over kwantummechanica en bedoelde ermee dat de wereld deterministisch opgebouwd is. Dat betekent dat alles ofwel het een ofwel het ander doet. Kwantummechanica maakt gebruik van kansen. Volgens de kwantummechanica, bevindt een deeltje zich op een bepaald ogenblik in een bepaalde positie dat bepaald wordt door een gebied met een zekere waarschijnlijkheid. Tot daar is niets mis. Klassiek begrijpen we daaruit dat het deeltje ongeveer in dat gebied zit, maar we weten niet heel zeker waar precies omdat we het niet nauwkeurig kunnen meten en daarom geven we aan op welke plaats we het meest denken dat het ligt en dan plaatsen er rond, waar het zich ook wel zou kunnen bevinden, maar minder waarschijnlijk. Volgens de klassieke fysica is die waarschijnlijkheid het gevolg van het feit dat we niet oneindig nauwkeurig kunnen meten, maar de werkelijkheid is dat het deeltje zich wel degelijk slechts op één plaats bevindt. Volgens de kwantummechanica is dat niet zo. Volgens de kwantummechanica bevindt het deeltje zich werkelijk overal in de waarschijnlijkheidsruimte tegelijkertijd, wat betekent dat de natuur niet zeker is over waar een fysisch deeltje zich op een bepaald ogenblik bevindt. Het is dus niet het gevolg van onnauwkeurige meting, maar een fundamentele eigenschap van de materie. Deze stelling wordt geïllustreerd met de kat van Schrödinger die in een doos zit en zowel dood als levend is. Einstein was het daar dus niet mee eens alhoewel hij eigenlijk zelf mee aan de basis van de kwantummechanica stond door zijn deeltjestheorie van licht.

Uiteindelijk heeft de wetenschap de kwantummechanica omarmd. Goede
wetenschap volgt met andere woorden het autoriteitsargument niet. Zelfs niet als deze autoriteit één van de grootste wetenschappers ooit is. Grote wetenschappers hebben er dan ook geen probleem mee dat men hem niet op zijn autoriteit gelooft. Ik kom hier straks op terug.

Het autoriteitsargument, of beroep doen op autoriteit, heeft veel subtypes, welke allemaal autoriteit inroepen op een specifieke groep of situatie. In de breedste zin veronderstelt deze logische misvatting dat, aangezien een persoon of groep een bepaalde positieve eigenschap bezit (zoals autoriteit), hun beweringen waar zijn. Hieronder vind je een aantal voorbeelden van verschillende types van positieve kwaliteiten die de moeite waard zijn om te vermelden.

Appelleren aan het algemene geloof

<em>Iedereen weet dat toch! </em>

Deze misvatting is het argument dat een bewering waar moet zijn omdat er veel mensen in geloven. Het veronachtzaamt de mogelijkheid, die dikwijls doorheen de geschiedenis werd aangetoond, dat de meerderheid het volledig verkeerd voor kan hebben. De populariteit van een idee of bewering is dikwijls gebaseerd op andere kenmerken dan logica en bewijsvoering.

In de wetenschappen is de theorie die het haalt niet deze die ondersteund wordt door heel veel mensen, maar wel de theorie die de sterkste argumenten kan aanbrengen.

De wet Colla had als doelstelling om de alternatieve geneeswijzen te regulariseren. De bedoeling was om binnen deze wereld de echte van de charlatans te kunnen onderscheiden. Uiteindelijk heeft de wetgever beslist om een regularisatie uit de werken voor 4 alternatieve geneeswijzen, namelijk de homeopathie, acupunctuur, osteopathie en chiropraxie. De argumentatie die gebruikt is om deze 4 alternatieve geneeswijzen te regulariseren was dat dit de populairste alternatieve geneeswijzen zijn in België. Dat is natuurlijk een logische misvatting dat appelleert aan het algemene geloof. In feit bestaat er maar één criterium om alternatieve geneeswijzen te regulariseren en dat is via een procedure van bewijsvoering van zijn effectiviteit. Het probleem is echter dat een alternatieve geneeswijze waarvan de effectiviteit bewezen wordt op dat moment ophoudt om een alternatieve geneeswijze te zijn omdat het op dat moment per definitie een reguliere geneeswijze is geworden. In dat geval wordt dus een wet zoals de wet Colla een overbodige wet omdat ze precies dezelfde criteria hanteert als de wet voor de registratie van reguliere geneeswijzen.

Einstein ooit de fout om de zogenaamde kosmologische constante in zijn algemene relativiteitstheorie te voeren omdat hij vaststelde dat als hij dat niet deed, het heelal moest uitdijen of in elkaar storten. Hij ging er echter van uit dat het heelal constant was, zoals het in die tijd ook algemeen aanvaard werd. Maar snel werden er feiten verzameld die aantoonden dat het heelal uitdijde. Het was uiteindelijk de Leuvense professor en priester Lemaître die de basis legde voor de theorie van de Big Bang, of het uitdijend heelal. De kosmologische constante was niet meer nodig. Einstein had de kosmologische constante niet ingevoerd omdat er empirische feiten waren die deze noodzakelijk maken, of als gevolg van wiskundige afleidingen. Hij had die ingevoerd om zijn theorie consistent te maken met een algemeen aanvaard feit. Einstein heeft vrij snel zijn fout ingezien en had er dan ook geen problemen mee om zijn vergissing toe te geven. Hij heeft later de kosmologische constante de grootste vergissing uit zijn leven genoemd. Dit toont aan dat grote wetenschappers er geen probleem mee hebben dat ze niet geloofd worden op hun autoriteit en hun mening herzien als er belangrijke argumenten opgegeven worden.

Appelleren aan naderende aanvaarding

<em>Binnenkort zullen de bewijzen onthuld worden.</em>

Ik aanzie dit als een subtype van het gezagsargument omdat het neigt zich te wenden naar de autoriteit van een toekomstig geloof op een aanvaarding. Veel pseudowetenschappen, zoals creationisme, ESP en ufologie beweren dat een algemene aanvaarding om de hoek te wachten staat. Dit is een logische misvatting (het gezagsargument) gekoppeld met een veronderstelde premisse (die van de toekomstige aanvaarding).

In veel pseudowetenschappen wordt gretig gebruik gemaakt van mogelijke gaten in de kennis om dit argument in te roepen. Zo maken gelovers in telepathie gebruik van het feit dat de mens maar 10% van zijn hersenen gebruikt en stelt dan stilzwijgend dat die andere 90% wel eens voor telepathie kan gebruikt worden. Dit is niet alleen een misvatting van de naderende aanvaarding, maar bovendien klopt het verhaal van die 10% niet. Het 10% feit is een misvatting van algemeen geloof dat volgt uit een foutief citaat van een oude studie dat bovendien ondertussen al lang weerlegd is met nieuwe inzichten.

Appelleren aan verdienste of oprechtheid

<em>En hij doet het niet voor het geld. Of: “HIJ zal toch wel niet liegen zeker?”</em>

Dit is het argument waarbij een persoon of groep een bepaalde verdienste heeft waardoor hun beweringen wel waar moeten zijn. Bijvoorbeeld: Voorstanders van alternatieve geneeswijzen citeren soms dat een welbepaalde beoefenaar zeer oprecht en zorgzaam is, en dus moeten zijn beweringen rond de effectiviteit van hun behandeling geloofd worden. Een lichtgelovige geestenjager argumenteerde ooit tegen mij dat een ooggetuige die beweerde iemand te hebben gezien die een meter boven zijn bed leviteerde, geloofd moet worden want “waarom zou ze liegen?”

Een argument die ik dikwijls hoor over de waarachtigheid van een welbepaalde helderziende of astroloog is dat hij het niet voor het geld doet. Dat moet dan een argument zijn dat de betrokken mensen geen bedriegers zijn die er alleen maar op uit zijn om er geld mee te verdienen. Wat in deze argumentatie vergeten wordt is dat er ook zoiets als zelfbedrog bestaat. Het is niet omdat een helderziende oprecht overtuigd is van zijn gave dat hij ook echt helderziende is. In een latere aflevering zullen we bespreken op welke manier je wel betrouwbaar kan nagaan of een helderziende echt helderziend is.

Argument van samenzwering of antiautoriteit

<em>Beweringen die gezegd worden door een authoriteit kunnen niet juist zijn omdat ze iets te verbergen hebben, of de boel willen manipuleren, of enkel op winst uit zijn.</em>

Dit is het omgekeerde van het autoriteitsargument en zegt in feite dat een bewering fout is omdat het komt of gesteund word door een autoriteit. Dit komt dikwijls voor in een context waarbij het officiële standpunt van de regering wel verkeerd moet zijn omdat dat het officiële standpunt van de regering is. Deze misvatting wordt dikwijls aanzien als een subtype van de ad-hominem misvatting, door te beweren dat de regering wel verkeerd moet zijn omdat ze gewoonlijk liegen of zich engageren in verdoezelingsamenzweringen. Dit is een geliefkoosd argument van alternatieve genezers die menen dat de reguliere artsen hen niet aanvaarden omdat ze de concurrentie niet dulden. Ook de farmaceutische industrie wordt dikwijls verweten niet te willen weten van de alternatieve geneeswijzen omdat ze alleen maar zoveel mogelijk winst willen maken. Dat het hoofddoel van de meeste farmaceutische bedrijven is om winst te maken is natuurlijk waar, maar het bovenste argument houdt natuurlijk geen steek omdat het gemakkelijker is om veel winst te maken door geschud water te verkopen dan om reguliere geneesmiddelen te verkopen die enorm duur zijn in onderzoek en ongeveer 10 jaar nodig hebben om goedgekeurd te worden. Over dat geschud water spreek ik nog in een latere aflevering.

