Zeg vaarwel tegen MBTI

Play
Grant is professor psychologie aan Wharton school. Hij is auteur van het boek ‘Give and take’ en doceert prosociale motivatie.
Adam Grant is professor psychologie aan Wharton school. Hij is auteur van het boek ‘Geven en Nemen’ en doceert prosociale motivatie.

In de HR-wereld stikt het van de pseudowetenschappen. De meeste mensen zijn zich er zelfs niet van bewust. Zo heeft waarschijnlijk meer dan 80% van de mensen ooit een MBTI-test ondergaan. Ik ook. Maar die test blijkt helemaal niet goed onderbouwd. We bespreken wat er mis is met die test. Ook bespreken we of je harde feiten naast je neer mag leggen, vanwege het fundamentele recht op je eigen mening.

Inleiding

Goeiedag, het is vandaag zondag 23 maart 2014, ik ben Jozef Van Giel en dit is de 184ste aflevering van deze podcast. Deze aflevering kwam tot stand mede dankzij Rik Delaet, de muziek is van Niek Lucassen en Emile Dingemans verzorgt de website en de facebookpagina.

Jullie horen een tekst van Adam Grant, die hij op linkedIn postte. Stefan Suetens vertaalde hem. Grant is professor psychologie aan Wharton school. Hij is auteur van het boek ‘Geven en Nemen’ en doceert prosociale motivatie.

Zeg vaarwel tegen MBTI, de rage die nooit ophoud
Goodbye to MBTI, the Fad That Won’t Die‘, geschreven door Adam Grant als verschenen op de website van Psychology Today. Vertaald door Stefan Suetens. 

Mijn naam is Adam Grant en ik ben een INTJ. Dat heb ik geleerd uit een zeer populaire persoonlijkheidstest, die bij meer dan 2,5 miljoen mensen per jaar afgenomen wordt.  Hij wordt door 89 van de Fortune 100 bedrijven gebruikt. Deze test heet de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI) en mijn score vertelt me dat ik meer introvert ben dan extravert, meer intuïtief dan waarnemend, meer denkend dan voelend en meer oordelend dan gewaarwordend. Toen ik de resultaten bekeek kwam ik tot een zeker inzicht. Alhoewel ik veel van mijn tijd spendeer aan lesgeven en spreken op een podium ben ik toch eerder introvert. Ik gaf altijd al de voorkeur aan een goed boek dan van aan een goed feestje. En ik hou soms lijstjes bij van mijn to-do-lijstjes.

Maar toen ik de test enkele maanden later afnam was ik ineens een ESFP. Plots was ik feestneus nummer één, de man die zijn hart volgt en het gevaar wegwuift. Was mijn persoonlijkheid veranderd, of is deze test niet wat hij zou moeten zijn? Ik begon het bewijsmateriaal voor deze test door te nemen en vond dat MBTI even nuttig is om je persoonlijkheid te meten als een polygraaf om leugens te detecteren. Eén onderzoeker noemde het zelfs:

“een daad van onverantwoordelijke fauteuilfilosofie”.

Wat nauwkeurigheid aangaat, houdt MBTI ongeveer het midden tussen een horoscoop en een hartmonitor.

Als je een MBTI-fan bent, zou je waarschijnlijk zeggen:

“Het is typisch voor een INTJ om zich op de wetenschap te beroepen.”

Oké, misschien is dat waar, maar ongeacht je type is het alleen maar logisch dat als je mensen in categorieën onderverdeelt, deze categorieën enige betekenis moeten hebben. In de sociale wetenschappen gebruiken we hier vier standaarden voor: zijn de categorieën betrouwbaar, geldig, onafhankelijk en begrijpbaar? Voor MBTI zegt de wetenschap hierop: niet helemaal, nee, nee en niet echt.

1. Ik ben niet schizofreen.

Een test is betrouwbaar als hij dezelfde resultaten produceert als hij door verschillende personen wordt afgenomen. Als je denkt dat je been gebroken is, dan kan je er zekerder van zijn wanneer twee radiologen allebei een breuk als diagnose stellen. In persoonlijkheidstesten betekent betrouwbaarheid dat je door de tijd heen consistente resultaten krijgt, of gelijkaardige resultaten wanneer deze ingevuld worden door meerdere personen die me goed kennen. Zoals mijn inconsistente score al aangaf, scoort MBTI niet goed op betrouwbaarheid. Onderzoek toont aan dat “tot drie kwart van de testpersonen een andere score krijgen wanneer ze een tweede keer getest worden” schrijft Annie Murphy Paul in ‘The Cult of Personality Testing’, “bovendien hebben de zestien verschillende types die door Myer-Briggs beschreven worden helemaal geen wetenschappelijke basis.” In een recent artikel voegt Roman Krznaric eraan toe dat:

“Als je de test twee keer met een tussenpauze van vijf weken afneemt, is er een kans van 50% dat je in een andere categorie terecht komt.”

 

2. De testresultaten kunnen minder accuraat zijn dan ze lijken.

Een test is geldig als hij valabele uitkomsten voorspelt. Als we hem in organisaties gaan gebruiken, zou hij een idee moeten geven over hoe goed of slecht ik zou functioneren in een specifieke job of in een bepaalde groep mensen. Alhoewel er onderzoeken zijn die suggereren dat sommige functies ook specifieke types aantrekken, is er geen overtuigend bewijs dat werkprestatie en teameffectiviteit gekoppeld zijn aan bepaalde types. Zoals de managementonderzoekers William Gardner en Mark Makinto in een veelomvattend overzicht schrijven:

“Er werden slechts weinig consistente relaties tussen type en managementeffectiviteit aangetoond.”

 

3. Appelen en sinaasappelen zijn beide fruit, en ook een tomaat is fruit, maar een aardappel is dat niet.

Categorieën sluiten elkaar uit als ze verschillende eigenschappen uit elkaar houden en overeenkomstige eigenschappen combineren. Ook hier slaat MBTI de plank mis. Laat me dit illustreren aan de hand van twee voorbeelden uit vele:

Bewijsstuk A: in de MBTI zijn denken en voelen elkaars tegengestelde. Maar in werkelijkheid zijn ze echter onafhankelijk van elkaar: We hebben dertig jaren aan bewijs dat als je ideeën en harde cijfers leuk vindt, je ook mensen en emoties leuk kan vinden. (In feite gaan ze vaker samen dan dat ze apart voorkomen: onderzoek toont aan dat mensen met een sterke neiging tot denken en redeneren ook vaak beter zijn in het herkennen, begrijpen en omgaan met emoties.) Wanneer ik de ene keer goed scoor als denker en de andere keer goed als voeler, is dat omdat ik beide leuk vindt. Eigenlijk zou ik voor de twee een aparte score moeten hebben.

Bewijsstuk B: de gevoelsdimensie zou moeten uitdrukken hoe ik me opstel ten opzichte van andere mensen en hun emoties. Maar dit groepeert eigenlijk drie aparte eigenschappen: een positieve opstelling naar andere mensen, de neiging om negatieve emoties van anderen te voelen en hoe gevoelig ik voor deze emoties ben.

4. Een fysisch onderzoek dat je torso en één van je armen negeert.

Een veelomvattende test beoordeelt de bestaande hoofdcategorieën. Eén van de ontbrekende vitale elementen in de MBTI is wat persoonlijkheidspsychologen de emotionele stabiliteit tegenover reactiviteit noemen of de kunst om onder stress of druk kalm en beheerst te blijven. Dit blijkt een van de belangrijkste voorspellers van individuele of collectieve patronen van gedachten, gevoel en actie te zijn. Dit is dus een ongelukkige vergetelheid. Nog een voorbeeld: de oordeel-waarneem (judging-perceiving) dimensie in MBTI geeft aan of ik een planner en organisator ben, maar gaat voorbij aan de ijver of de prestatiedruk die deze eigenschappen met zich meebrengen. Samen vormen ze een persoonlijkheidskenmerk dat consciëntieusheid wordt genoemd. Zoals persoonlijkheidspsychologen Robert McCrae en Paul Costa het samenvatten:

“De MBTI geeft geen alomvattende informatie over de vier domeinen die het zou moeten opmeten.”