 

Appelleren aan emotie

<em>Je moet ervan uitgaan dat het waar is want een ontkenning roept negatieve emoties op; of de bevestiging roep positieve emoties op.</em>

Deze misvatting is gelijk aan het autoriteitsargument, maar ik vind dat ze een aparte vermelding verdient. In essentie gaat het over elke argumentatie die beweert dat iets waar is omdat het leidt tot, of geassocieerd wordt met positieve emoties, of omgekeerd, dat de bewering fout moet zijn omdat het geassocieerd wordt met negatieve emoties. Een algemeen gebruik van deze misvatting bestaat erin om het geloof in God te verantwoorden. Velen argumenteren dat God wel moet bestaan omdat God het leven een waarde geeft, of ten minste zorgt voor geluk en tevredenheid. Mensen betogen soms ook dat ze geloven in het leven na de dood omdat ze niet kunnen omgaan met het alternatief dat de dood het einde is. Nog een argument dat dikwijls gebruikt worden om het bestaan van een God te verantwoorden is dat zonder godsdienst de mens immoreel zou worden. Dat argument maakt het bestaan van een God nog niet waar.

 

Het argument van het uiteindelijk resultaat of de gevolgen

<em>teleologisch argument: Een bepaald argument moet wel waar zijn, want anders zou het tot groot onheil leiden.</em>

Zulke argumenten (ook wel het teleologisch genoemd) zijn gebaseerd op het verwisselen van oorzaak en gevolg, want ze beweren dat iets veroorzaakt wordt door het uiteindelijke effect dat het heeft of het doel dat het dient. Dit argument doet zich soms voor in een vorm waarbij, als een bewering al dan niet juist zou zijn, het gevolg goed of slecht zou zijn, en daarom de juiste conclusie moet zijn: dat wat leidt tot het goede resultaat of het slechte resultaat vermijdt. Bijvoorbeeld: creationisten argumenteren dat de evolutietheorie wel verkeerd moet zijn, want als ze waar was, dan zou ze tot immoraliteit leiden. Teleologie is een theorie die voortkomt uit de Griekse filosofie, waarbij ervan uitgegaan wordt dat alles wat bestaat een eigen aanwijsbaar doel heeft. “Telos” is Grieks voor “Doel” en “Logos” is “Leer” of “Woord”. Het is een filosofie die vooral door Aristoteles beleden werd. Meer informatie kan je op WikipediA vinden. Ik heb ooit een discussie gehad over evolutietheorie met iemand die nochtans de evolutietheorie onderschrijft waarbij mijn gesprekspartner beweerde dat de evolutie streeft naar een steeds hogere en complexere vorm van leven. Daarom dat de mens helemaal aan het einde van de evolutie staat als het meest ontwikkelde wezen. Dat standpunt klopt niet. Evolutie heeft geen enkel doel. Soorten overleven gewoon op basis van de individuen die het meest geschikt zijn om in de gegeven omstandigheden het hoogste aantal nakomelingen te produceren. Daarenboven is de mens niet de meest ontwikkelde levensvorm. Dat hangt enkel af van wat je met meest ontwikkeld bedoelt. Wij mensen gaan daar automatisch op de mens georiënteerde standpunten voor innemen. De neus van een hond is met de neus van een mens te vergelijken als de hersenen van de mens met die van een kip. Tegenvoorbeelden van dit standpunt zijn de zee-egels die tijdens de evolutie hun centraal zenuwstelsel, zeg maar hun hersenen, kwijtgeraakten omdat ze die niet meer nodig hadden en die toch alleen maar teveel energie verbruikten. Er zijn ook soorten geiten bekend die door geologische wijzigingen zich plots op een eiland bevonden. Doordat de voeding schaars werd, zijn de volgende generaties geleidelijk aan kleiner geworden en hebben kleinere hersenen gekregen. Die hersenen hadden ze minder nodig omdat ze niet meer hoefden te vluchten voor roofdieren, maar tegelijk werden die een probleem omdat ze teveel energie verbruikten in een omgeving waar voedsel schaars was.

Het argument van het voordeel

<em>Iemand moet wel de oorzaak van iets zijn omdat hij er voordeel bij heeft.</em>

Een andere gangbare, en mogelijkerwijze subtielere, vorm van dit argument is de notie dat als iemand of iets van een gebeurtenis profiteert, hij of zij die gebeurtenis wel moet veroorzaakt hebben. Deze misvatting wordt vaak gebruikt in de context van de moord op President Kennedy om de samenzweringstheorie te funderen. De argumentatie bestaat erin dat als iemand voordeel heeft bij de moord op JFK, hij betrokken moet geweest zijn in een samenzwering om de moord uit te voeren. Dit is ook het argument dat door adepten van alternatieve geneeswijzen wordt toegepast op de farmaceutische industrie. Deze is enkel op winst uit, dus deugen hun producten niet. Volgens negationisten hebben de Joden zelf de genocide uitgevonden omdat ze zo de rest van de wereld onder druk kunnen zetten om de staat Israël te erkennen.

 

Appelleren aan angst

<em>een resultaat om persoonlijk bang voor te zijn</em>

Beroep doen op angst is een argument van gevolgen, maar in dit geval zijn de gevolgen individueel relevant – ze zijn een resultaat om persoonlijk bang voor te zijn. Bijvoorbeeld, missionarissen argumenteren dikwijls dat je de beweringen van hun godsdienst moet aanvaarden, want als je ze afwijst, riskeer je eeuwige verdoemenis. Detoxbehandelaars maken hun klanten wijs dat ze hun behandelingen moeten volgen omdat anders het vergif zich in hun lichaam opstapelt. Alternatieve genezers maken hun patiënten wijs dat traditionele geneeskunde hun lichaam alleen nog zieker maakt en volstopt met vergif. Slinkse verkopers durven dit argument te gebruiken waarbij ze het slachtoffer wijzen op legale risico’s. Dit argument kom je ook tegen in sommige piramidespelen waarbij de geadresseerde gewezen wordt op ongeluk als ze aan het spelletje niet meedoen. Het komt dikwijls voor bij hoax mails.

 

Appelleren aan vleierij

<em>Zie je wel, jij hebt blijkbaar ook aanleg voor helderziendheid.</em>

Net zoals het beroep doen op angst, is dit een gepersonaliseerde versie van het argument van het uiteindelijk gevolg, maar deze keer eerder positief dan negatief. Deze logische misvatting is een bewering wegens een impliciete vleierij. Bijvoorbeeld, paragnosten ondersteunen soms hun beweringen van parapsychologisch kunnen door te beweren dat ze een parapsychologisch potentieel voelen in de persoon die ze proberen te overtuigen. Dit is ook een typisch argument dat veelvuldig gebruikt wordt door goede verkopers.

 

Appelleren aan medelijden

<em>We zijn het die persoon moreel verplicht om hem te geloven. (want hij heeft al zoveel geleden).</em>

Deze misvatting probeert om een bewering te ondersteunen op basis van medelijden, sympathie of zelfs de plicht van een persoon of groep. Bijvoorbeeld: sommige voorstanders van het GolfOorlogSyndroom argumenteren dat we de realiteit van dit syndroom zouden moeten aanvaarden omdat we het verplicht zijn ten opzichte van onze veteranen die voor ons gevochten hebben in de golfoorlog. Een ander voorbeeld is de bewering dat siliconen borstimplantaten een auto-immuunziekte veroorzaken ondanks alle tegenbewijzen. Tijdens dit debat werd er heel veel beroep gedaan op medelijden met de slachtoffers van siliconen borstimplantaten. Dit kan ook aanzien worden als een misvatting van verondersteld besluit, want sympathie hebben voor de slachtoffers van siliconen borstimplantaten veronderstelt dat ze slachtoffers zijn, wat eigenlijk de kern van het debat is. Dit argument komt ook dikwijls voor als mensen met zeer ernstige medische problemen ten einde raad beroep gaan doen op kwakzalvers. Het wordt dan als scepticus heel moeilijk om die mensen tegen zichzelf te beschermen omdat je snel verweten wordt dat je je principes belangrijker vindt dan elke kans op verbetering van de toestand. Nochtans is de werkelijkheid zo dat veel kwakzalvers van zo’n situaties misbruik maken om het fortuin van het slachtoffer te pakken te krijgen. Het enige effect is dat de erfgenamen ook slachtoffer worden. Mensen in een terminale situatie zijn bereid om zich in de schulden te steken om de laatste hoop op genezing nog te grijpen. Als die laatste hoop een zinvolle behandeling is, al is die nog in een experimentele fase, dan zal elke scepticus aanvaarden dat een mensenleven moeilijk in geld kan uitgedrukt worden. Maar erfgenamen bovenop het verdriet ook nog opzadelen met een financiële schuld voor een totaal nutteloze behandeling is volgens mij één van de grootste misdrijven. Nochtans zal over het algemeen de scepticus als de slechterik aanzien worden.