Zelfs introvert-extravert, de eigenschap die MBTI het best kan beschrijven, is niet compleet. Volgens MBTI is extraversie datgene waaruit je je energie haalt. Namelijk uit je uitwendige wereld (extravert) of uit je inwendige wereld (introvert). Deels klopt dit, maar dat is niet omdat je een voorkeur hebt voor interactie met mensen. De scores worden sterk beïnvloed door hoe onze hersenen omgaan met neocorticale opwinding. Zoals Susan Cain het uitlegt in Quiet:

“Meer dan duizend studies die wereldwijd zijn uitgevoerd, tonen aan dat introverte personen gevoeliger dan extraverte zijn voor een resem aan stimuli, van koffie over een luide knal tot een saai netwerkevenement”.

Daarbij komt nog dat net zoals alle persoonlijkheidskenmerken introvertheid en extravertheid de vorm hebben van een gausscurve. De grootste populatie zit ergens in het midden. De grote meerderheid van mensen zijn dus ambivert, dus ergens tussen introvert en extravert. Om het in de woorden van Dan Pink in zijn boek ’To Sell is Human’ te zeggen:

“De meeste mensen zijn niet overmatig extravert noch overmatig introvert”.


Waarom dan toch zo geliefd?

Waarom blijft de MBTI zo populair ondanks al deze problemen? Murphy Paul argumenteert dat mensen om twee redenen aan de test blijven vasthouden. De eerste is dat duizenden mensen tijd en geld hebben geïnvesteerd om een MBTI-gecertificeerde trainer of coach te worden. Het is moeilijk om dingen los te laten waarin je veel energie stak. De andere reden is de aha-erlebnis die mensen beleven wanneer deze test hen schijnbaar inzicht geeft over anderen en speciaal over zichzelf.

“Wie typeren leuk vindt,”schrijft Murphy Paul, “wordt verleid door een beeld van hun eigen ideale zelf.”

Wanneer dat gebeurt, zegt psycholoog Brian Little, is het in twijfel trekken van “betrouwbaarheid en geldigheid hetzelfde als commentaar hebben op de smaak van de miswijn of beoordelen hoe goed een keppeltje je hoofd beschermt.”

Handlezen en horoscopen kunnen ook een indruk van inzicht geven. Dat betekent echter niet dat we ze moeten gebruiken om onze teams te onderzoeken. Zoals Little aangeeft:

“Een inzicht uit de Myers-Briggs kan een conversatie starten, maar helaas beëindigt het vaak de conversatie. Je krijgt de stempel van je type op je voorhoofd gedrukt.”

 

INFJ is één van de zestien Myer-Briggs typen. Foto door Christopher May
INFJ is één van de zestien Myer-Briggs typen. Foto door Christopher May

In een artikel in de Washington Post “Does it pay to know your type?” vraagt Lilian Cunningham of we de MBTI terug naar de fabriek zouden kunnen sturen voor wat opknapwerk. Het antwoord van Little: “Dat is een beetje zoals een Dodge Caravan nemen en deze proberen om te bouwen naar een Rolls Royce.” In plaats daarvan hebben psychologen de voorbije halve eeuw gewerkt om vanaf nul een betere wagen te maken door gebruik te maken van de wetenschappelijke methode. Deze auto heet  “de Big Five persoonlijkheidskenmerken“, en voldoet aan de standaarden die ik daarstraks vermeldde. In vele culturen van deze wereld komen vijf persoonlijkheidskenmerken steeds weer boven: extraversie, emotionele stabiliteit, meegaandheid, consciëntieusheid en openheid. De Big Five kenmerken hebben een hoge betrouwbaarheid en geven een goed idee van jobperformantie en teameffectiviteit. Ze hebben zelfs genetische en biologische basissen en onderzoekers in het opkomende onderzoeksveld van persoonlijkheidsneurowetenschap zijn begonnen met het in kaart brengen van de vijf kenmerken in de bijhorende hersengebieden.

De Big Five zijn verre van perfect en er is een groeiende steun voor een HEXACO-model voor de persoonlijkheid dat een zesde eigenschap zou toevoegen: eerlijkheid-nederigheid. Het grootste probleem van de Big Five is marketing. De meeste mensen willen graag meegaand genoemd worden in plaats van onmeegaand. Het zou beter uitgedrukt worden als ondersteunend versus uitdagend.

Tot dan moeten we allemaal erkennen dat die vier letters iemands persoonlijkheid niet goed inschatten. Dus: leiders, consultants, raadgevers, coaches en leraars, sta me bij om deze boodschap over te brengen:

MBTI, ik maak het uit met je. Het ligt niet aan mij, de fout zit bij jou.

En vandaag horen jullie nog een tweede tekst. Deze komt uit de website “The Conversation”, is geschreven door Patrick Stokes en Rik heeft hem vertaald.

Nee, je hebt geen recht op je mening

No, you’re not entitled to your opinion‘ geschreven door Patrick Stokes, 4 oktober 2012. Patrick Stokes is filosoof aan de Deakin University in Melbourne, Australië.

Elk jaar probeer ik met mijn leerlingen minstens twee dingen ten minste één keer te doen. Ten eerste maak ik er een punt van hen aan te pakken als ‘filosoof’ – een beetje melig, maar hopelijk zet het hen aan tot actief leren .

Ten tweede zeg ik iets als dit: “Ik weet zeker dat je ooit de uitdrukking ‘iedereen heeft recht op een eigen mening’ bent tegengekomen. isschien heb je het zelf wel gezegd, misschien om een discussie aan te gaan of er een af te sluiten. Wel hier telt dat niet meer. Je hebt geen recht op je mening. Je hebt alleen recht op wat kunt beargumenteren.”

Een beetje hard? Misschien wel, maar als filosofieleraren zijn wij het aan onze studenten verplicht om hen te leren hoe een argumentatie op te bouwen en te verdedigen – en te onderkennen wanneer een geloof onverdedigbaar is geworden.

Het probleem met ‘Ik heb recht op mijn mening’ is dat het al te vaak wordt gebruikt om overtuigingen te koesteren die achterhaald zijn. Het is een stoplap voor “Ik kan zeggen of denken wat ik wil.” – en dat doorgaan met debatteren op een of andere manier van weinig respect getuigt. Ik vind dat deze houding ten onrechte uitgaat van een valse gelijkwaardigheid tussen experts en niet-experts. Dat wordt langzamerhand een steeds nefaster kenmerk van ons publieke discours.

Ten eerste, wat is een mening?

Plato maakte onderscheid tussen mening of alledaagse overtuiging (doxa) en zekere kennis, en dat is vandaag nog steeds een werkbaar onderscheid. In tegenstelling tot ‘1+1=2’ of  ‘er bestaan geen vierkante cirkels’ heeft een mening een zekere mate van subjectiviteit en onzekerheid. Mening gaat van smaken en voorkeuren, via opvattingen over vragen die betrekking hebben op veiligheid of politiek, tot inzichten gebaseerd op technische expertise, zoals juridische of wetenschappelijke adviezen.

Je kunt niet echt discussiëren over de eerste soort van mening. Het zou onnozel zijn mocht ik zeggen dat jij verkeerd bent als je denkt dat aardbeienijs beter is dan chocolade-ijs. Het probleem is dat we soms impliciet meningen van de tweede en zelfs de derde soort op dezelfde manier bekijken als vragen over smaken. Misschien is dat een reden (ongetwijfeld zijn er andere) waarom enthousiaste amateurs denken dat ze het recht hebben om het niet eens te zijn met klimaatwetenschappers en immunologen en hun standpunten ‘gerespecteerd’ willen zien.

Meryl Dorey is aanvoerster van het Australian Vaccination Network, dat ondanks de naam erg anti-vaccin is. Mevrouw Dorey heeft geen medische kwalificaties, maar stelt dat als Bob Brown als niet-wetenschapper commentaar mag leveren op kernenergie, zij ook commentaar mag leveren op vaccins. Maar niemand noemt dr. Brown een autoriteit in de fysica van kernsplijting; zijn taak is het om commentaar te leveren op de beleidsreacties op de wetenschap, niet op de wetenschap zelf.

Dus wat betekent het om ‘recht’ te hebben op een ​​mening ?

Als ‘iedereen heeft recht op zijn mening’ gewoon betekent dat niemand het recht heeft mensen te verbieden te denken en zeggen wat ze willen, dan is de uitspraak waar, maar vrij triviaal. Niemand kan je verbieden te zeggen dat vaccins autisme veroorzaken, ongeacht hoe vaak die bewering is weerlegd.

Maar als ‘recht op een mening’ hetzelfde zou betekenen als ‘het recht om je standpunten als serieuze kandidaten voor de waarheid behandeld te zien’, dan is dat nogal duidelijk vals. Ook dit onderscheid is aan het vervagen.

Een voorbeeld: er werd kritiek geuit op een tv-reportage over een uitbraak van mazelen met commentaar van – je raadt het al – Meryl Dorey. In een reactie op een klacht van een kijker zei de zender dat de reportage  “nauwkeurig, eerlijk en evenwichtig de standpunten van artsen en  keuzegroepen presenteerde”. Maar dit impliceert een gelijk recht om te worden gehoord over een zaak waarin alleen een van de twee partijen over de relevante expertise beschikt. Nogmaals, als dit ging over beleidsreacties op de wetenschap zou dit redelijk zijn. Maar het zogenaamde ‘debat’ gaat hier over de wetenschap zelf, en de ‘keuzegroepen’ hebben gewoon geen recht op zendtijd bij dit soort meningsverschillen.

Mediawatch-gastheer Jonathan Holmes zei het beduidend botter: “Je hebt bewijsmateriaal en je hebt ‘zever in pakskes’” en het is geen onderdeel van het takenpakket van een verslaggever om aan ‘zever in pakskes’ evenveel zendtijd te geven als aan ernstige deskundigheid.

De reactie van de anti-vaccinatie-stemmen was voorspelbaar. Op de site van Mediawatch beschuldigde mevrouw Dorey ABC van ‘oproepen tot censuur van een wetenschappelijk debat’. Deze reactie verwart het niet serieus nemen van je standpunten met het niet mogen hebben of uiten ervan – of zoals Andrew Brown het zegt ‘het verwart het verliezen van een discussie met het ontzeggen van het recht om te discussiëren.’ Opnieuw worden twee betekenissen van ‘recht’ op een mening door elkaar gehaald.

Als je nog eens mensen hoort zeggen dat ze recht hebben op hun mening, vraag hen dan waarom ze dat denken. De kans is groot dat je dan tenminste een aangenamer conversatie zal hebben.

Het citaat

Het citaat van vandaag is van Bernard Shaw en komt uit zijn toneelstuk Pygmalion. Mocht je het boek Pygmalion niet kennen dan ken je zeker de musical “My Fair lady” die erop is geïnspireerd. Pygmalion is origineel een oud Griekse mythologische beeldhouwer die verliefd wordt op een zelfgemaakt standbeeld.

Bernard Shaw was een belangrijke Ierse auteur uit de 19de en 20ste eeuw. Hij ontving ooit de Nobelprijs voor literatuur en weigerde het geld. Hij was een pionier op het gebied van vrouwenrechten. De reden dat ik dit citaat uitkoos, is dat het heel mooi beschrijft wat er gebeurt als je mensen probeert te typeren op basis van niet onderbouwde modellen. Shaw zei:

Het verschil tussen een dame en een bloemenmeisje ligt niet in de manier waarop ze zich gedraagt, maar in de manier waarop ze wordt behandeld.

Tot de volgende keer.

Verder lezen

33 Reacties

  1. Cees de Vrieze zei:

    Heel boeiend om dit soort artikelen over te nemen en net als de auteur ervan niet te onderzoeken wat er nu beweert wordt. Echter waar men spreekt over de MBTI als een test ontstaat al de fout die veel gemaakt wordt. Op de website van CPP staat op de homepage met grote letter dat de MBTI geen TEST is. En dat wordt in vele commentaren over het hoofd gezien. Die commentaren zijn dus op een onjuist uitgangspunt gebaseerd. De steeds vermelde inconsistentie van dit instrument is slechts een indicatie van de inconsistentie van de keuzes die de gebruiker maakt. Als iemand werkelijk begrijpt welke voorkeuren hij heeft blijkt de uitkomst uitermate consistent te zijn. De conclusie is dan ook dat het werkelijk begrijpen en bevatten van je eigen voorkeuren niet zo eenvoudig is. Het vereist een instelling zonder intellectuele en abstracte aannames. Als je de MBTI gebruikt als moeder zou de uitkomst anders zijn dan wanneer je deze gebruikt als vrouw. En dat is een intellectuele aanname. Het zonder meer invullen van de vragen zonder te bevatten wat er gevraagd wordt leidt tot dergelijke wisselende resultaten. MBTI is een perfect instrument mits het professioneel wordt toegepast.

    16 februari 2015
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Hmmm. Adam Grant is niet zomaar een auteur, maar toch een autoriteit in de psychologie. Hij heeft het wel degelijk onderzocht. Het is trouwens niet de enige kritiek die op MBTI gegeven is. Meer algemeen zijn er nog maar weinig psychologen die Jung serieus nemen, en, zoals je zou moeten weten, is MBTI op Jung gebaseerd.
      Inderdaad beweert CPP op zijn website dat MBTI geen test is. Maar… wat is het dan wel? De reden dat ze dat op hun website zetten is dezelfde reden als waarom homeopaten op hun middeltjes schrijven dat het geen geneesmiddel is: om beschuldigingen van fraude te voorkomen.
      Over de problemen met MBTI kan je trouwens ook nog in verschillende andere bronnen lezen.
      En ten slotte, iemand die een niet-wetenschappelijk onderbouwd model gebruikt is niet professioneel bezig. Je laatste zin is dus tegenstrijdig.

      16 februari 2015
      Antwoord
      • ceesdevrieze zei:

        Hier stuiten we op de term wetenschappelijk. Inmiddels gaan van Harvard tot in China stemmen op die wetenschappelijk wensen uit te breiden tot het terrein van waarnemingen die niet te kwantificeren zijn maar wel bestaan. Ik ben een fervent aanhanger van die stroming en beschouw in die zin MBTI dan ook als een wetenschappelijk instrument. Het is in staat om opvattingen van mensen over elkaar bewijsbaar te veranderen. Een interessant boek hierover: The Wholeness of Nature-Goethe’s way of Science van Henri Bortoft kan opvattingen over wat onder wetenschappelijk valt danig veranderen.