 

Post-hoc ergo propter hoc

<em>A is het gevolg van B omdat A na B voorkomt. Ik ben genezen door die pillen omdat ik genas nadat ik die pillen nam.</em>

Dit is waarschijnlijk de meest voorkomende logische misvatting. Het volgt het model “A komt voor B, dus is B het gevolg van A” en daarom veronderstelt het een gevolg en effect tussen twee gebeurtenissen alleen maar omdat ze gerelateerd zijn in tijd. (het Latijnse “post hoc ergo propter hoc” is te vertalen als “na dat dus door dat”) Deze logische misvatting wordt regelmatig opgeroepen bij de verdediging van vele vormen van alternatieve geneeswijze zoals “Ik was ziek, ik nam behandeling A, ik werd beter, dus maakte behandeling A mij beter”. Het is heel goed mogelijk om te genezen van een ziekte zonder enige behandeling. Hou er rekening mee (zoals bij correlatie en oorzakelijke misvatting, hieronder beschreven) dat het mogelijk is dat A wel degelijk B veroorzaakte. De misvatting bestaat in het veronderstellen van een causaliteit. Het is nog altijd geldig om causaliteit te argumenteren als er onafhankelijk bewijs is dat een causaal verband ondersteunt via andere interpretaties zoals overeenstemming. Dat maakt dit argument net zo moeilijk om te begrijpen. Mensen trappen systematisch in deze val en gaan ervan uit dat als een gebeurtenis volgt op een actie die ze namen om die gebeurtenis uit te lokken, dat er automatisch een oorzakelijk verband is tussen beiden. Op basis van een dergelijk feit kan je eigenlijk niets besluiten, behalve dan dat er een situatie is die de moeite waard is om verder bestudeerd te worden als dat nog niet eerder het geval was. Toen ik een kleine jongen was en naar de tandarts ging, heb ik het volgende meegemaakt: Die tandarts had een boor die hij snel en traag kon laten draaien. Op het handvat zaten geen knopjes. Ik vroeg hem toen hoe hij die boor bediende want met zijn ene hand hield hij de boor zonder knopjes vast en met de andere hand hield hij een spiegeltje vast om achter mijn tanden te kijken zodat hij ook die hand niet kon gebruiken om een paneel te bedienen. Hij vertelde me dat hij die boor bediende met zijn gedachten. Toen liet hij mij ook proberen, legde het toestel in mijn hand en vertelde me dat het wat oefening vergt, en dat ik me goed moest concentreren. Ik begon me dus te concentreren en inderdaad, de boor begon te draaien. Eerst traag, dan wat snellen, weer wat trager. Dan viel ze stil. De tandarts zei dat ik me beter moest concentreren en inderdaad, de boor begon weer te draaien. Ik was dus overtuigd dat die boor inderdaad met gedachten bediend kon worden want als ik me concentreerde begon ze te draaien. Totdat ik naar beneden keek en zag dat de tandarts een voetpedaal had waarmee hij de boor bediende. Mensen die een technologisch beroep hebben ervaren dikwijls dit soort misvatting bij het zoeken naar oplossingen voor een probleem. Hoe dikwijls gebeurt het niet dat een programmeur een probleem probeert op te lossen, daarbij enkele aanpassingen aan het programma doet en vaststelt dat het probleem zich niet meer voordoet. Dat dan veel later het probleem opnieuw opduikt en dat een analyse van het programma aantoont dat de toen gemaakte aanpassing het probleem helemaal niet oploste, maar dat het gewoon toeval was dat na de ingreep het programma niet meer in de fout ging. Een probleem met het nemen van medicatie of een geneeskundige behandeling is dat we maatregelen beginnen te nemen op het moment dat we ons echt slecht beginnen te voelen. Maar dikwijls is dat juist het moment dat de ziekte aan zijn piek gekomen is en op de terugweg is. Het gevolg is dat het daarna beter gaat. Als je dan op dat moment of net daarvoor een pilletje genomen hebt, of een behandeling kreeg, dan ga je er automatisch van uit dat de genomen behandeling de oorzaak is van de verbetering. Dit voorbeeld legt uit dat je onmogelijk op basis van persoonlijke ervaringen kan nagaan of een behandeling echt werkt of niet. Hoe je dat dan wel kan zal ik in een latere podcast uitleggen als ik spreek over dubbelblinde proeven. Merk op dat je op dat vlak zelfs heel straffe verhalen kan horen van mensen die jarenlang een reguliere behandeling volgden en die dan, op het moment dat ze overstapten om een alternatieve, plots snel verbeterden. Met deze voorbeelden mag je me zeker niet mis verstaan! Als ik zulke verhalen hoor van mensen die het zelf meemaakten, dan zal ik ze bijna altijd geloven! Dat betekent dat ik er meestal van overtuigd ben dat die mensen, wat ze vertellen, ook effectief ervaren hebben. Maar dat betekent nog niet dat ik hen volg in het besluit dat ze uit het verhaal trekken, namelijk dat de geneeswijze die ze toepasten ook de oorzaak is van hun genezing. Meestal vragen ze me dan dat ik uitleg waarvan ze dan wel genezen zijn, en dat kan ik bijna nooit beantwoorden omdat ik niet alleen geen medicus ben, maar vooral omdat ik de specifieke situatie niet heb kunnen onderzoeken. Het is op dat moment een oncontroleerbaar feit. Ik kan niet alleen niet controleren of alles zo gelopen is zoals ze zeiden, ik kan ook niet controleren of alles wat ze me vertelden ook klopte. Als ik ze op dat moment zeg dat ik niet weet waarvan ze dan wel genezen zijn, besluiten ze dat het dus wel hun bewuste geneeswijze moet zijn. Op dat moment maken ze een andere logische misvatting, namelijk die van de valse dichotomie dat we binnen enkele afleveringen zullen bespreken.

 

Correlatie verwarren met causaliteit ('cum hoc' misvatting)

<em>Het voorkomen van A verandert. Het voorkomen van B verandert in dezelfde zin, of precies omgekeerde zin. Dus is B het gevolg van A. Bvb: Het aantal auto’s steeg in de jaren 50. Tegelijk steeg ook het aantal rokers. Dus zet autorijden mensen aan tot roken.</em>

Deze is gelijkaardig aan de ‘post hoc’ misvatting in die zin dat ze oorzaak en effect voor twee variabelen veronderstelt alleen maar omdat ze tezamen voorkomen. Deze misvatting wordt dikwijls gebruikt om een statistische correlatie een causale interpretatie te geven. Bijvoorbeeld: Tijdens de jaren ’90 waren zowel de religieuze beleving als het gebruik van illegale drugs in stijgende lijn (in de VS). Het zou een misvatting zijn om daaruit te besluiten dat religieuze beleving de oorzaak is van druggebruik. Het is ook mogelijk dat druggebruik leidt tot religieuze beleving, of dat beiden stijgen als gevolg van een derde variabele, zoals de stijging van de sociale onrust, of gewoon de populatie. Het is ook mogelijk dat beide variabelen totaal onafhankelijk van elkaar zijn en dat het eerder een toevallige samenloop van omstandigheden is dat beiden tegelijk stijgen. Deze misvatting heeft echter een belangrijke tendens van misbruik, of verkeerd gebruik, om elk statistisch bewijs te ontkennen. In feite is dat ook een misvatting op zich, de ontkenning van causaliteit. Dit misbruik neemt twee basisvormen aan. Het eerste bestaat erin de significantie van correlaties te ontkennen die aangetoond werd met gecontroleerde gegevens, zoals die verkregen zouden worden tijdens een klinisch experiment. Het probleem met het veronderstellen van een causaal effect vanuit een pure correlatie is niet dat een causaal verband onmogelijk is; het is enkel dat er nog andere variabelen zijn die moeten overwogen worden en die niet a priori mogen uitgesloten worden. Een gecontroleerde test zal echter proberen om zoveel mogelijk variabelen te controleren. Verder is het, zelfs met alleen epidemiologische, of statistische bewijzen, nog steeds mogelijk om een sterke wetenschappelijke case op te bouwen voor een specifieke oorzaak. De manier om dit te doen bestaat erin te kijken naar meerdere onafhankelijke correlaties om te zien of ze allemaal wijzen naar dezelfde causale relatie. Bijvoorbeeld, er werd vastgesteld dat sigaretten roken correleert met het krijgen van longkanker. De tabaksindustrie beriep zich op de “Correlatie is geen causaliteit” logische misvatting, en beweerde dat dit geen causaliteit aantoonde. Ze stelden als alternatieve uitleg “factor X” voor, een derde variabele die zowel roken als longkanker veroorzaakt. We kunnen echter voorspellingen maken op basis van de “roken veroorzaakt kanker” hypothese. Indien dit een juist causaal verband is, dan zou de duur van roken moeten correleren met het kankerrisico, stoppen met roken zou het kankerrisico moeten verlagen, het roken van ongefilterde sigaretten zou een hoger kankerrisico moeten geven dan filtersigaretten, enz. Als al die hypothesen juist blijken te zijn, en dat zijn ze, is de “roken veroorzaakt kanker” hypothese beter ondersteund dan enig ander mogelijk causaal verband en is het geen logische misvatting om uit deze bewijzen te besluiten dat roken waarschijnlijk longkanker veroorzaakt. Veel mensen zullen niet zo verrast zijn over het bestaan van deze misvatting. Een heel populaire uitspraak die ik dikwijls hoor is: “Met statistieken kan je alles bewijzen”. Die uitspraak is niet helemaal fout, maar mensen die zo’n uitspraak doen gaan er daarna dikwijls van uit dat het daarmee gedaan is en dan stoppen ze met nadenken. Dat is verkeerd. Goede statistiek is een zeer moeilijke discipline en wordt heel dikwijls slecht gebruikt om verschillende redenen. De meest voorkomende reden is omdat veel mensen niet echt bedreven zijn in het uitvoeren van goede statistiek. Een tweede reden is dat men statistiek gebruikt als een manier van rationaliseren. Met andere woorden, men is overtuigd van een bepaald feit en probeert dan statistieken zo op te bouwen dat ze die overtuiging bewijzen. Heel dikwijls is het probleem een combinatie van beiden. Ook in een bedrijfssituatie kom je dat dikwijls tegen. Iemand die absoluut een bepaald project wilt goedgekeurd krijgen zal deze methoden bewust of onbewust gebruiken. Aangezien de managers die dan de beslissing moeten nemen dikwijls de tijd niet hebben om de studie in detail te onderzoeken slagen deze methoden meestal. Een typisch voorbeeld is dat men voor zo’n studie een verwachte winst uitrekent, maar daarbij niet vertelt hoe men de cijfers verzamelde om die winst te berekenen en ook geen waarschijnlijkheidsgebied aangeeft. Statistiek moet op een wiskundig verantwoorde manier uitgevoerd worden en het is belangrijk om bij de rapportering alle gegevens te vermelden. Hoe dikwijls zie je in rapporten iets als: “het gemiddelde is 42”. Dat cijfer is meestal volledig nutteloos. Het is belangrijk om daarbij ook de vertellen hoe variabel de gegevens zijn waarvoor dat gemiddelde berekend werd. Die variatie wordt aangegeven met de standaardafwijking. Als het om een steekproef gaat, dan is het ook belangrijk om te vermelden hoe groot de populatie van de steekproef is en hoe ze geselecteerd werd. Zijn bepaalde meetgegevens achteraf weggelaten? Alle punten die in rekening moeten gebracht worden bij een goede statistiek kunnen we hier niet behandelen. Je kan daar natuurlijk een goede cursus voor volgen. Als die statistiek dan volgens de regels van de kunst uitgevoerd wordt, dan is ze zelfs één van de krachtigste instrumenten van het wetenschappelijk onderzoek. In feite wordt statistiek zelfs in zo goed als elk onderzoek gebruikt. Als een astronoom bijvoorbeeld de roodverschuiving van een ster probeert te meten, dan doet hij dat niet één keer, maar zal hij verschillende metingen in verschillende omstandigheden en met verschillende meetinstrumenten uitvoeren en die dan samen statistisch verwerken om toevallige fouten te elimineren. In het begin van het millennium was er in de bedrijfswereld een grote hype die voor een groot deel gebaseerd was op deze misvatting. De hype heette DataMining. Dat is een techniek waarbij een computerprogramma gegevens van de meest diverse soorten naast elkaar legt en een correlatie tussen beide lijsten probeert te vinden. De belofte bestaat erin dat managers op die manier naar oorzaken kunnen zoeken die de winst van het bedrijf kunnen beïnvloeden. De waarheid is dat er heel veel correlaties gevonden worden die slechts schijnbaar zijn of helemaal geen oorzakelijk verband hebben. Het feit dat we zo gemakkelijk vallen voor deze twee logische misvattingen is heel goed uit te leggen vanuit de evolutieleer. Als je bijvoorbeeld vaststelt dat ruisen van het struikgewas dikwijls gevolgd wordt door het verschijnen van een tijger, dan heb je een overlevingsvoordeel als je steeds begint te vluchten wanneer het struikgewas begint te ruisen. Zelfs als er geen tijger uitkomt.