        22 oktober 2015
        Antwoord
        • Jozef zei:

          Die Chinese stemmen zijn politiek ingegeven, niet academisch. Op die manier hopen ze met hun “alternatieve” geneeswijzen op de Europese markt te komen alsof het echte medicatie is.
          Van Harvard wil ik toch zien wie achter dergelijke ideeën staan.
          Maar dat idee klinkt als een pleidooi om de wetenschappelijke methode uit te hollen. Volgens mij zijn ALLE waarnemingen meetbaar. Kan je me eens een voorbeeld geven van een waarneming die onmogelijk te meten is zodat het in een wetenschappelijk kader onderzocht kan worden?
          En hoever wil je daarin gaan? Alleen je eigen vooringenomenheden? Ga je besluiten dat homeopathie echt werkt omdat er mensen zijn die een verbetering waarnemen? Ga je alle kennis die we opgebouwd hebben rond de feilbaarheid van ons denken opzij schuiven?
          We weten dat onze hersenen ons bedriegen als we onzorgvuldig nadenken. Daarom hebben we de wetenschappelijke methodes bedacht.
          Misschien moet je even nadenken over het volgende citaat van Steven Novella (zie ook aflevering 82)
          Er is niets magisch aan wetenschap. Het is gewoon maar een systematische manier om de werkelijkheid zorgvuldig en volledig te observeren en de resultaten te evalueren met consistente logica. Dus, met welk deel van de wetenschap ben je het oneens? Ben je het oneens met het volledig zijn, met zorgvuldig te observeren, met het systematisch zijn of met het gebruik van consistente logica?

          22 oktober 2015
          Antwoord
          • Rik Delaet zei:

            Helemaal mee eens.

            23 oktober 2015
            Antwoord
  2. Cees de Vrieze zei:

    U schrijft: Gewoon maar een systematische manier om de werkelijkheid zorgvuldig en volledig te observeren en de resultaten te evalueren met consistente logica.
    Hier worden de woorden gewoon, systematisch, werkelijkheid en logica gebruikt. Ik vraag me af of er ooit een methode gevonden is om te kwantificeren, dus te meten, wat het energieverlies van een mens en een organisatie is als mensen er onjuiste opvattingen op na houden. Of hoeveel ‘gezondheid’ precies bijdraagt aan de economie? Hoeveel kost het eenzijdig oordeel van het management van een globale onderneming dat essentiële aspecten van de bedrijfsvoering totaal over het hoofd ziet door een eenzijdige geaardheid van het managementteam? De wetenschap veroordeelt kennis die niet in cijfers uit te drukken is tot onzin terwijl de praktijk uitwijst dat er met werkzame methoden zichtbaar resultaat behaald wordt. Zo bestaan er oefeningen om beter te zien die ertoe kunnen leiden dat je ogen 2 punts lettertjes kunnen blijven lezen zonder dat er een bril noodzakelijk is. Dr Bates is door de wetenschap verguist omdat de heersende opvattingen het niet kunnen plaatsen. Ik ben 70 jaar en kan zeer scherp zien mede dankzij de oefeningen en vooral de uitleg van Dr Bates. Ik kan ook en detail uitleggen hoe dat effect mogelijkerwijs te verklaren is. Hoe meet je wat spontane regressie bij chronische ziekten veroorzaakt? Hoe meet je de krachten die een levenslange relatie tussen mensen in stand houden? Er is nog niemand in de wetenschap geweest die heeft kunnen meten of ‘wetenschappelijk’ heeft kunnen aantonen hoe precies een briljante inval in onze mind opkomt. En omdat de wetenschap de bestaande kennis op dit terrein niet kan verklaren of meten duurt het meestal minimaal 27 jaar voordat er een andere opvatting doordringt tot het brein van wetenschappers. De nieuwste opvattingen en bewijzen die in deze tijd worden gepubliceerd hebben het daglicht reeds in 1972 al gezien en zijn , zoals te verwachten, destijds als niet wetenschappelijk afgedaan. Mijns inziens wordt het wel degelijk tijd dat op een nieuwe wetenschapsdefinitie wordt overgegaan. Ik ben er zeker van dat het door mij aangeraden boek van Bortoft door u niet gelezen is en ik kan hier niet in het kort weergeven wat Bortoft zo goed gedaan heeft. In het boek Theory U wordt o.a. het door Bortoft bedoelde wetenschapsmodel gebruikt door mensen uit Harvard om bedrijven en hun leiders ‘inzicht’ te verschaffen. Nogmaals raad ik u aan om u hieromtrent nader te oriënteren voordat Chinese stemmen alleen door politiek zijn ingegeven als het om alternatieve geneeswijzen gaat. Homeopathie maakt m.i. zeer gedegen gebruik van het bekende placebo-effect en is steeds voor herhaling vatbaar. Het feit dat de wetenschap tot de conclusie gekomen is dat homeopathie kwakzalverij is geeft al aan dat niet door de wetenschap geaccepteerd wordt dat de menselijke instellingen wel degelijk tot een meetbaar resultaat leiden. Dan komt men vaak tot de conclusie dat de diagnose blijkbaar fout geweest is. Het feit dat de wetenschap een ‘werkzaam’ systeem openbaar en wetenschappelijk afkeurt werkt hierbij averechts omdat het placebo-effect daarmee kan afnemen. Dat is het gevolg van de bestaande denkwijze. Waar gaat het nu eigenlijk om als we het over mensen hebben?
    Er is echt werk aan de winkel.

    23 oktober 2015
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Cees,
      Die discussie brengt ons ver van dit onderwerp, maar dat heb ik in de loop van deze podcast verscheidene keren behandeld. Ik nodig je uit om de eerste 10 afleveringen over drogredenen te beluisteren of te lezen, en ok de aflevering over wat wetenschap is. Daar leg ik het in detail uit en dan zal je zien dat je je standpunt zal moeten herbekijken. In die reeks begin ik met uit te leggen wat het placeboeffect is: http://www.kritischdenken.info/het-placebo-effect/
      Maar als we terug gaan naar het onderwerp, MBTI, dan is het toch belangrijk om in de verf te zetten dat MBTI beweert dat ze uw persoonlijkheid kan meten. En als ze beweert dat te kunnen, dan heeft ze een falsificeerbare uitspraak gedaan en zo’n uitspraak is testbaar met behulp van wetenschappelijke methoden. En die tests zijn gebeurd en ze zijn negatief bevonden. MBTI werkt niet. hier vind je daar meer informatie over: http://evidencebasedhrm.be/mbti-meyers-briggs-type-indicator-gebaseerd-op-psychoanalyse/

      23 oktober 2015
      Antwoord
  3. Cees de Vrieze zei:

    MBTI werkt niet staat er als conclusie. En bewezen is dat MBTI wel degelijk ‘werkt’. Als dan door de ‘wetenschap’ bewezen wordt dat het niet werkt dan is iets gemeten dat MBTI niet biedt. En dat is het gevolg van de wetenschappelijk meetmethode. Wat wel meetbaar is maar waarschijnlijk vanwege de kosten nog niet gedaan is voor en na de MBTI sessie een hersenscan afnemen met een fMRI scanner en het verschil in het vuren van hersengebieden qua intensiteit en gebied meten. Door vooroordelen vanuit de core belief van een persoon over andersoortige mensen te overbruggen d.m.v. de MBTI zal blijken dat er meetbare veranderingen hebben plaatsgevonden, ook na vele jaren nog. Laat de wetenschap zich op de achtergrond houden als men niet in staat is te meten wat gemeten zou moeten worden.
    Na 25 jaar klinische onderzoeken te hebben bestudeerd van de werkzaamheid van nieuwe generieke geneesmiddelen is gebleken dat geneesmiddelen met een volkomen identieke samenstelling een andere werking hadden dan het spécialité. Er was geen enkele mogelijkheid om uit te vinden wat de precieze oorzaak daarvan was. Toch was het verschil in werking meetbaar. Wetenschappelijk onverklaarbaar dus, maar wel meetbaar. Zouden we voor en na MBTI meten welke peptiden in de hersenen geproduceerd worden en in de bloedbaan terechtkomen en zo de receptoren van cellen bezetten dan komt men tot verrassende verschillen. Die metingen kosten nogal wat en worden derhalve niet uitgevoerd.
    Ik kan veel dieper op deze meetmethoden ingaan maar dan voert ons dat wel erg ver van de oppervlakkige discussie die we hier voeren. De vooringenomenheid en het geloof in abstracte metingen laat niet toe dat we zinvol over de MBTI gedachten kunnen uitwisselen.
    Nogmaals gezegd is er werk aan de winkel.