 

Specifiek pleiten of ad-hoc redeneren

Het willekeurig invoeren van nieuwe elementen om het betoog op te knappen. Bijvoorbeeld alle negatieve testen verwerpen en alle positieve aanvaarden.

Dit is een subtiele misvatting die dikwijls moeilijk te onderkennen is. Tijdens een discussie worden nieuwe elementen willekeurig ingevoerd om de verdediging te redden. Een goed voorbeeld is de ad-hocverwerping van negatieve test resultaten. Bijvoorbeeld, ESP. ESP staat voor Extra Sensory Perception, of letterlijk vertaald: buitenzintuiglijke waarneming. Een voorbeeld daarvan is buiten het lichaam treden. ESP is nog nooit aangetoond onder deugdelijke test omstandigheden, dus is ESP geen echt fenomeen. Verdedigers van ESP proberen om dit te weerleggen door te beweren dat ESP niet werkt in de nabijheid van sceptici. Deze misvatting wordt soms tot ridicule extremen gebracht waarbij meer en meer bizarre ad-hocelementen toegevoegd worden om experimenteel falen of logische inconsistentie uit te leggen. Creationisten zeggen dat de aarde en het heelal alleen veel ouder dan 6.000 jaar lijken omdat God het zo geschapen heeft alsof het al heel lang bestond.

Kersenplukken

Actief zoeken naar argumenten die voor je standpunt pleiten en de tegenargumenten negeren.

Een speciale vorm van specifiek pleiten is “kersenplukken”. Als je kersen plukt, dan neem je alleen die kersen die er rijp en lekker uitzien. De kersenpluk komt erop neer dat je enkel die argumenten kiest die voor je betoog pleiten, terwijl je de tegenargumenten verdoezelt. Kersenpluk wordt veel gebruikt door negationisten die de overweldigende bewijzen over de gaskamers naast zich neerleggen en tegelijk allerlei onnauwkeurigheden uitvergroten.

Confirmatie bias of confirmatieneiging

Aanwijzingen, die niet zwart of wit kunnen beoordeeld worden, zal je eerder ten gunste van het gewenste resultaat beoordelen.

Zoals veel misvattingen wordt deze misvatting dikwijls onbewust toegepast. Een speciaal geval van het onbewust toepassen van specifiek pleiten is de confirmatie bias. Deze fout wordt dikwijls zelfs gemaakt door goede wetenschappers. Confirmatie bias komt erop neer dat je alleen de feiten onthoudt die je eigen standpunt bevestigen en de feiten vergeet die ze ontkennen. Iemand die een bepaalde mening heeft zal onbewust zoeken naar argumenten die dat standpunt bevestigen. Het vergt discipline om ook de tegenargumenten systematisch bij te houden. Van Charles Darwin is bijvoorbeeld geweten dat hij een notitieboekje bijhield waarin hij alle argumenten opschreef die hij tegenkwam die een tegenargument konden zijn voor zijn theorie. Op die manier kon hij de confirmatie bias vermijden. De argumenten die zijn theorie bevestigden hoefde hij niet neer te schrijven want die kon hij zo onthouden. “Over de oorsprong der soorten” staat dan ook bol van dergelijke tegenargumenten en het boek wijdt dan ook uitgebreid aandacht aan de behandeling van die schijnbare tegenargumenten. Aanwijzingen die niet zwart of wit kunnen beoordeeld worden zal je eerder ten gunste van het gewenste resultaat beoordelen.

Tu quoque

Jij ook! Een verkeerde actie verantwoorden omdat iemand anders het ook doet. “Mijn bewijs is misschien fout, maar de jouwe ook.”

Tu quoque betekent “jij ook”. Het gaat hier om een poging om een verkeerde actie te verantwoorden omdat iemand anders het ook doet (twee maal verkeerd maakt juist). “Mijn bewijs is misschien fout, maar het jouwe ook.” Deze misvatting wordt dikwijls bedreven door voorstanders van verschillende vormen van alternatieve geneeskunde. Zij zeggen dat er misschien geen bewijs is voor hun therapie maar dat er reguliere therapieën zijn die ook nog niet bewezen zijn. Ook creationisten wijzen, dikwijls zelfs onterecht, op het feit dat verschillende zaken door de evolutietheorie niet kunnen verklaard worden en op basis daarvan gaan ze ervan uit dat zij zelf dus ook geen bewijs hoeven te voeren voor hun eigen stelling. Politiek correcte mensen pleiten dat je van moslims moet aanvaarden dat ze hun eigen normen hebben en vrouwen discrimineren omdat wij dat in de middeleeuwen ook deden. In feite is die bewering analoog aan bijvoorbeeld zeggen dat we aan indianenstammen in de jungle geen moderne geneesmiddelen mogen geven omdat wij dat ook nog niet hadden toen we zo leefden.

 

Ad hominem

(Op de man) De man in plaats van de bal spelen. De persoon aanvallen in plaats van de argumenten. (bvb iemand verwijten van bekrompenheid).

Bij een ad hominem argument ga je de persoon in plaats van zijn beweringen aanvallen. Meer algemeen zal men bij een ad hominem argumenteren dat een bewering niet waar kan zijn omdat de persoon die ze uitspreekt een negatieve eigenschap heeft. Echte believers zullen deze misvatting toepassen door de argumenten van een scepticus te weerleggen door te stellen dat sceptici een bekrompen geest hebben. Sceptici anderzijds, kunnen in de val trappen om de beweringen van ufo-believers af te wijzen door te stellen dat mensen die in ufo’s geloven zot of dom zijn. Soms is deze misvatting subtieler. Bijvoorbeeld, ongewenste onderzoeksresultaten kunnen afgewezen worden omdat de onderzoekers blijkbaar met een belangenconflict zitten. Belangenconflicten kunnen een verantwoorde bezorgdheid zijn, maar dit te pas en te onpas gebruiken, zelfs bij het kleinst mogelijke potentiële conflict, om de resultaten van een onderzoek af te wijzen is a priori niet veel meer dan een ad-hominemmisvatting. In discussies moet je er alles aan doen om deze bewering te vermijden en de tegenpartij erop te wijzen als hij die gebruikt. Ze is er dikwijls de oorzaak van dat de gemoederen opgehitst geraken. Omgekeerd kunnen mensen zich ook ophitsen omdat ze een repliek op hun argumenten soms als een ad hominem ervaren omdat ze zich zo sterk met hun standpunt vereenzelvigd hebben. Paragnosten gebruiken deze misvatting frequent. Wanneer ze proberen om iemands verleden te reveleren en het lukt niet, dan verwijten ze de klant dat hij zich niet open stelt. De meest gebruikte techniek bij helderzienden sessies is “cold reading” of in het Nederlands “koude lezing”. Het is belangrijk om te beseffen dat heel veel paragnosten deze techniek onbewust gebruiken. Met andere woorden, velen zijn er zelf van overtuigd dat ze echte gaven hebben en passen cold reading onbewust toe. Cold reading komt erop neer dat de paragnost begint met een zeer algemeen feit te vermelden dat bij heel veel mensen van toepassing is. Op basis van de, soms zeer subtiele, gelaatsuitdrukking van de klant, kunnen ze afleiden of ze in de goede richting geraden hebben of niet. Op basis van dat resultaat kan hij dan geleidelijk aan de uitspraak concreter maken en de volgende uitspraak laten afhangen van de reactie van de klant. De uitspraken worden steeds op een zeker niveau van vaagheid gehouden zodat ze bij een misser tot een treffer kunnen gedraaid worden. Bijvoorbeeld: “Ik zie… een ziekte”. Als de klant schrikt, kan hij in de volgende vraag dieper ingaan met bijvoorbeeld: “Ik hoor…wind…”. Als de eerste uitspraak een misser was dan kan de ziener deze ombuigen door bij de volgende opmerking te zeggen dat de ziekte met een dierbare persoon te maken heeft. De tweede uitspraak kan geïnterpreteerd worden als een ziekte van de luchtwegen of in geval van een misser kan die gedraaid worden naar hoofdpijn waarbij de wind verwijst naar suizen in het hoofd verwijst. In de Vlaamse politiek is het Cordon Sanitaire tegen het Vlaams Belang eigenlijk een ad hominem. Voor alle duidelijkheid, ik steun ook het programma van het Vlaams Belang over het algemeen niet. Maar elk voorstel dat uit die hoek komt a priori afwijzen is een ad hominem.