    24 oktober 2015
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Cees, de bewijslast ligt steeds bij de beweerder, niet bij de ontkenner. Als organisaties die massa’s geld verdienen aan MBTI door te beweren dat dit werkt, dan ligt de bewijslast bij hen. Het is niet aan bvb Adam Grant of andere wetenschappers om te bewijzen dat het niet werkt. Het logo van deze podcast illustreert dat heel treffend. Het is de theepot van Bertrand Russell. Russell beweerde bij wijze van geldachtenexperiment dat er een theepot rond de zon draait. Voor iemand die deze uitspraak in twijfel trekt is het onmogelijk om te bewijzen dat die theepot niet bestaat. Dat is net hetzelfde met de bewering die MBTI-advocaten doen. Zij moeten de validiteit van dit model aantonen. Het probleem is dat we ondertussen al veel meer inzicht in de psychologie van de mens hebben dat de beweringen van MBTI tegenstrijdig zijn aan modellen die wel degelijk wetenschappelijk onderbouwd zijn zoals Big five (zoals Adam Grant in dit artikel ook aangeeft).
      De hersenscans die jij graag zou zien zouden helemaal niets bewijzen. ALLE activiteiten die we doen veranderen onze hersenen, ook het instuderen van onzin.
      En opnieuw, als je denkt dat rigoureus vragen naar bewijslast (wat je “abstracte metingen noemt) vooringenomen is, dan begrijpen we elkaar niet. Ik denk dat vooringenomenheid net betekent dat je in iets gelooft zonder er bewijs voor te moeten krijgen, of meer nog, ondanks tegenbewijs.
      Over dat onderzoek rond generieke geneesmiddelen heb ik twee zaken te zeggen:
      1) Ik zou graag dat onderzoek zien, want weet er niet van. Dus, als je die vind dan zal ik die heel graag bekijken en misschien kan het zelfs een interessant uitgangspunt zijn voor een nieuwe aflevering.
      2) stel dat je me dat onderzoek opstuurt en het blijkt inderdaad aan te geven wat je beweert dan moet je je vragen hoe ze dat onderzocht hebben. Via wetenschappelijk onderzoek dacht ik zo. Dat is altijd zo opmerkelijk: aanhangers van pseudowetenschappelijke theorieën geven graag aan dat HUN theorie niet wetenschappelijk aantoonbaar is en aan de wetenschappelijke methode ontsnapt. Maar van zodra er een wetenschappelijk artikel tegenkomen die hun theorie (een beetje) ondersteunt, dan is die wetenschappelijke methode plots toch belangrijk.

      24 oktober 2015
      Antwoord
  4. Cees de Vrieze zei:

    Helaas mag ik klinische informatie over geneesmiddelen niet openbaar maken. Het generiek werd na verloop van tijd als een nieuw spécialité behandeld.
    Ik zou nogmaals willen verwijzen naar de informatie van Bortoft in zijn boek The Wholeness of Nature. Wij komen op deze wijze niet verder als we ons blijven beperken tot de discussie over MBTI. De gedachtewereld van Jung kwam voort uit zijn praktijk met mensen die problemen hadden en naar gezonde mensen is geen onderzoek door hem gedaan bij mijn weten. Ik heb onderzoek gedaan naar verandering van ‘breinwegen’ waarbij opmerkelijk resultaat naar voren kwam. Bij het onderzoek echter in de eerste fase geen significante verschillen voor en na de toepassing van het instrument meetbaar. Gedrag van testpersonen veranderde echter evident en bleek ook na jaren nog volledig herinnerd te worden en enkele testpersonen noemden het de grote verandering in hun leven. Deze mensen vormen zelf het bewijs maar hoe dat gemeten moet worden?
    PS misschien kunnen we onze communicatie in private voortzetten en leidt dat tot nieuwe mogelijke publicaties.

    25 oktober 2015
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Cees,
      Normaal gezien is klinische informatie openbaar. Wat niet mag gepubliceerd worden is de individuele situatie van elke testpersoon, maar resultaten van medisch onderzoek is zelfs pas geldig als ze gepubliceerd wordt. Ik betwijfel dat, als ze chemisch identiek waren (dus ook dezelfde vorm) beiden verschillende effecten hadden. En als dat toch zo is, dan kan dat alleen maar via de wetenschappelijke methoden verder onderzocht worden. Wetenschappers hebben dat soort situaties juist graag, want dan vinden ze nieuwe zaken.
      Jung heeft nooit wetenschappelijk onderzoek gedaan, ook niet bij zieke mensen. Hij had patiënten, maar dat betekent niet dat hij ook effectief was. (homeopaten hebben ook patiënten en velen onder hen zijn zelfs tevreden).
      Ik had nog nooit gehoord van Breinwegen. Ik heb eens gegoogled en kom slechts 2 relevante hits tegen: één van beiden blijkt jouw blog te zijn. Ik ben er even diagonaal door gegaan en de teksten lijken me nogal verwarrend. Je geeft ook nergens referenties naar onderzoeken over breinwegen. Het lijkt me meer een mijmering met losse flodders uit wetenschappelijke en minder wetenschappelijke inzichten (één van die laatste groep zijn de ideeën rond Linker- en Rechter brein.) Ook dit : ” Vanaf dat moment werkt het brein als een super-recorder die ALLES wat er in jou gebeurt vastlegt en onthoudt. Het brein leert dus.” dat uit je blog komt is gewoon fout. Het is compleet tegenstrijdig aan het onderzoek van oa Elisabeth Loftus rond false memory syndrome, of inzichten over de werking van ons brein (zoals bvb. beschreven door neurologe Margiet Kinckspoor in haar boek “het maakbare brein”.)
      Ik wil wel een gesprek elders voortzetten, maar dan wil ik dat je eerst de eerste 10 afleveringen uit deze podcast –over logische misvattingen en het opbouwen van een goede redenering– beluistert en ook de afleveringen over de wetenschappelijke methode (waar ik hierboven naar verwees). Anders riskeren we dat ik voor de zoveelste keer argumenten zal moeten weerleggen die ik altijd maar opnieuw moet weerleggen. Je mag me dan ook gerust wijzen op fouten die in die afleveringen van mijn podcast zitten. Als je gelijk blijkt te hebben zal ik ze corrigeren.