Subtype: Argument van vroegere fout

Omdat iemand vroeger een fout maakte kan hij niets meer juist doen.

Deze vorm van de ad-hominemmisvatting argumenteert dat de huidige beweringen van een persoon of groep foutief zijn omwille van fouten die in het verleden gemaakt zijn. Creationisten, bijvoorbeeld, refereren dikwijls naar fraude op fossielen, of de ontdekking van levende soorten waarvan men vroeger dacht dat ze uitgestorven waren om de huidige bewijzen van evolutie te weerleggen. Een ander creationistisch geval dat steeds wordt aangehaald is de kaak van de zogenaamde Piltdownmens mens, die achteraf van een moderne aap bleek te zijn. Wat de creationisten er wel niet bij vertellen is dat het wel paleontologen waren die ook de fout vaststelden en corrigeerden. Dat is precies één van die belangrijke misverstanden die er bestaan over de voortschrijding van de wetenschap. Buitenstaanders denken dikwijls dat het een lineair proces is waarbij testen gedaan worden en er dan een theorie wordt opgesteld dat die testen uitlegt om dan naar de volgde testen over te stappen. In werkelijkheid lijkt wetenschap veel meer op de processie van Echternach. Bepaalde hypothesen blijven een tijd bestaan totdat er iets gevonden wordt dat ze tegenspreekt. Dan zoekt men naar andere mogelijke verklaringen. Soms stelt men hypothesen voor op basis van testen, maar die testen blijken achteraf niet herhaalbaar door andere mensen zodat ze weer worden verworpen en zo voort. Het proces van de wetenschap is veeleer zoals een spiraal waarbij men voortdurend heen en terug gaat om dingen te herzien, maar stapje voor stapje, heel traag vooruitgang boekt. In een latere aflevering ga ik dieper ingaan op de wetenschappelijke methodes.

 

Het gedeelte hieronder moet nog overgezet worden naar het formaat van hierboven. Excuses voor het ongemak tijdens het lezen.

 

  • Ad ignorantum
    Argument van onwetendheid. Er zijn nog zo veel dingen die we niet weten, dus kan het zijn dat X wel waar is maar dat we de wetenschap erachter nog niet kennen.
  • Afwezigheid aan bewijs verwarren met bewijs van afwezigheid
    Het is niet omdat iets niet bewezen is, dat het niet waar is. Maar het is belangrijk om ook de randvoorwaarden in rekening te nemen en hoeveel er gezocht is.
  • Argumentatie van persoonlijk ongeloof
    Ik kan dit niet uitleggen, me inbeelden of begrijpen, dus kan het niet waar zijn. Nochtans is de realiteit niet beperkt door onze mogelijkheden om ze te begrijpen, of door waar we ons goed bij voelen.
  • Zich beroepen op het bespottelijke
    Het kan niet waar zijn omdat het belachelijk is.
  • Momenteel onverklaard verwarren met onverklaarbaar
    Het feit dat we op dit moment geen adequate uitleg hebben voor een fenomeen, betekent nog niet dat het fenomeen voor altijd onverklaarbaar is, of dat het daarom de wetten van de natuur overtreedt of een paranormale uitleg nodig heeft.
  • Valse dichotomie
    Willekeurig een verzameling van vele mogelijkheden terugbrengen tot twee. Aangezien bewering A niet waar is, moet B wel waar zijn. Vaak zijn er nog vele andere mogelijke verklaringen.
  • Vals continuüm
    Aangezien er geen duidelijke afbakening is tussen twee extremen, is het verschil tussen de twee extremen niet echt van betekenis.
  • Inconsistentie
    Bepaalde criteria of regels toepassen op één geloof, bewering, argumentatie of standpunt, maar niet op andere. bvb: aparte wetgeving voor reguliere en alternatieve geneesmiddelen.
  • De schuivende doelstelling
    Een methode van ontkenning waarbij de criteria voor het “bewijs” of aanvaarding willekeurig verschoven worden buiten het bereik van de bestaande bewijzen.
  • Reductio ad absurdum
    Als alle premissen als waar aangenomen worden, leidt het noodzakelijkerwijze tot een absurde (onware) conclusie, zodat automatisch minstens één van de premissen vals moet zijn.
  • Glijdende helling
    Een standpunt is niet consistent of houdbaar omdat het aanvaarden van een standpunt inhoudt dat het extreme van de positie ook aanvaard moet worden. (bvb legalisatie van euthanasie)
  • Valse analogie
    Dit is elk argument dat gebaseerd is op een analogie die niet opgaat omwille van belangrijke verschillen tussen de situaties die vergeleken worden.
  • Stroman
    Dit is een betoog tegen een standpunt dat je specifiek creëert omdat het gemakkelijk is om ertegen te betogen, eerder dan het standpunt dat in werkelijkheid aangehouden wordt door degenen die je eigen visie tegenspreken.
  • Tautologie
    Cirkelredenering. Wat betekent dat het besluit ook de premisse is. De structuur van zo’n argument is A=B, bijgevolg is A=B, alhoewel de premisse en het besluit op een verschillende manier geformuleerd kunnen zijn zodat het niet onmiddellijk duidelijk is dat beiden hetzelfde betekenen.

Besluit

Ad ignorantum

Dat is Latijn voor “uit onwetendheid”. Dit argument komt erop neer dat een geloofspunt waar is omdat we niet weten dat het niet waar is. Verdedigers van extrasensorische waarnemingen (ESP), bijvoorbeeld, benadrukken dikwijls hoeveel we nog niet weten over het menselijk brein. Daarom beweren zij dat het mogelijk is dat het brein in staat is om signalen te verzenden over een afstand. Ufo-voorstanders zijn misschien wel de frequentste schenders van deze misvatting. Bijna elke ufo-getuigenis is uiteindelijk een argument van onwetendheid – lichten of objecten die aan de hemel gezien worden zijn onbekend en dus zijn het ruimteschepen van buitenaardse wezens. Intelligent design is bijna volledig gebaseerd op deze misvatting. Het kernargument voor intelligent design is net dat er in de natuur dingen bestaan die nog niet volledig verklaard zijn door de evolutietheorie. Daarom besluiten ze dat een machtige intelligente designer ze gecreëerd moet hebben. Als atheïst krijg je dikwijls het verwijt te horen dat het zeer arrogant is om er als mens van uit te gaan dat er geen God bestaat omdat de mens niet alles kan weten. Het feit dat we niet kunnen weten dat er geen God bestaat, betekent niet dat die wel bestaat.