      25 oktober 2015
      Antwoord
      • Cees de Vrieze zei:

        Ik realiseerde me niet dat het oude blog Breinwegen nog bestond. Dat is zo lang geleden en toen wilde ik gewoon aan een blog beginnen. Overigens zijn wij als mens wel de perfecte recorder van wat we meemaken. Hoe we die informatie kunnen gebruiken is een ander hoofdstuk waarover nog veel te zeggen valt. De ervaring van schrijven leerde mij dat als je over 1 ding van vroeger schrijft zonder echt daarbij te denken dat je gebeurtenissen kunt opschrijven die al lang uit je parate geheugen verdwenen zijn. Ik vond in Canada een therapie waarbij tijdens een sessie je je eigen stem dingen hoort zeggen die diep in je onbewuste verankerd liggen. Elly Roselle is de bedenker ervan en heeft met haar therapie onwaarschijnlijk resultaat behaald. Haar therapie is bekend onder de naam Core Belief Engineering. Wetenschappelijk onderbouwd? Was dat nu eens waar. Ik heb destijds wel de moeite genomen om haar te bezoeken en drie dagen uit mee te maken wat die therapie met mij doet. En dat was opmerkelijk en heeft me gesterkt in mijn eigen opvattingen over wat zich in ons afspeelt. En hoe core beliefs invloed uitoefenen op ons gedrag. Ook dat die automatische reacties onder controle van onze conscious mind gebracht kunnen worden. zie: http://www.corebelief.ca

        27 oktober 2015
        Antwoord
        • Jozef zei:

          Cees,
          Het lijkt erop dat deze zaken geïnspireerd zijn op Freudiaanse psychoanalyse. Spijtig genoeg zijn de bedenksels van Freud nooit aangetoond. Ook hierover heb ik al meerdere keren op deze podcast gesproken. Onder andere met de tekst van Jan De Laender rond verdringing: http://www.kritischdenken.info/verdringing-deel-1-van-4/
          Ik heb ook het eindwerk van Maarten Boudry hierover ingesproken, die in detail uitlegt hoe psychoanlyse volledig overleeft via immunisatiestrategieën. http://www.kritischdenken.info/luisterboeken/#Keizers

          En wat betreft geheugen: Ik denk dat het inzicht dat het geheugen geen recorder of harde schijf is die alles rigoureus registreert en onthoudt één van de belangrijkste inzichten is uit de laatste 20 jaar onderzoek naar de werking van het brein. In de tekst van Jan De Laender waar ik hierboven naar verwijs wordt daar al over gesproken. En ik vermeldde je al het onderzoek van Elisabeth Loftus.
          Wat door Freud vroeger als hervonden verdrongen herinneringen werd geïnterpreteerd, daarvan weten we nu dat dit te verklaren is door het False Memory Syndrome. Hier heb je nog een artikel van neuroloog Steven Novella over het fenomeen: http://theness.com/neurologicablog/index.php/sleep-and-false-memory/ of als je een bondigere uitleg wilt van Skeptoid: https://skeptoid.com/blog/2014/05/05/memories-the-enemy-of-truth/

          Wat betreft Elly Roselle: Ik ben even door haar website gegaan en het is mij helemaal niet duidelijk hoe zij haar bewering hard maakt dat haar therapie zo succesvol is. Ook haar naam vind ik niet in Sciencedirect als auteur, evenmin als enige referentie naar haar methoden. Je kan zo’n uitspraak toch niet vertrouwen op basis van zelfrapportage of getuigenverslagen? Ik zou het erg apprecieren als je mij dergelijke informatie ter beschikking kan stellen.

          2 november 2015
          Antwoord
          • Cees de Vrieze zei:

            Over het geheugen het volgend: ons geheugen slaat alle sensaties van het lichaam wel degelijk op. Hoe dat precies gebeurt is een nog steeds onontwarde gordiaanse knoop. Dat het ‘geheugen’ door bij elkaar behorende delen tijdens dromen op dezelfde plaats te ‘veránkeren’ in waarschijnlijk moleculaire vormwijzigingen. Of nog gedetailleerder. Dat wordt ooit nog wel gevonden. Het gaat er om dat al onze onbewuste waarnemingen ook allemaal opgeslagen worden door veranderingen in de materiele of energiestructuur. Het verrassende is dat die herinneringen soms zeer gedetailleerd in het parate geheugen verschijnen en controleerbaar juist zijn. Mijn creatieve loopbaan heeft me daarover heel veel geleerd en ik had zo’n sterk geheugen dat ik jaren heb gewerkt om voor mijn huidige leven irrelevantere herinneringen in meer onbewuste gebieden op te bergen. Er is naar mijn overtuiging toch niemand meer die denkt dat we plaatjes opslaan. Maar wel is bekend dat onze ogen uit de opgeslagen informatie ook weer beelden kunnen reproduceren, die we ons daarmee bewust maken.

            3 november 2015
            Antwoord
            • Jozef zei:

              Cees, DE vraag is: Hoe weet je dat allemaal? Heb je ergens onderzoeken die dat allemaal onderzocht hebben? Zo ja, ik wil graag die referenties zien want het zal mij doen van gedachte veranderen als ze goed gedaan zijn.
              Je eigen ervaring is bijna altijd een ongeldig argument, maar zeker in dit geval, want wat je vertelt gaat natuurlijk over wat je je WEL herinnert, maar je bent jezelf natuurlijk niet bewust van al die dingen die je vergeten bent…, want je bent ze vergeten. Er is wel onderzoek gebeurd (onder andere door Elisabeth Loftus, zoek haar naam maar eens op YouTube, of op TED: http://www.ted.com/talks/elizabeth_loftus_the_fiction_of_memory?language=nl ) waarbij aan testpersonen gevraagd werd om gedurende een bepaalde periode een dagboek bij te houden en er nooit in te kijken. Na enkele jaren werden deze proefpersonen over markante feiten waarover ze hadden geschreven gevraagd om uit hun geheugen te vertellen wat er toen gebeurde en waar zij toen waren (bvb: toen ze over de aanslagen van 9/11 hoorden, dus dingen die echt een impact hebben niet zomaar faits divers). De resultaten waren opmerkelijk onnauwkeurig en velen hadden er van alles bij gefantaseerd, maar waren overtuigd over de juistheid ervan.
              Het beste inzicht van nu is dat ons geheugen losse feiten verzamelt en die dan op een weinig gestructureerde manier aan elkaar breidt en de gaten opvult met zaken die gefantaseerd zijn maar wel plausibel lijken.

              3 november 2015
              Antwoord
              • Cees de Vrieze zei:

                Om hierop in te gaan: ik heb gedurende 5 jaar een journaal bijgehouden van mijn directe ervaringen en primaire reacties op heftige gebeurtenissen. Vervolgens heb ik die notities ieder jaar voorzien van mijn mening daarover met datum erbij. Na vele jaren en ook nu nog herlees ik jaarlijks wat ik in de loop van de tijd heb opgeschreven. Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat mijn primaire mening de werkelijkheid van dat moment het dichtst benadert. Alle tussenliggende commentaren blijken slechts verklaringen ingegeven door mijn brein om het v oorspronkelijke verhaal om te buigen naar wat gemakkelijker bewust te verwerken is. En dat is wat het brein dus doet als je het zijn gang laat gaan. Het effect van selectieve perceptie en cognitieve dissonantie is een breingebeuren dat verraderlijk is. Op deze manier heb ik geleerd dat de eerste waarneming die dus spontaan opkomt als je deze zonder bijgedachten opschrijft zeer dicht ligt bij wat er toen gebeurde. Een voorbeeld van snelle waarneming is als je in je auto langs een groep mensen rijdt en je kijkt een van die mensen in de ogen dan neem je iets waar over die persoon dat een volledige indruk geeft van wat die persoon in zich draagt. Dat gebeurt ook bij eerste ontmoetingen op recepties. Vervolgens gaat het brein ergens aan de slag om ervan te maken wat bij jou past en dat is dus niet wat de eerste waarneming aangaf. Door training en bewustmaking van dat proces kun je ook vaststellen dat het brein uiterst verraderlijk werkt wat betreft de werkelijkheid. Na jarenlange training volg ik dan ook mijn eerste ingevingen en die leiden tot het best haalbare resultaat dat ik als mens kan bereiken. Steeds is gebleken dat afwijking van die eerste ingeving door het erover spreken met anderen en door er op te studeren je steeds verder weg voert van de echte waarneming. Ik vertrouw op mijn eerste inzicht en maak me dat steeds bewust. Naarmate ik meer gestudeerd heb en me verdiep in de wetenschappelijke achtergronden worden mijn eerste indrukken meer daardoor geleid en raakt de heldere waarneming duidelijk op de achtergrond. Heel veel plannen gaan de prullenbak in omdat ze al eens uitgevoerd zouden zijn, of omdat ervaringen uit het verleden al aangetoond zouden hebben dat die plannen niet kunnen slagen. Het onderscheid dat we inmiddels in een totaal andere situatie aangeland zijn wordt daarbij totaal buiten beschouwing gelaten. En dat verschijnsel om op basis van ervaringen uit het verleden een hypothese af te keuren speelt de wetenschap niet in de kaart. Daar staat tegenover dat er wel degelijk op exacte feiten is voort te bouwen maar lang niet altijd. De grenzen daarbij zijn nauwer dan men denkt. Het vraagt een andere manier van aanpak om het kind niet met het waswater over boord te gooien. Volgens mij is dat waarover Bortoft het heeft in zijn boek The Wholeness of Nature.