Afwezigheid van bewijs verwarren met bewijs van afwezigheid

Deze misvatting snijdt aan beide kanten. Met andere woorden, men kan veronderstellen dat de afwezigheid van bewijs aantoont dat een bewering of feit niet klopt. Aan de andere kant, zou men de afwezigheid van bewijs kunnen afdoen als betekenisloos – dat het dus helemaal niet betekent dat iets niet waar is. In feite moet je afwegen hoe grondig er naar bewijs gezocht werd, en of de gebruikte instrumenten en technieken in staat zijn om bewijzen te vinden. Bijvoorbeeld, als je de bodem van de zee bevist met netten met gaten van 2 cm, om het leven in die zee te bestuderen, zal je waarschijnlijk je geen schepsels vinden die kleiner zijn dan 2 centimeter. Het zou onlogisch zijn om daaruit te besluiten dat er geen vissen in die zee leven die kleiner zijn dan 2 centimeter. Deze misvatting is centraal in het Bigfoot debat. Bigfoot zou een soort grote aap zijn die in de Amerikaanse bossen zou leven. Een gelijkaardig geloof bestaat ook in de Himalaya met de grote sneeuwman of Jeti. Gelovers in Bigfoot beweren dat de afwezigheid van hard bewijs over het bestaan van Bigfoot geen bewijs is dat Bigfoot niet bestaat. Sceptici, echter, argumenteren dat een populatie van grote zoogdieren die in Noord Amerika leven toch enige sporen zou moeten nalaten, zoals een occasioneel kadaver . Gelovigen maken gebruik van deze misvatting om te argumenteren dat de kans dat God bestaat 50% is. Bertrand Russell maakte hieromtrent de vergelijking met de vliegende theepot. Hij postuleerde dat er ergens tussen Mars en Jupiter een theepot in een baan rond de zon draait. Het is onmogelijk om te bewijzen dat dit niet waar is. Toch kan je moeilijk zeggen dat de bewering van Russell een waarschijnlijkheid heeft van 50 %. Deze misvatting raakt trouwens aan één van de fundamenten van het wetenschappelijk denken. Volgens de wetenschapsfilosoof Karl Popper, moet een goede wetenschappelijke theorie falsifieerbaar zijn. Dat betekent dat je een test kan bedenken die aantoont dat de theorie niet klopt. Zo kan je de theorie van de zwaartekracht falsifiëren als je kan aantonen dat twee lichamen mekaar in bepaalde omstandigheden afstoten, of op een andere manier aantrekken. De evolutietheorie zou je kunnen falsifiëren als je het geraamte van een paard zou vinden in de aardlagen van het Jura zou vinden. De theorie van de theepot van Russell is niet falsifieerbaar. Het bestaan van een abstracte God is ook niet falsifieerbaar. Van zodra die God zich echter met de wereld gaat bezighouden, zoals bijvoorbeeld de God uit de bijbel of de koran, dan is hij wel falsifieerbaar omdat je zijn interactie met de mens of de wereld kan testen.

Argumentatie van persoonlijk ongeloof

Ik kan dit niet uitleggen, inbeelden of begrijpen, dus kan het niet waar zijn. Nochtans is de realiteit niet beperkt door onze mogelijkheden om het te begrijpen, of door waar we ons goed bij voelen. Creationisten zeggen soms dat evolutie niet juist kan zijn omdat ze zich niet kunnen inbeelden dat iets dat zo complex is als het leven, het resultaat zou zijn van een natuurlijk blind proces. Maar dat betekent natuurlijk niet dat het leven niet evolueerde . Er zijn nochtans heel interessante proeven die aantonen dat het intuïtief inzicht dat een mens heeft soms zeer bedrieglijk kan zijn. Een heel bekend voorbeeld daarvan is het Monty Hall probleem uit de waarschijnlijkheidsleer. Monty Hall was een bekende quizmaster in Amerika. Dat gaat zo: Een televisiequiz. Bij de finale plaatst de quizmaster de winnaar voor drie gesloten kastjes. In één van de kastjes zitten de autosleutels van de hoofdprijs. Als hij het juiste kastje raadt mag hij de wagen hebben. De kandidaat duidt een deur aan. De quizmaster wil de spanning erin houden en gaat naar de kastjes en opent één van de kastjes die de kandidaat NIET had aangeduid. Dat kastje is natuurlijk leeg. Dan zegt de quizmaster aan de kandidaat dat hij nog van gedacht mag veranderen en eventueel de andere deur kiezen. De vraag is nu: Wat kan je best doen? Bij je eerste gedacht blijven? De andere deur kiezen dan deze die je eerst aangeduid had? Of maakt het allemaal geen verschil? Bijna alle mensen antwoorden op dit vraagstuk dat het helemaal geen verschil maakt. Nochtans is het juiste antwoord dat je van keuze moet veranderen. Wanneer je aan mensen dit juiste antwoord geeft, dan geloven ze het niet. Je kan het nochtans wiskundig uitrekenen, of, gewoon samen met iemand anders verschillende keren proberen en dan zal je vaststellen dat als je van keuze verandert, in 2/3 van de keren prijs hebt, terwijl je slechts in 1/3 van de keren prijs hebt als je niet verandert. Op WikipediA kan je een uitgebreide uitleg vinden door te zoeken naar het Driedeurenprobleem.. http://nl.wikipedia.org/wiki/Driedeurenprobleem

Subtype: Zich beroepen op het bespottelijke

Deze vorm van argumentatie van persoonlijk ongeloof betoogt dat een bewering fout is omdat ze bespottelijk lijkt. Natuurlijk zijn er beweringen die bespottelijk zijn en dan is het verantwoord om tot zo’n besluit te komen na een zorgvuldig onderzoek van de logica en de bewijzen. Maar het is een misvatting om een bewering à priori af te wijzen door ze eenvoudigweg bespottelijk of absurd te noemen. Veel ideeën die oorspronkelijk vergezocht leken, zoals de notie dat ziekten veroorzaakt worden door onzichtbaar kleine organismen, of ruimte en tijd die relatief zijn, werden later wetenschappelijk bevonden. De fosburyflop (of kortweg flop) is de naam voor een springtechniek die gebruikt wordt bij het hoogspringen. De techniek is op de Olympische Zomerspelen van 1968 in Mexico-stad geïntroduceerd door de Amerikaanse atleet Dick Fosbury. Overigens is Fosbury niet de uitvinder van de nieuwe techniek. Reeds in 1912 gebruikte zijn landgenoot Clinton Larson een vergelijkbare sprongtechniek. Fosbury werd toen door het publiek met hoongelach onthaald voor zijn belachelijke sprong. Dat gelach was snel verstomd toen hij op het hoogste schavotje stond en het wereldrecord verpulverd had. Nu gebruiken de hoogspringers alleen nog deze techniek. Meer informatie over deze sprong kan je vinden op WikipediA. http://nl.wikipedia.org/wiki/Fosburyflop

Momenteel onverklaard verwarren met onverklaarbaar

Het feit dat we op dit moment geen goede uitleg hebben voor een fenomeen, betekent nog niet dat het fenomeen voor altijd onverklaarbaar is, of dat het daarom de wetten van de natuur overtreedt of een paranormale uitleg nodig heeft. Een voorbeeld hiervan is de “God van de gaten” strategie van creationisten die elk door de evolutie onverklaard fenomeen als onverklaarbaar bestempelen en dus als een tussenkomst van God. De geschiedenis van de wetenschap heeft ons echter geleerd dat zelfs de meest onverzettelijke mysteries van de natuur uiteindelijk moeten wijken voor wetenschappelijk onderzoek.

Valse dichotomie

Deze misvatting bestaat erin dat men willekeurig een verzameling van vele mogelijkheden terugbrengt tot twee. Bijvoorbeeld, evolutie is niet mogelijk, dus moeten we gecreëerd zijn (verondersteld dat dit de enige twee mogelijkheden zijn). In feite kan deze misvatting toegepast worden in gelijk welke voorbarige beperking van het aantal mogelijke verklaringen voor een fenomeen – niet noodzakelijk tot slechts twee mogelijkheden. ufo-voorstanders bijvoorbeeld, zullen een waarneming dikwijls analyseren door te zeggen dat het object geen vliegtuig was, geen ballon, en geen hemellichaam, en bijgevolg was het een vliegende schotel. Ze limiteren de lijst van mogelijkheden tot een aantal gemakkelijk af te wijzen keuzes en de gewenste keuze, terwijl ze vele andere mogelijkheden buiten beschouwing laten. Deze misvatting kan ook gebruikt worden om een continuüm van variatie te vereenvoudigen tot twee zwart-of-witkeuzes . Bijvoorbeeld, wetenschap en pseudowetenschap zijn geen twee discrete entiteiten, maar de methodes en beweringen van deze twee pogingen tot het beschrijven van de realiteit, lopen over een continuüm van het ene extreem tot het andere. In de politiek wordt deze misvatting dikwijls teruggevonden bij extreme groepen. Zo zullen kapitalistische partijen er dikwijls op wijzen hoe een communistisch regime leidt tot algemene armoede en de vooruitgang stopt. Communisten zullen wijzen op de excessen van het kapitalisme en de gevolgen ervan voor de gewone man en voor het milieu. Waarschijnlijk liggen de beste politieke modellen echter ergens tussen beide modellen. In systemen waarbij een noodzakelijke controle bestaat, maar er tegelijk ook genoeg ruimte bestaat voor privé initiatieven. Extremisten maken gemakshalve de opdeling tussen mensen op basis van bepaalde eigenschappen zoals bijvoorbeeld huidskleur. Ze delen graag op tussen zwarte en witte of bruine en witte, maar als je beter rondkijkt dan stel je vast dat er eigenlijk een continue variatie van huidskleuren bestaat en dat het in werkelijkheid onmogelijk is om een strikte scheiding tussen deze groepen te maken. Ook het naziregime heeft ook moeten vaststellen dat het Arische ras eigenlijk niet bestaat. De valse dichotomie wordt heel dikwijls gebruikt omdat we de neiging hebben om dingen te vereenvoudigen om er beter vat op te krijgen. Het bestaan van stereotypen is zo’n voorbeeld. Ik betrap er mezelf ook dikwijls op. Het opbouwen van stereotypen om zaken zoals bijvoorbeeld maatschappijen beter te begrijpen is op zich niet verkeerd. Het kan helpen om een cultuur beter te begrijpen, maar je mag niet uit het oog verliezen dat het maar een vereenvoudigd model is en je moet ook voortdurend openstaan om je mening te herzien. Het is goed om te begrijpen hoe de culturen van bijvoorbeeld een Fransman en een Duitser in elkaar zitten als je met hen in contact komt in je professionele leven. Een Fransman zal tijdens een vergadering vriendelijk zijn en nooit tegenspreken, maar na de vergadering doet hij gewoon zijn goesting. Voor een Fransman worden de beslissingen namelijk voor de vergadering genomen. De vergadering zelf dient alleen om formeel te bekrachtigen. Een Duitser zal een zeer harde vergadering houden en zijn standpunten soms zelfs op een vrij agressieve manier verdedigen. Maar na de vergadering zal hij zich houden aan de gemaakte afspraken, zelfs als ze niet overeenkomen met zijn eigen standpunten. Dat zijn twee modellen die helpen om deze twee bevolkingsgroepen beter te begrijpen, maar het zijn stereotypen. Ik ken heel veel Fransmannen die zich wel aan de afspraken houden en ook veel Duitsers die steeds vriendelijk zijn in vergaderingen.

Vals continuüm

Dit komt neer op het idee dat, aangezien er geen duidelijke afbakening is tussen twee extremen, het verschil tussen de twee extremen niet echt van enige betekenis is. Er is een grijze zone tussen cultussen en religies, dus zijn ze eigenlijk hetzelfde. Deze misvatting is vooral belangrijk om de context van de geneeskunde te begrijpen, de meeste menselijke behandelingen variëren over een Gausscurve van variatie. “Ongezond” wordt dikwijls gedefinieerd als te ver naar één of ander extreem overhellen. De vals-continuüm logische misvatting wordt dan soms gebruikt om te argumenteren dat deze extremen slechts een deel zijn van een continuüm en dus irrelevant zijn. Maar dat is hetzelfde als zeggen dat “klein” en “groot” geen betekenis hebben omdat de menselijke lengte een continuüm van variatie is. Bloeddruk is een goed voorbeeld. We kunnen op een zinvolle manier bloeddruk definiëren omdat het correleert met een verhoogd risico op bepaalde ziektes, zoals hartaanvallen, ondanks het feit dat “hoge bloeddruk” een bovengrens is van een continuüm van variatie . Deze logische misvatting stelt voor een stuk het ongemak voor dat gebonden is aan het concept van een grijze zone tussen twee extremen. Maar zo’n grijze zones zijn meer regel dan uitzondering in deze complexe wereld. In politiek correcte middens wordt kritiek op de islam nogal gemakkelijk afgedaan als racistisch of islamofoob. Ik denk dat er nochtans een essentieel verschil bestaat tussen een fascistische vorm van het catalogeren van moslims als minderwaardig, en iedereen wijzen op de gevaren van een doctrine die een groot aantal principes heeft die indruisen tegen de fundamentele rechten van de mens. Zo ben ik heel veel mensen tegengekomen die de Nederlandse politicus Geert Wilders als racistisch bestempelen omwille van zijn film “Fitna”. Ik vond dat, als je kritiek wil uiten op een film, je eerst moet zorgen dat je hem gezien hebt. Dus heb ik de moeite genomen om de film bij de publicatie onmiddellijk te downloaden zodat ik me een mening kon vormen. Het was voor mij allang duidelijk dat YouTube de film heel snel zou blokkeren. Dat is dan ook gebeurd. Een aantal alternatieve-filmsites, zoals “WikiLeaks” hebben de film wel ter beschikking gesteld. Ik heb de film dus bekeken. En ik heb niets racistisch gevonden in de film… Toch niet vanwege Wilders. De film bestaat uit een aaneenschakeling van beelden die uit het nieuws geknipt zijn en over de islam gaan. Telkens voor elk fragment toont hij een vers uit de koran dat, toeval of niet, klinkt als een opdracht voor de actie die in de scène erna getoond wordt. Volgens mij is dit niet echt racistisch. Naar mijn mening zijn racistische argumenten Ad Hominem argumenten. Zoals bijvoorbeeld in een toespraak spreken over de joden, maar het hebben over “zwijnen”. In de film zie je een imam die de joden zo noemt. Mijn punt is dat men een vals continuüm veronderstelt tussen mensen die al dan niet terecht kritiek geven op een leer en mensen die a priori tegen alles zijn wat vreemd is. In dit voorbeeld kan je ook een argument van vroegere fout terugvinden. Sommige mensen zullen de film van Wilders niet willen aanvaarden omdat ze het niet eens zijn met zijn politieke opvattingen. Ik ken persoonlijk zijn politiek programma niet goed, maar dat zou geen rol mogen spelen in de beoordeling van zijn film. Wilders is trouwens niet origineel met zijn film. Onder andere Theo Van Gogh heeft in zijn film “Submission” ook de immoraliteit van de islam aangeklaagd. Nog een misvatting die je hier kan terug vinden is ‘specifiek pleiten’. Niemand heeft er problemen mee dat de katholieke kerk bekritiseerd wordt. Maar als de islam bekritiseerd wordt ligt het allemaal veel gevoeliger.

Glijdende helling

Deze logische misvatting is dat het betoog van een persoon niet consistent of houdbaar is omdat het aanvaarden van een standpunt inhoudt dat het extreme van de positie ook aanvaard moet worden. Maar gematigde standpunten leiden niet noodzakelijk tot het afglijden naar het extreme. Er kunnen verantwoorde redenen zijn om gematigde standpunten te aanvaarden. Bijvoorbeeld mensen zoals Thomas Szasz, die geloven dat mentale ziekten niet bestaan, betogen dat als we depressie als een ziekte classificeren, dat zal leiden tot regeringen die politiek protest classificeren als een mentale ziekte, omdat ze beiden mentale toestanden zijn. Dit glijdende-hellingargument verwaarloost de belangrijke verschillen tussen een stoornis van verzwakt gemoed en een politiek standpunt. In het islamofobiedebat wordt dikwijls vermanend verwezen naar de manier waarop nazi-Duitsland destijds de joden stigmatiseerde. Nochtans is het belangrijk dat gerechtvaardigde kritiek kan geuit worden. Als met die kritiek op een rationele manier wordt omgegaan en men steeds oplet niet te vervallen in ad hominem, dan zal men niet afglijden. Het is belangrijk om de kritiek te richten op het gedachtegoed en niet op de mensen die in dat gedachtegoed zijn opgegroeid. Dat is trouwens ook een essentieel verschil met de nazi’s. Joden werden vervolgd omdat ze behoorden tot een bepaalde stamboom. Het abortusdebat en het euthanasiedebat hebben ook te maken met deze misvatting. Tegenstanders gaan er soms van uit dat, als we het legaliseren, er geen rem meer op zal staan. Nochtans zijn er situaties waarbij elk weldenkend mens voor abortus of euthanasie zou kiezen.

De schuivende doelstelling

Een methode van ontkenning waarbij de criteria voor het “bewijs” of aanvaarding willekeurig verschoven worden buiten het bereik van de bestaande bewijzen. Creationisten zijn het bekendst om deze misvatting. In Darwin’s tijd, argumenteerden ze dat, opdat evolutie waar zou zijn, er een overervingmechanisme zou moeten bestaan dat nieuwe variaties in staat stelt om doorgegeven te worden zonder dat ze opnieuw verdwijnen in de rest van de populatie. Mendel’s ontdekking van “genen” was het mechanisme dat verwacht werd. Toen argumenteerden de creationisten dat als evolutie waar zou zijn, er veel overgangsfossielen zouden moeten zijn, maar geen enkele hoeveelheid aan ontdekkingen van overgangsfossielen lijkt genoeg te zijn om hen te overtuigen. Volgens Intelligent Designers zijn er bepaalde biologische paden voor sommige biologische structuren die niet kunnen verklaard worden door evolutie., Maar steeds opnieuw vinden wetenschappers verklaringen voor evolutionaire paden. Dus zoeken de creationisten gewoon naar nieuwe bevindingen die nog niet verklaard werden en gaan zo gewoon verder met het verschuiven van de doelstelling.

Reductio ad absurdum

In de formele logica is de reductio ad absurdum een verantwoord argument. Het volgt de vorm dat als alle premissen als waar aangenomen worden, het noodzakelijkerwijze leidt tot een absurde (onware) conclusie zodat automatisch minstens één van de premissen vals moet zijn. Deze techniek wordt regelmatig in de wiskunde toegepast. Vooral om te bewijzen dat iets niet kan bestaan. De term wordt hier eerder gebruikt om te wijzen op het misbruik van deze wijze van argumenteren, door de logica uit te breiden om een absurd besluit te forceren. Bijvoorbeeld, een ufo-enthousiasteling betoogde ooit dat als je sceptisch was over het bestaan van buitenaardse bezoekers, je ook sceptisch moet zijn over het bestaan van de Grote Chinese Muur, aangezien je deze ook nog nooit persoonlijk gezien heb. Dit is een foutieve Reductio ad absurdum omdat hij andere bewijzen dan persoonlijke ooggetuigenis en logische gevolgtrekking verwaarloost. Concreet, sceptisch zijn over ufo’s vereist niet dat men sceptisch is over het bestaan van de Grote Muur.

Inconsistentie

Bepaalde criteria of regels toepassen op één geloof, bewering, argumentatie of standpunt, maar niet op andere. Bijvoorbeeld, sommige consumentenverenigingen argumenteren dat we een strengere regelgeving voor het voorschijven van geneesmiddelen nodig hebben om hun veiligheid en werking te verzekeren, maar argumenteren tegelijk dat medische kruiden (eigenlijk zijn kruiden ook medicamenten) verkocht zouden moeten worden zonder enige reglementering voor hun veiligheid en werking. Inconsistentie is soms heel moeilijk terug te vinden. De wet Colla op de reglementering van alternatieve geneeswijzen is ook een voorbeeld van inconsistentie omdat alle geneeswijzen, alternatief of niet, op dezelfde manier zouden moeten behandeld worden om gereglementeerd te geraken. De wetgeving rond alternatieve geneeswijzen voert echter een verschillende regelgeving in voor alternatieve dan voor reguliere geneeskunde.