                4 november 2015
              • Cees de Vrieze zei:

                Ik heb de TED presentatie bekeken van Elizabeth Loftus: Valse herinneringen. Dat we ‘valse’ herinneringen kunnen implanteren is de basis van reclame campagnes. Dat is ook waarom ik altijd TV Spots afkeur die een eigenschap van een product aanprijzen die absoluut onjuist is en zelfs levensgevaarlijk. Naar de werking van reclame is heel veel onderzoek gedaan en gebleken is dat in de keukenkastjes van consumenten in 90 % van de onderzochte gevallen het aantal producten waarvoor veel reclame gevoerd is in grotere mate voorkwamen dan producten waarvoor weinig of geen reclame gevoerd is. Tevoren is die mensen gevraagd of ze naar reclame keken en of ze daarvan enige invloed ondervonden. Bij degenen die zeiden dat ze niet beïnvloed werden door reclame of zelfs niet vaak ernaar keken was het aantal ‘reclame’ producten net zo veel. Daarover valt heel veel te zeggen. Bijvoorbeeld dat producten waarvoor veel reclame gevoerd wordt een betere schappositie hebben in de winkels. Men is zich dus niet bewust van de waargenomen reclame. Een ander interessant geval is een pitch voor een nieuwe reclamecampagne waarbij enkele bekende designers een nieuwe campagne moesten bedenken. Voordat ze aan hun werk mochten beginnen werden de ontwerpers in een bus door de stad gereden langs tevoren uitgezochte punten. Toen de verschillende voorstellen klaar waren bleek dat alle ontwerpers elementen hadden gebruikt die ze onderweg gezien hadden. En dat was wel heel bewijsbaar. Dat ze door de bustour en de waargenomen objecten beïnvloed waren bleek geen van de ontwerpers te beseffen. Mijn geheugen werkt net zo behalve dat ik meestal zeer bewust de oorsprong van mijn ideeën kan benoemen door lange ervaring in het creatieve proces. Als iemand mij iets vertelt over een idee van mij dan herinner ik me dat altijd als ik het in mijn plan verwerkt heb. Ik stuur ook altijd een bedankje voor de inbreng. Helaas leidt dat vaak tot een verzoek tot betaling van die inbreng, waar ik overigens niet op in ga. Dat doe ik wel als ik iemand zakelijk vraag om inbreng te leveren. Ik ben een fervent tegenstander van onjuiste informatie in massa uitingen. Ook goedbedoelde informatie die niet klopt. Misschien herinner je je de tijd dat sensitivity training ‘in’ was. Van nabij heb ik meegemaakt dat daardoor, en vooral door het niet uitwerken van de werking van zo’n eenmalige sessie, geleid heeft tot het ontslag van managers, die volkomen ontredderd losgelaten waren. Hier stuiten we op de zo hoog geprezen vrijheid van meningsuiting. Een uiterst precaire zaak. Beperkingen leiden al heel snel tot censuur in het wilde weg. Een zijweg inslaand: de wetenschap verklaart iets voor onjuist of kwakzalverij en verhindert daarmee soms ook de voortgang van diezelfde wetenschap. Daarvan zijn voorvallen genoeg bekend. Het gaat er voorlopig om om met een open mind naar de wereld te kijken en vele opties open te houden. Wat niet wil zeggen dat een beperkt veld van onderzoek uit den boze is. Juist dat soort gespecialiseerd onderzoek heeft ons heel veel goeds gebracht. Er moet dus onderscheid gemaakt worden tussen diverse vormen van onderzoek, die complementair aan elkaar zijn en niet tegengesteld. En op dat gebied is de MBTI in vele gevallen heilzaam gebleken omdat een eenzijdig samengesteld team ook eenzijdig getinte besluiten neemt of zelfs nalaat ze te nemen. Misschien niet wetenschappelijk bewezen maar wel praktisch effectief gebleken. Daarover valt nog heel veel te zeggen en het verklaart wellicht ook waarom de MBTI zo’n succes heeft.

                4 november 2015
              • Jozef zei:

                Als professional in de marketing zal je zeker de boeken van Cialdini kennen die onder andere spreekt over deze beinvloedingen via positionering van producten in een rek.

                4 november 2015
  5. Cees de Vrieze zei:

    Bedankt voor je uitgebreide reactie. Ik zal zeker de blogs die je me aanraadt lezen. Ik ben benieuwd wat ik daaruit opsteek. Ik zou graag zien dat je de moeite neemt om de eerste twee hoofdstukken van het boek van Bortoft door te werken. Ik kan me niet voorstellen dat de vele literatuur en publicaties die ik goed bestudeerd heb allemaal naar het rijk van de fantasie verwezen moeten worden. Maar je weet maar nooit. Ik sta open voor de werkelijkheid. En als het wetenschappelijk niet bewezen kan worden dan zal ik blijven zoeken naar betere verklaring voor diverse wederkerende successen die wij behaalden in de massamarkt van consumenten. Wat is er wel en niet juist in het boek You are the Placebo van Dr. Joe Dispenza? Mocht dat allemaal onzin zijn dan verneem ik dat graag.

    26 oktober 2015
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Hier zijn enkele interessante teksten over Joe Dispenza: http://skepdic.com/ramtha.html
      En http://www.skepsis.nl/bleep.html
      Als ik het zo bekijk vrees ik je dat alles wat in “Dr” Joe Dispenza ’s boek staat inderdaad naar het rijk der fabelen mag sturen. Ik heb eens in ScienceDirect (de grootste bibliotheek van wetenschappelijke publicaties ter wereld) de auteur Joe Dispenza als zoekterm ingegeven en kreeg 0 (NUL) resultaten. Ook Pubmed geeft helemaal niets. Ik vrees dat deze man onterecht de titel “Dr” draagt en helemaal geen onderzoek gedaan heeft naar placebo.
      Als je serieuze wetenschap wil lezen over placebo, dan moet je zoeken naar het onderzoek van Dr. Benedetti. Hier heb je een korte bespreking van zijn werk: https://www.sciencebasedmedicine.org/benedetti-on-placebos/
      Ik probeer dat boek van Bortoft te pakken te krijgen.

      26 oktober 2015
      Antwoord
  6. Cees de Vrieze zei:

    Als je de Kindle app download en installeert zowel op de Mac als op de PC of in Adroid en je zoekt in de Kindle store van Amazon dan kun je het kindle boek van Bortoft snel vinden en aanschaffen. Je moet dan wel een account openen bij Amazon. Dat is de snelste weg zonder dat je boekenkast vol loopt.