Valse analogie

Dit is elk argument dat gebaseerd is op een analogie die niet opgaat omwille van belangrijke verschillen tussen de situaties die vergeleken worden.

Stroman

Dit is een betoog tegen een standpunt dat je je tegenstanders in de mond legt omdat het gemakkelijk te weerleggen is. Dat is comfortabeler dan het werkelijke standpunt van je tegenstanders aan te pakken. Deze misvatting bestaat erin de visie van de tegenstander zo verkeerd voor te stellen dat ze gemakkelijk kan aangevallen worden. Ufo-voorstanders (en veel andere echte believers) wijzen sceptici dikwijls terecht door te zeggen dat ze alles verwerpen wat ze niet kunnen zien met hun eigen ogen. Dit is een stromanargument omdat wetenschappers logische gevolgtrekking als een verantwoorde methode aanvaarden. Ook metingen van parameters die de mens met zijn zintuigen niet kan waarnemen worden in de wetenschap voortdurend gebruikt. Ik heb nog nooit een zwart gat gezien, maar ik aanvaard hun bestaan omdat de bewijzen heel sterk tot hun bestaan doen besluiten. Alternatieve geneeswijzen zeggen nogal gemakkelijk dat hun therapie “holistisch” is. Wat het woord “holistisch” dan echt betekent is meestal niet duidelijk. Als je hen vraagt wat ze met dat woord bedoelen, krijg je een nogal verwarde uitleg zoals: “Wij behandelen niet de ziekte op zich, maar wel de patiënt in zijn geheel”. Wat er dan precies gedaan wordt is niet helemaal duidelijk en als je die vraag stelt, dan krijg je een soort uitleg over energie in je lichaam en zo. De manier waarop het woord energie hier dan wordt gebruikt heeft echter helemaal niets te maken met energie zoals het gedefinieerd wordt in de wetenschappen. Daaraan zal ik nog een aparte uitzending wijden. Een andere uitleg die dan gegeven wordt is iets over de westerse en de oosterse manier van denken, waarbij westerlingen zich enkel bezig houden met de delen terwijl de oosterlingen zich met het geheel bezig houden. Daarbij worden dan meestal de magische woorden uitgesproken: “Het geheel is meer dan de som van de delen”. Hiermee suggereert men dat men in het “westerse” denken enkel kijkt naar de delen en in het “oosterse” denken men het geheel bekijkt. In één ruk wordt daarbij gesuggereerd dat de algemeen aanvaarde manier van wetenschappelijk denken en geneeskunde bedrijven overeenkomt met de “westerse deeltjes” theorie terwijl de alternatieve geneeswijzen net zoals de oosterse filosofie de “oosterse holistische” benadering volgen. Met oosters bedoelt men dan meestal de landen waar het boeddhisme beleden wordt. Dan denkt men vooral aan India, China en Japan. Het is zeker interessant om op te merken dat deze uitspraken altijd komen van westerlingen. Daar is heel wat over te zeggen. Ten eerste is de opdeling van het wetenschappelijk denken in een oosterse en een westerse filosofie verkeerd. Als je naar de werkelijkheid kijkt, dan stel je vast dat het oosten heel sterk meedoet met het traditionele wetenschappelijke denken. Japan staat al decennia aan de top van de wetenschappelijke activiteiten. China is in sneltreinvaart in het wetenschappelijk en technologisch tijdperk aan het stappen en India heeft ook al een lange wetenschappelijke traditie. India heeft al verscheidene Nobelprijswinnaars afgeleverd waaronder astronoom Subrahmanyan Chandrasekhar. Het oosten heeft zeker een belangrijke toegevoegde waarde geleverd aan de wetenschappelijke en technologische methodes. Door een verschil in cultuur met het westen, zullen ze zaken dikwijls vanuit een andere invalshoek benaderen. Een voorbeeld daarvan zijn alle technieken rond integrale kwaliteitszorg in de industrie die uit Japan komen. Zulke verbeteringen worden heel snel in de wetenschappelijke methodes opgenomen. Het mooie aan de wetenschappelijke methoden is dat het geen statische verzameling is van principes en methodes, maar voortdurend evolueren en verbeterd worden. De wetenschappelijke methodologie is universeel en cultuuronafhankelijk. Ze staat open voor elke vorm van verbetering, onafhankelijk vanuit welke hoek die verbeteringen komen. Volgens mij bestaat er dus niet zoiets als een westerse en een oosterse wetenschappelijke methode. Er bestaat alleen zoiets als goede wetenschap en slechte wetenschap. Beiden worden overal ter wereld beoefend door zowel westerlingen als oosterlingen. In mijn tweede bedenking over “holistisch” wil ik aangeven dat dit een stromanargument is. Met de fameuze uitspraak “het geheel is meer dan de som van de delen” beweert men dat men in het westen, of meer algemeen traditionele wetenschap of geneeskunde zich enkel bezig houdt met de delen en niet met het geheel. Laten we even kijken naar de feiten. Een mooi voorbeeld van de wetenschappelijke vooruitgang, dat waarschijnlijk bij veel mensen tot de verbeelding zal spreken, is de uitvinding van het vliegtuig. Is het niet fantastisch dat de mens in staat is om een toestel van meer dan 400 ton te bouwen dat kan vliegen, en dan nog aan een snelheid van 900 km/u? Dat is allemaal mogelijk dankzij de wetenschap. Wel, ik wil nu de eerste vliegtuigingenieur tegenkomen die zich enkel bezighoudt met de onderdelen van het vliegtuig. Als je die onderdelen samen in een hangaar legt en dan wacht tot het geheel de lucht in gaat, zal je nog lang mogen wachten. De werkelijkheid is natuurlijk dat je, om een vliegtuig te kunnen bouwen, je je zowel met het geheel als met de delen moet bezig houden. Het succes van het ingenieursvak bevindt zich juist in de kunst om een groot probleem van boven naar onder (top down) te analyseren en het dan van onder naar boven (bottom up) opnieuw te synthetiseren. Maar beiden zijn belangrijk. Als niemand zich bezig houdt met het geheel, dan zal je onmogelijk iets werkbaars kunnen realiseren. Maar als niemand zich bezig houdt met de details, dan zal er ook niets van in huis komen. Hetzelfde geldt in de geneeskunde. Het is natuurlijk belangrijk om de mens als geheel te bekijken, maar het is ook belangrijk om alle aparte elementen te begrijpen en in te zien hoe die in het geheel werken. Dat doet men ook in de geneeskunde. Een zeer belangrijk vak voor aspirantartsen is anatomie. WikipediA definieert anatomie als volgt: anatomie (Oudgrieks: ἀνά (aná), op, open, en τομή (tomè), snede) is de tak van biologie die de structuur en de organisatie van organismen behandelt. Het behandelt dus de studie van elk onderdeel van het lichaam en de samenhang van deze delen tot het volledige lichaam. Het is een zeer zwaar vak en heel veel studenten falen op dit punt. Alternatieve genezers echter, trekken dikwijls hun neus op voor dit vak, met de argumentatie “wij denken holistisch”. Ik denk echter dat ik met het voorbeeld van het vliegtuig aangetoond heb dat je zonder een goede kennis van de onderdelen, onmogelijk tot een goed inzicht kan komen van het geheel. Als ik nu een klassieke uitspraak uit de geneeskunde neem, dan zegt die bijvoorbeeld: “Je moet meer bewegen”. Er zijn heel veel redenen waarom deze raad gegeven wordt. Één ervan is dat als je weinig beweegt, er een kans bestaat dat er bloedklonters in de aders van je benen ontstaan, die dan naar je hersenen migreren waar ze een trombose kunnen veroorzaken. Is dit geen mooi voorbeeld van kijken naar het geheel? Een ander klassiek voorbeeld van een stromanargument wordt gebruikt door creationisten die zeggen dat het toch onmogelijk is dat al het leven geëvolueerd is door puur toeval. Er is nog nooit een evolutiebioloog geweest die dat beweerd heeft. Evolutie is geen toeval. Het belangrijkste mechanisme in de evolutie is natuurlijke selectie en dat heeft niets met toeval te maken. Ik kom hier nog uitgebreid op terug in een latere aflevering waar ik het over de evolutietheorie zal hebben.

Tautologie

Een tautologie is een argumentatie die een cirkelredenering gebruikt, wat betekent dat het besluit ook de premisse is. De structuur van zo’n argument is A=B, bijgevolg is B=A, alhoewel de premisse en het besluit op een verschillende manier kan geformuleerd zijn zodat het niet onmiddellijk duidelijk is dat beiden hetzelfde betekenen. Bijvoorbeeld, zeggen dat therapeutic touch werkt omdat het de levenskrachten manipuleert is een tautologie omdat de definitie van therapeutic touch vermeende manipulatie (zonder aanraking) is van de “levenskrachten”. Een tautologie die ik al van gelovigen gehoord heb is dat de bijbel het woord van God is omdat het zo in de bijbel geschreven staat.

Besluit

Dat was de lijst van logische misvattingen. Hoe meer je het onderzoeken van argumenten op hun premissen en logische misvattingen oefent, hoe beter je er in wordt. Ik denk dat je zal vaststellen dat het de beste methode is om verschillen in feitelijke besluiten te vinden. Het helpt ook in die zin dat het de persoonlijke, emotionele inhoud van een discussie wegneemt; als men zich focusseert op feiten en logica zal de discussie minder persoonlijk neigen te worden. Tenslotte zijn de belangrijkste argumenten die op deze manier onderzocht moeten worden je eigen argumenten. In de volgende afleveringen zullen we verschillende zaken op hun wetenschappelijkheid onderzoeken en gebruik maken van deze lijst om de redeneerfouten te vinden.