    27 oktober 2015
    Antwoord
  7. Marjolein zei:

    Ik stoor me vooral aan het feit dat je als professor psychologie de tekst “ik ben niet schizofreen” in koeien letters schrijft wanneer je het hebt over meerdere persoonlijkheden. Ja het woord betekend gespleten geest, maar een beetje psycholoog moet toch weten dat schizofrenie niets te maken heeft meerdere persoonlijkheden. Er zou moeten staan “Ik heb geen dissociatieve identiteitsstoornis”.

    24 juni 2016
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Er staat toch nergens dat schizofrenie hetzelfde is als gespleten persoonlijkheid?

      26 juni 2016
      Antwoord
  8. Anna zei:

    Het is waar dat de testen zelf niet accuraat zijn (daar valt nog veel aan te verbeteren), maar Myers Briggs is geen test. Het is een theorie. En wanneer men zich zou verdiepen in de theorie dan vind men van zelf zijn juiste type. Ik heb geen woord gelezen over functies in de tekst, terwijl functies de belangrijke factoren van een type zijn. Het is geen kwestie van iemand is Introvert of iemand is Extravert, want dat is inderdaad onmogelijk: het ligt dieper dan dat. INTJ bijvoorbeeld staat voor de functies Ni Te Fi Se (volgorde doet er toe). De functies werken in paren en bezitten bepaalde eigenschappen die uiteindelijk een type vormen die versimpeld wordt in vier letters. Ik weet zeker dat wanneer u zich meer zou verdiepen in functies, u sommige uitspraken in uw artikel niet zou hebben gedaan. U heeft uw huiswerk niet goed gedaan.

    7 december 2017
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Waar kan ik de wetenschappelijke artikelen vinden die dat empirisch onderzochten? Het probleem is dat MBTI tegenstrijdig is met wel wetenschappelijke theorieën over persoonlijkheid zoals HEXACO.
      MBTI is gebaseerd op de typologieën van Jung en Jung was geen wetenschapper, maar een fantast. Hij heeft nooit onderzoek gedaan, maar was wel bezig met astrologie, spiritisme etc…

      7 december 2017
      Antwoord
  9. Maud zei:

    Het grappige is dat men toch wat zaken over Jungs gedachtegoed door elkaar haalt. Voordat je een mening vormt over het inzetten van de MBTI en het wetenschappelijke bewijs voor de theorie, moet je je wel eerst in die theorie verdiepen. Ja, na het invullen van de MBTI kom je in 1 van 16 categorieën terecht, echter is het geen absolute score. Men scoort op ieder van de 5 aspecten relatief binnen het spectrum. Iemand valt dus niet simpelweg in de categorie E(xtravert) of I(ntrovert), maar scoort binnen het spectrum hoger op het ene uiteinde dan op het andere. Als ik 51% E scoor en 49% I betekent dat dus niets meer dan dat beide van toepassing zijn op mijn gedrag met een heel lichte nadruk op extraversie. Vul ik de volgende keer de test in met een iets andere focus, dan kan de score ineens veranderen in 49% E en 51% I. En dan kom ik ineens in de introverte categorie terecht. Evengoed als iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis bij 5 van de 9 gedefinieerde criteria uit de DSM-V de diagnose krijgt en iemand met 4 van de 9 criteria niet. Er ligt altijd ergens een grens.
    Dit geldt ook voor het Thinking en Feeling aspect waar de professor over beweert dat deze onafhankelijk van elkaar bestaan. Natuurlijk bestaan deze naast elkaar, maar ook hier zitten we in een spectrum van beslissingen nemen gebaseerd op enerzijds objectieve bepalingen, en anderzijds subjectieve bepalingen. Er wordt nergens door Jung beweerd dat het ene gaat over denken en het andere over emotie, en dat mensen dus OF handelen op basis van denken OF op basis van emotie. In een gezond mens zijn beide aanwezig. Het heeft dus zin om verder te kijken dan slechts naar de letterlijke vertaling van termen (thinking / feeling).
    Het aspect emotionele stabiliteit / reactiviteit wordt wel gemeten in de MBTI, namelijk in het Assertive-Turbulent spectrum. Een beetje over het hoofd gezien misschien.
    Daarnaast weten we ook in het algemeen dat veel psychologisch onderzoek (o.a. naar persoonlijkheidstesten) worden uitgevoerd bij studenten en/of hogeropgeleiden en dus niet representatief zijn voor de gehele populatie. Vooral positieve onderzoeksresultaten worden gepubliceerd en krijgen aandacht in de media (confirmation bias). Dus hoe valide en betrouwbaar zijn deze resultaten nou echt?

    4 januari 2018
    Antwoord
    • Jozef zei:

      Dag Maud,
      Bedankt voor jouw reactie. Het klopt dat ze tussenniveau’s hebben, maar aan het eind van de rit onthoudt iedereen alleen die 4 lettertjes.
      Sowieso, is het aan de mensen van MBTI om te zorgen dat hun modellen empirisch bewezen worden en niet aan de scepticus om te bewijzen dat het niet waar is. Ze hebben de middelen daarvoor. Maar zelfs met confirmation bias bestaan er geen onderzoeken die openbaar beschikbaar zijn.

      7 januari 2018
      Antwoord
  10. Katja zei:

    De IQ test heeft ook een lage betrouwbaarheid. Bij herhaling komt daar ook bij zeker 50% een ander resultaat uit. Ook maar afschaffen? Hij wordt nog door elke zichzelf serieus nemende NIP psycholoog toegepast.

    Een empirisch resultaat wordt verkregen als men experimentele resultaten verklaart zonder zich te beroepen op een uitgewerkte theoretische onderbouwing, maar puur en alleen door analyse van het experiment. Is een theoretisch model zelf dan wel empirisch te bewijzen? Ik denk van niet. Hetzelfde geldt voor de IQ test dus, en de FFPI (Big Five).

    23 februari 2020
    Antwoord
    • Katja zei:

      INTP trouwens ;-).

      23 februari 2020
      Antwoord
      • Jozef zei:

        Ik blijf het verrassend vinden dat mensen fier zijn dat ze zichzelf kunnen classificeren binnen 16 stereotypen.

        24 februari 2020
        Antwoord
    • Jozef zei:

      Eigenaardig, ik kom andere resultaten tegen voor de IQ test. bvb. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/2760178
      Maar een bijkomend probleem van MBTI is dat het gebaseerd is op magisch denken van Jung (net zoals Insights discovery).
      IQ test is veeleer een pragmatische test waarmee je probleemoplossend vermogen test. Het geeft geen totaal beeld van intelligentie.

      24 februari 2020
      Antwoord
  11. Simon zei:

    You can’t solve an equation if you don’t have all the variables!

    9 juni 2020
    Antwoord
  12. ... zei:

    Ik ben bang dat enige openheid voor nuance bij veel mensen die geloven in MBTI, niet realistisch is.
    Ik heb het wel eens geprobeerd om te nuanceren, maar het heeft alleen maar geleid tot misverstanden. Als mensen denken dat ik maar een beetje lol trap ofzo en niet willen aannemen dat ik met mijn genuanceer juist serieus ben, haak ik af.
    Ik denk dat een rustig en redelijk gesprek geen zin heeft. Mij zal het in elk geval nooit lukken. Ik geef het op. Ik ga niet meer met hun in dialoog. De aannames ken ik nu wel…

    10 augustus 2023
    Antwoord

Laat een antwoord achter aan Cees de Vrieze Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.